Vakbonden

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 09-08-2023

Recht op organisatie in een vakbond

Vrijheid van vereniging en het recht om vakbondslid te zijn is een grondrecht. De organisatiegraad van de vakbonden is in Nederland bijna 20%. De twee grootste vakbondsfederaties FNV en CNV organiseren samen ongeveer 1,2 miljoen werknemers uit alle sectoren. Ondernemingsraden vertegenwoordigen werknemers op bedrijfsniveau, maar kunnen over het algemeen niet onderhandelen over loon en arbeidstijden, die het exclusieve domein van vakbonden zijn. Alleen als er geen cao van toepassing is, kan de OR wel onderhandelen, zij het zonder de wettelijke status die vakbonden hebben. De OR heeft informatierecht dat zich uitstrekt tot alle relevante informatie die zij nodig acht om haar taken te vervullen, zoals advisering van de werkgever over bedrijfsaangelegenheden.

Volgens de wet adviseert de OR in ieder geval over het volgende: recente en waarschijnlijke economische ontwikkelingen die het bedrijf raken; de huidige en toekomstige positie van het personeel, in het bijzonder maatregelen dienaangaande, met name als de baanzekerheid in het geding dreigt te komen; besluitvorming met verstrekkende gevolgen voor de organisatie van het werk en de arbeidsvoorwaarden. Aangaande een aantal andere onderwerpen heeft de OR verdergaande bevoegdheden (instemmingsrecht). Daarnaast verplicht de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) dat jaarlijks een gesprek wordt gevoerd over lonen en beloningsverschillen binnen het bedrijf. Dat geldt voor ondernemingen met 100 en meer werknemers. Het doel is om bewustzijn en transparantie over dit onderwerp binnen bedrijven te stimuleren.

De werkgever mag een werknemer niet ontslaan vanwege vakbondsactiviteit of lidmaatschap van de OR, tenzij het gaat om activiteiten in de reguliere werktijd waarvoor de werkgever uitdrukkelijk en herhaaldelijk geen toestemming heeft gegeven. De rechter legt de bewijslast voor de werkgever hoog. 

Wettelijke bescherming van vakbondsleden bij sollicitatie is in feite voorzien via de Algemene Wet Gelijke Behandeling, die direct en indirect onderscheid naar levensovertuiging en politieke gezindheid verbiedt. Artikel 1 van de Grondwet verbiedt discriminatie wegens (...) levensovertuiging en politieke gezindheid (...) “of op welke grond dan ook”. Werkgevers mogen een afwijzing voor een baan dus nooit beargumenteren met ongewenst lidmaatschap van een vakbond.

 

De rechten van niet-standaard werkenden aangaande vrijheid van vereniging (platformwerkenden)

De vrijheid van vereniging is gegarandeerd in de Nederlandse Grondwet (art. 8). Alle platformwerkenden kunnen zich aansluiten bij een vakbond, ongeacht hun arbeidsrechtelijke status. Sommige vakbonden onderhandelen met platforms over tarieven en andere voorwaarden.  

Zzp'ers mogen vakbonden en verenigingen oprichten. De grootste vakbonden in Nederland hebben ook specifieke afdelingen of organisaties voor zelfstandigen. Echter, wanneer deze organisaties een grote groep vertegenwoordigen, mogen ze bijvoorbeeld niet onderhandelen over hogere tarieven, omdat dit wordt gezien als kartelvorming.

Bronnen: Art.1 & 8 van de Grondwet uit 1815, herzien in 2008 en 21-12-2018; Wet op de ondernemingsraden van 28 januari 1971

Collectieve arbeidsovereenkomsten

Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) in Nederland worden gereguleerd door de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst en de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Vakbonden en organisaties van werkgevers hebben het recht om te onderhandelen en cao's af te sluiten, maar er bestaat geen wettelijke plicht om dat te doen. De enige voorwaarde waaraan vakbonden moeten voldoen om aan zulke onderhandelingen deel te nemen is dat ze wettelijk als zodanig zijn erkend en dat hun doel is de belangen van hun leden te behartigen en cao's af te sluiten. De wet verplicht werkgevers niet om vakbonden te erkennen.

