Minimumloon
Werknemer en werkgever maken afspraken over het loon in de arbeidsovereenkomst. Ze moeten daarbij de bepalingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en het minimumloon in de toepasselijke cao in acht nemen.
Hoe hoog is het minimumloon in Nederland?
Er zijn in Nederland twee minimumloonschalen: het minimumloon voor volwassen werknemers (van 21 jaar en ouder) en het minimumjeugdloon (voor werknemers tussen de 15 en 21 jaar).
Het minimumloon voor volwassenen is € 14,40 vanaf 1 juli 2025 en € 14,71 vanaf 1 januari 2026.
Jongeren van 15 tot en met 20 jaar hebben recht op een oplopend percentage daarvan:
- jongeren van 20 hebben recht op 80%
- jongeren van 19 hebben recht op 60%;
- jongeren van 18 hebben recht op 50%;
- jongeren van 17 hebben recht op 39,5%;
- jongeren van 16 hebben recht op 34,5%;
- jongeren van 15 hebben recht op 30%.
Voor jeugdige werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) gelden deels alternatieve staffels, vastgesteld in het Besluit minimumjeugdloon. Voor de leeftijd van 15 tot en met 17 jaar geldt het gewone minimumjeugdloon. Voor leerlingen in de bbl tussen de 18 en 20 jaar oud gelden lagere staffels omdat er te weinig leerwerkplekken waren. Voor deze leerlingen gelden de volgende bedragen:
- bbl-leerlingen van 18 jaar hebben recht op 61,5%;
- bbl-leerlingen van 19 jaar hebben recht op 52,5%;
- bbl-leerlingen van 20 jaar hebben recht op 45,5%.
Bovenop dit minimumloon heb je nog recht op de wettelijke vakantietoeslag van 8%.
Het minimumloon wordt per uur berekend. Tot 2024 gold in Nederland een minimumloon per maand. Dat minimumloon was voor elke werkgever hetzelfde, ongeacht of een voltijds werkweek 36, 38 of 40 uur bedroeg. Het gevolg daarvan was dat het minimumuurloon bij werkgevers met een 40-urige werkweek lager lag dan bij werkgevers met een 36-urige werkweek. Inmiddels geldt dus voor iedere werknemer hetzelfde uurloon.
Meer dan 70% van de werknemers valt onder een cao en heeft dus recht op de betaling volgens de loonschalen die daarin zijn afgesproken. De meeste van deze werkenden hebben recht op een hoger loon dan het wettelijk minimumloon.
Hoe wordt het minimumloon in Nederland bepaald?
Elke zes maanden wordt het minimumloon aangepast (op 1 januari en 1 juli) aan de hand van het gemiddelde van de landelijke loonontwikkeling. Voor een overzicht van het actuele minimumloon zie de Minimumloon-Check. De bedragen die hier worden genoemd zijn brutobedragen, dus voordat er belasting over is betaald.
Wanneer een werknemer denkt onder het wettelijk minimumloon betaald te worden, kan die dat melden bij de Inspectie SZW. Dat kan ook anoniem. Verder kan er hulp ingeschakeld worden via de vakbonden of het Juridisch Loket om het loon alsnog uitbetaald te krijgen. Inspectie SZW controleert of werkgevers het minimumloon en de vakantietoeslag van 8% van het brutoloon betalen. Wanneer die zich niet houden aan de minimumloonwetgeving, kunnen ze een boete krijgen. Deze kan variëren van € 500 tot € 10.000 euro, afhankelijk van de lengte van het dienstverband en de mate van onderbetaling. Als het vakantiegeld niet wordt uitbetaald, kan een boete van € 250 tot € 2.000 worden opgelegd.
Verband tussen minimumloon en armoedegrens
In Nederland is het minimumloon niet gelieerd aan een officiële armoedegrens. Er is wel een breed geaccepteerde definitie van armoede, opgesteld door onder meer het CBS en Nibud. Deze is gebaseerd op de bedragen voor de uitgavenposten die verschillende huishoudens minimaal nodig hebben om volwaardig mee te doen in de samenleving. Voor 2023 lag deze op € 1.510 voor alleenstaanden en 2.910 bij een tweeoudergezin met puberkinderen. Het CBS houdt informatie over armoede bij rondom de lage-inkomensgrens.
De sociale-uitkeringsnorm voor een familie per maand is 100% van het wettelijk minimumloon.Voor een eenoudergezin is dit 70% van het minimumloon en voor een alleenstaande is dit 50%.
De rechten van niet-standaard werkenden wat betreft minimumloon (platformwerkenden)
Het wettelijk minimumloon geldt alleen voor werknemers. Voor zelfstandigen, zzp’ers of freelancers niet. Platformwerkenden met een mondelinge of schriftelijke arbeidsovereenkomst kunnen wel aanspraak maken op het minimumloon, ook als ze een nulurencontract hebben.
Een aantal platforms biedt de werkenden arbeidscontracten, soms via een uitzend- of payrollbedrijf. In dat geval geldt het minimumloon voor deze werknemers. Als deze platforms zich niet houden aan de minimumloonwetgeving, kunnen ze een boete krijgen.
Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden
Sinds 2025 is het Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden in behandeling bij het Nederlandse parlement. Dit voorstel beoogt onder meer een wettelijk vermoeden in te voeren dat een werkende een werknemer is, als zijn uurtarief onder een bepaald minimum ligt (in 2025: € 36 per uur; in 2026: waarschijnlijk € 38 per uur).
Werkers die minder verdienen dan dit minimum, kunnen het wettelijk rechtsvermoeden inroepen om bescherming als werknemer te claimen. De werkgever kan dit vermoeden vervolgens ontkrachten, door bewijs te leveren dat partijen een overeenkomst van opdracht zijn aangegaan.
