Compensatie

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 09-08-2023

Overwerkcompensatie

Werktijd is een aaneengesloten periode van werk, gevolgd door een ononderbroken rustperiode van ten minste 11 uur (eenmaal per week mag dat 8 uur zijn). Na 5,5 uur heeft een werknemer recht op een verplichte (onbetaalde) pauze van een half uur, eventueel te splitsen in twee keer 15 minuten. De maximale werktijden per dag en per week zijn 12 en 60 uur respectievelijk. De werkweek mag (inclusief overuren) niet meer dan gemiddeld 48 uur bedragen gedurende een periode van 16 weken en maximaal gemiddeld 55 uur over een periode van 4 weken. Cao’s mogen echter hiervan afwijken mits de maxima van 12 uur per dag en 60 uur per week niet worden overschreden. In de meeste cao’s is de voltijds werkweek minder dan 40 uur.

Als het echt niet anders kan mag een werknemer van 18 jaar en ouder eens per twee weken een dienst doen van 14 uur. De dag- en weekmaxima gelden niet wanneer zich onvoorziene situaties voordoen, zoals (het risico op) ernstig gewonden, of als buitensporige schade aan eigendommen dreigt. Dit is onder de voorwaarde dat er geen andere maatregelen getroffen kunnen worden.

Door onvoorziene omstandigheden of de aard van het werk (zoals seizoensarbeid) kan de vraag naar werk in de loop van een jaar variëren. In zulke gevallen mag de referentieperiode van 16 weken worden uitgebreid tot 52 weken, mits de maximale werkweek gemiddeld de 48 uur niet overschrijdt.

Er is geen aparte wetgeving voor overuren. De maximale duur van werkdagen en -weken geldt ook voor overuren, die wel betaald moeten worden.  Een tijd-voor-tijdregeling voor overwerk of meerwerk mag alleen als daarover in de cao afspraken zijn gemaakt. Tijd-voor-tijd mag niet als een werknemer daardoor in het tijdvak van uitbetaling onder het wettelijk minimumloon zou zakken, er moet dan altijd in geld worden gecompenseerd. Overwerk moet binnen 6 maanden worden gecompenseerd. Als dat niet gebeurt, moeten de overwerkuren alsnog worden uitbetaald. 

 

De rechten van niet-standaard werkenden voor werktijden en overwerk (platformwerkenden)

Voor platformwerkenden die zelfstandig werken onder een overeenkomst van opdracht zijn geen wettelijke bepalingen over arbeidstijden en overwerk van toepassing. Wel kan in bepaalde sectoren additionele wetgeving van toepassing zijn, bijvoorbeeld over rijtijden in de taxi- en vervoerssector.

Platformwerkenden met een flexcontract vallen onder de arbeidswetgeving, maar zullen in de praktijk zelden de dag-, week- en maandmaxima overschrijden.

Bronnen: 

Arbeidstijdenwet van 23 november 1995

Arbeidstijdenbesluit van 4 december 1995

Nachtdienstcompensatie

Van nachtwerk is sprake als er in de periode tussen 12 uur 's nachts en 6 uur 's ochtends meer dan één uur wordt gewerkt. Nachtwerkers mogen niet langer dan 10 uur aaneengesloten een dienst draaien. Als het werk geen uitstel verdraagt en er geen andere maatregelen mogelijk zijn mag een werknemer eens per twee weken een dienst draaien van 14 uur. Een werknemer mag maximaal vijf keer een nachtdienst draaien van maximaal 12 uur in een periode van twee weken, tot maximaal 22 keer per jaar. 

Een werknemer mag maximaal 36 gewone nachtdiensten doen per 16 weken. Een dienst mag niet langer duren dan 10 uur en bij elkaar maximaal 40 uur per week gemiddeld, over een periode van 16 weken. In die periode mag het aantal nachtdiensten de 16 niet te boven gaan. Zijn de nachtdiensten incidenteel, minder dan 16 per 16 weken, dan geldt een maximale werkweek van 48 uur. Bij cao kan worden bepaald dat het aantal nachtdiensten tussen de 117 en 140 op jaarbasis uitkomt, afhankelijk van de aard van het werk en de bedrijvigheid.

Een werknemer mag niet meer dan zeven diensten achtereen doen, als daar een nachtdienst bij zit. Dit aantal mag oplopen tot acht, als de aard van het werk dit onvermijdelijk maakt en het bij cao is afgesproken. Werknemers die regelmatig nachtdiensten draaien mogen er tot 20 doen in elke periode van 4 opeenvolgende weken. 

Werknemers moeten een medisch onderzoek kunnen krijgen voordat ze voor de eerste keer een nachtdienst in gaan. Pakt dit negatief uit, dan moet de werkgever overplaatsing naar de dagdienst regelen op afzienbare termijn. In sectoren met regelmatige nachtdiensten regelen de cao’s de toeslagen daarvoor. 

Bronnen: Art.1:7, 4:9 en 5:8 Arbeidstijdenwet van 23 november 1995; §4:7 Arbeidstijdenbesluit van 4 december 1995

Compensatie gewerkte feestdagen

Als een werknemer dat van tevoren in de arbeidsovereenkomst heeft afgesproken met de werkgever, mag op zon- en officiële feestdagen gewerkt worden. In bepaalde sectoren is werken op zondagen noodzakelijk, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, politiek, brandweer en horeca. In andere sectoren kan het door bedrijfsomstandigheden nodig zijn. Dan moet de werkgever eerst een afspraak maken met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Bovendien moet de werknemer zelf instemmen. Een werknemer hoeft de weigering om op zondag te werken niet te motiveren en mag van deze weigering geen nadeel ondervinden. Werknemers hebben recht op minimaal 13 vrije zondagen per jaar.

Toeslagen gewerkte feestdagen

De werknemer kan voor werken op zon- en feestdagen extra worden gecompenseerd in loon of vrije tijd, als dit is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst of in de cao. Er bestaan geen wettelijke regels voor extra betaling. Het normale loon moet volgens de wet wel betaald worden.

Wetgeving overwerk en onregelmatigheidstoeslag

  • Boek 7, Titel 10: Arbeidsovereenkomsten van het Burgerlijk Wetboek / Book 7, Title 10 (Employment Contracts) of Dutch Civil Code
  • Arbeidstijdenwet van 23 november 1995 / Working Time Act of 23 November 1995
  • Arbeidstijdenbesluit van 4 december 1995 / Working Hours Decree of 4 December 1995
 
Loading...