Vrouwen in topfuncties

Nederland steekt internationaal ongunstig af met erg lage percentages vrouwen in de Raden van Commissarissen en Raden van Bestuur. In 2010 waren er 10,7 procent vrouwelijke commissarissen en 3,4 procent vrouwelijke bestuurders in de top 99 beursgenoteerde ondernemingen. De laatste jaren is het aandeel van vrouwen in de top van het bedrijfsleven amper gestegen. (Bron: Female Board Index 2010 - september 2011).

Vanaf 1 januari 2012 geldt een wettelijke verplichting voor beursgenoteerde ondernemingen te streven naar minimaal 30 procent vrouwen in de Raad van Commissarissen én de Raad van Bestuur in 2016. Bedrijven die daar niet in slagen moeten in hun jaarverslag uitleggen hoe dat komt en met een verbeterplan komen. In 2011 voldeed slechts één beursgenoteerd bedrijf aan deze norm: TNT. Vier bedrijven scoorden weliswaar relatief goed (Unilever, KPN, Post NL en Ahold), maar halen de 30 procent niet in zowel de Raad van Commissarissen als de Raad van Bestuur.

Voorgeschiedenis

Het afgelopen decennium beperkte de overheid zich tot streefcijfers, of zwakkere formuleringen. Qua maatregelen kwam het niet verder dan ambassadeursnetwerken en subsidie voor het Charter Talent naar de Top. Het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie 2006-2010 noemde een streefcijfer van 20 procent vrouwen in de top in 2010. Het vorige kabinet nam dat streven over, maar het huidige kabinet heeft dit weer los gelaten in de Actielijn Meer vrouwen aan de top. De nadruk ligt nu nog meer op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Al is dit blijven steken op een schamele 9 procent in 2009, volgens de Emancipatiemonitor (februari 2011).

In 2007 was een 'damesclausule' een van de voorstellen van SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan. Het aandeel vrouwen in de top zou op 25 of 33 procent moeten worden vastgelegd en opgenomen in de code-Tabaksblat, een gedragscode voor beursgenoteerde bedrijven. In december 2008 presenteerde de commissie Frijns de aangepaste Code Tabaksblat. Hierin staan echter geen verplichte streefcijfers voor vrouwen in de Raad van Commissarissen (RvC) in het bedrijfsleven. De code beveelt wel aan dat een RvC een diverse moet samenstelling hebben. Letterlijk: .”De raad van commissarissen streeft naar een gemengde samenstelling, onder meer met betrekking tot geslacht en leeftijd." Dat was volgens menigeen te vrijblijvend, gezien de stagnatie. 

In 2009 kwamen topvrouwen met een quota manifest waarin zij pleiten voor een quotum van 40% voor vrouwen in commissariaten en andere toezichthoudende functies. In 2009 nam de Tweede Kamer het amendement Kalma/Irrgang aan met een wetsontwerp dat aanpassing van regels voor bestuur en toezicht in vennootschappen beoogde. Inhoud van het amendement: de top van grote bedrijven moet in 2016 voor ten minste 30% uit vrouwen bestaan. Bedrijven die daar niet in slagen moeten uitleggen hoe dat komt (Comply or Explain-principe) en met een verbeterplan komen. Als dit te weinig effect heeft, moet er in de toekomst een quotum van 30% vrouwen in deze bedrijven komen, volgens de indieners van het amendement. De bepaling heeft een looptijd tot 2016. De Eerste Kamer stemde in mei 2011 met grote meerderheid voor. Er is een evaluatie voorzien voor 2015. 

Nedap en Ahold koploper

Als het gaat om vrouwen in de top van Nederlandse bedrijven presteren Nedap (Nederlandse Apparatenfabriek) en Ahold momenteel het beste met 33 respectievelijk 31 procent. Deze percentages betreffen zowel commissarissen als bestuurders, waarbij de bestuurders lager scoren qua vrouwen. Er zijn geen vrouwelijke bestuurders bij Nedap en bij Ahold drie commissarissen en één bestuurders van de dertien commissarissen en bestuurders. Op de derde positie staan KPN en Unilever, gevolgd door TNT, maar de laatste heeft een inhaalslag gemaakt in 2011. Van de 99 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven die werden onderzocht door het Erasmus Instituut Toezicht & Compliance, is 8,1 procent van de bestuurders en commissarissen vrouw. Dat zijn er 61 van de in totaal 749. Een lichte stijging ten opzichte van 2009 (7,7%). De cijfers zijn gepubliceerd in de Female Board Index 2009. Als deze groei in hetzelfde tempo aanhoudt wordt de 30 procent in de Raden van Commissarissen bereikt in 2030 en die in de Raden van Bestuur pas in 2079. Maar de wettelijke verplichting per 2012 zou tot versnelling moeten leiden. 

Topvrouwen in Europa

Noorwegen heeft in 2006 een wet ingevoerd om het aantal topvrouwen in bedrijven drastisch op te krikken. De raden van commissarissen van alle naamloze vennootschappen in de particuliere sector (zo’n 600 bedrijven) moesten begin 2008 voor minstens 40 procent uit vrouwen bestaan. Bij overtreding kan de overheid bedrijven sluiten of opsplitsen. Tussen juli 2006 (de invoering) en 2007 schoot het percentage vrouwelijke commissarissen omhoog van 20 naar 37,6 procent. Noorwegen is tot nu toe het enige land met een hard quotum. Groot-Brittannië, Duitsland, België en Denemarken zijn bezig met het opstellen van regelingen. Het Spaanse parlement heeft in maart 2007 een wet aangenomen die bedrijven verplicht zich in te spannen om binnen acht jaar 40 procent vrouwelijke commissarissen te hebben.

Vrouwelijke leidinggevenden

Het aandeel vrouwen in hogere en wetenschappelijke functies in grote bedrijven is in 7 jaar sterk gestegen: van 36 procent in 2003 tot 44 procent in 2009. Het aandeel vrouwelijke managers groeide in die jaren van 23 procent naar 29 procent. Vrouwen werken vaker in grote bedrijven dan in het midden- en kleinbedrijf doordat ze vaak in de non-profitsector werken die uit veel grote bedrijven en instellingen bestaat. De gezondheidszorg is de enige sector waar meer dan de helft van de leidinggevenden uit vrouwen bestaat: 64 procent in 2009. Al geldt ook in de gezondheidszorg: hoe groter de instelling hoe minder vrouwen aan de top. Het onderwijs staat op de tweede plaats met 44 procent vrouwelijke leidinggevenden. In de bouwnijverheid is het aandeel vrouwen in het management met 2 procent het laagst. (Bron: Emancipatiemonitor 2010).

 
Loading...