Hoewel dit wetsvoorstel strikt genomen geen minimumloon invoert, kan het wel een stimulans zijn voor platformen en andere werkgevenden om boven het minimumbedrag te betalen.
Bronnen:
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van 27 november 1968
Besluit minimumjeugdloonregeling van 29 juni 1983
Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 mei 2025, nr. 2025-0000098159, tot aanpassing van (onder meer) wettelijk minimumloon per 1 juli 2025)
Raadpleeg voor de actuele minimumloonbedragen de paragraaf over het minimumloon.
Regulier loon
Wat wordt in Nederland onder ‘loon’ verstaan?
Onder loon wordt verstaan: iedere door de werkgever verschuldigde tegenprestatie voor de door de werknemer verrichte arbeid. Het basissalaris betreft datgene wat wordt verdiend uit een dienstbetrekking, zonder toeslagen, vakantiegeld, winstdeling en andere speciale toeslagen.
Het loon wordt normaliter uitbetaald in geld (cash of giraal). De werkgever kan het echter ook deels op andere wijze loon uitbetalen, als de aard van het bedrijf dat wenselijk maakt of als de werknemers afkomstig zijn uit een ander land. Deze andere vormen van loon zijn:
- persoonlijke gebruiksgoederen (met uitzondering van alcoholhoudende dranken en schadelijke drugs);
- huisvesting inclusief licht en verwarming;
- diensten en verstrekkingen zoals opleiding, kost en inwoning;
- aandelen, claimrechten, waardebonnen en overige goederen met waarde.
De werkgever mag aan zulke goederen en diensten ter betaling van de geleverde arbeid geen waarde toekennen die hoger ligt dan hun gangbare marktwaarde.
Wanneer moet de werkgever het loon betalen?
Een werknemer moet het salaris uitbetaald krijgen op een vooraf schriftelijk overeengekomen termijn: dagelijks, wekelijks, vierwekelijks of per maand (de maximale termijn).
Het loon moet normaal gesproken worden uitbetaald binnen een week na de gewerkte periode die werknemers en werkgever zijn overeengekomen. Deze periode kan worden verlengd bij schriftelijke overeenkomst tot maximaal een maand in geval van een weekloon en tot maximaal drie maanden in geval van een maandloon. Als deze periode wordt overschreden, terwijl de werkgever aantoonbaar in gebreke blijft, dan kan de verschuldigde loonsom met een bepaald bedrag worden verhoogd (tot een maximum van vijftig procent).
De werkgever moet een geschreven, gedrukte of elektronische salarisstrook beschikbaar stellen waarop staat hoeveel het salaris bedraagt, hoe het is samengesteld, eventuele aftrekposten, het aantal gewerkte uren en het wettelijk minimumloon waarop de werknemer recht heeft.
De werkgever is wettelijk verplicht om ten minste het minimumloon uit te betalen op de bankrekening van de werknemer. De werkgever moet een geschreven, gedrukte of elektronische salarisstrook beschikbaar stellen waarop staat hoeveel het salaris bedraagt, hoe het is samengesteld, eventuele aftrekposten, het aantal gewerkte uren en het wettelijk minimumloon waarop de werknemer recht heeft.
Hebben werknemers recht op een dertiende maand of andere bonussen?
Er bestaat in Nederland geen wettelijk recht op een dertiende maand of eindejaarsbonus. Werknemers hebben wel altijd recht op 8% vakantiegeld. Vakantiegeld moet in mei of juni worden uitbetaald.
Inhouden van loon
Een arbeidscontract is ongeldig als het enige bepaling bevat die inhoudt dat het salaris op de betaaldag niet volledig hoeft te worden uitbetaald. De uitzondering hierop is Dat geldt niet wanneer de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met bepaalde aftrekposten zoals premie voor pensioenopbouw, terugbetaling van voorschotten of te veel betaalde overuren, huur van aan het werk gerelateerde accommodatie en andersoortige verrekening of boetes voor nauwkeurig omschreven uitzonderingen.
Wanneer de werknemer fooien ontvangt, bijvoorbeeld bij werkzaamheden in de horeca, dan is het de werkgever niet toegestaan zich deze fooien toe te eigenen. In het arbeidscontract mag dan ook geen 'fooienbeding' worden opgenomen met deze strekking. Ook mag het bedrag van de ontvangen fooien niet in mindering worden gebracht op het verdiende salaris. Wel kan de werkgever een zogenaamde fooienpot instellen, waardoor de fooien worden verdeeld onder alle werknemers, ook diegenen die niet met klanten in contact komen. Dit heeft de Hoge Raad in 2001 bepaald in een zaak van een vakbond tegen een hotelrestaurant.
De rechten van niet-standaard werkenden wat betreft regulier loon (platformwerkenden)
De betaling verschilt per platform. Het ene platform betaalt een uurloon, het andere biedt een specifiek bedrag per bezorging of klus. Professionele platformwerkers die onder een overeenkomst van opdracht werken, hebben recht op het contractueel afgesproken loon of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon. Volgens de wet mag een platform dat bemiddelt geen commissie van de werkenden vragen, alleen bij de opdrachtgevers. (art. 3 lid 1 Waadi).
Bronnen:
Art.616-633 van Boek 7, Titel 10, Arbeidsovereenkomsten van het Burgerlijk Wetboek
Art. 405 van Boek 7, Titel 7, Overeenkomst van Opdracht, van het Burgerlijk Wetboek
Arrest Hoge Raad, 02-03-2001, zaaknummer C99/180HR
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van 27 november 1968
Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) van 14 mei 1998