Een cao is een schriftelijke overeenkomst tussen een bedrijf of een werkgeversorganisatie en een of meer vakbonden, waarbij beide partijen volledig gerechtigd zijn namens hun leden op te treden. Cao's moeten aangemeld worden bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Cao's die op sectorniveau worden afgesloten hebben het grootste minimum bereik. De organisatiegraad van vakbonden is lager, maar de dekkingsgraad van de cao zit om en de nabij 80% van alle werknemers. Meestal is de looptijd van cao's een, twee of drie jaar, waarna nieuwe onderhandelingen volgen. De maximumduur is vijf jaar.

Cao's regelen voornamelijk de arbeidsvoorwaarden, die doorwerken in de individuele arbeidsovereenkomsten. Cao's hebben rechtskracht voor alle werknemers in de bedrijven die aangesloten zijn bij de werkgeversorganisatie die de onderhandelingen voerde, of ze zelf lid zijn van een vakbond of niet. Op verzoek van de sociale partners kan een cao algemeen verbindend worden verklaard door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dan zijn alle werkgevers in de sector eraan gebonden. De minister kan een cao algemeen verbindend verklaren als ten minste 55% van de werknemers in de desbetreffende sector al onder de afgesloten cao valt, mits een formeel verzoek van (een van) de partijen is ontvangen. 

 

De rechten van niet-standaard werkenden aangaande collectieve arbeidsovereenkomsten (platformwerkenden)

Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) in Nederland worden gereguleerd door de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst en de Wet op het algemeen verbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten. Als vakbonden, eventueel samen met organisaties van werkgevers, vinden dat een platform activiteiten ontplooit op een terrein waarop een cao algemeen verbindend is verklaard kunnen ze via de rechter naleving van de cao vorderen. Dat is in sommige gevallen succesvol gebleken. Hoger beroep loopt nog. De Nederlandse arbeidswetgeving staat zzp'ers niet toe collectief te onderhandelen, omdat dit wordt gezien als kartelvorming. Wel zijn er twee uitzonderingen mogelijk. Ten eerste is collectief onderhandelen mogelijk voor een groep van maximaal 8 zzp'ers die samen niet meer dan 1,1 miljoen euro per jaar verdienen. Ten tweede is collectief onderhandelen toegestaan wanneer een groep zzp'ers niet meer dan 10% van de sector omvat. Bovendien heeft de Autoriteit Consument & Markt aangekondigd milder te zijn tegenover zzp'ers die collectief willen onderhandelen.

Stakingsrecht

Werknemers kennen geen wettelijk stakingsrecht. Het stakingsrecht is gebaseerd op jurisprudentie. De Hoge Raad bepaalde in 1986 dat artikel 6(4) uit 1961 van het Europees Sociaal Handvest (het recht om deel te nemen aan collectieve onderhandelingen en actie) rechtstreeks op Nederland van toepassing is, waarmee het stakingsrecht voor werknemers werd erkend (met uitzondering van ambtenaren).

Collectieve arbeidsovereenkomsten kennen over het algemeen een 'arbeidsvrede'-beding, dat partijen verplicht arbeidsconflicten te voorkomen en te beperken tijdens de looptijd van een cao. Er moet altijd eerst overleg worden gevoerd, maar werknemers en vakbonden mogen wel tot actie overgaan als de werkgever zich niet aan de cao houdt.

Wetgeving inzake vakbonden

  • Grondwet uit 1815, herzien in 2008 / Dutch Constitution of 1815, last amended in 2008
  • Wet op de ondernemingsraden van 28 januari 1971 / Dutch Works Council Act of 28 January 1971
  • Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 december 1971 / Collective Agreements Act of 24 December 1971
  • Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten van 25 mei 1937 / Act on Declaring Provisions of Collective Agreements Generally Binding and Non-Binding of 25 May 1937
 
Loading...