Algemene nabestaandenwet (Anw)

Wanneer heb je recht op een Anw-uitkering? En hoe hoog is die eigenlijk? Loonwijzer vertelt je alles wat je moet weten over de Algemene nabestaandenwet.

Anw in het kort

De Algemene nabestaandenwet (Anw) biedt onder bepaalde voorwaarden een uitkering aan partners na het overlijden van Anw-verzekerden. De Anw is een volksverzekering: wie in Nederland woont, is verzekerd voor de Anw. Wie in het buitenland gaat wonen of werken kan de Anw-verzekering tegen betaling voorzetten, gedurende maximaal 10 jaar. Of de overledene werkte of niet, of AOW-gerechtigd was, maakt niet uit. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd stopt de Anw-uitkering.

De voorwaarden zijn:

  • je hebt een thuiswonend kind jonger dan 18, of:
  • je bent voor tenminste 45% arbeidsongeschikt verklaard.

Voor nabestaanden die niet in Nederland wonen of gaan emigreren, gelden extra voorwaarden. Als het jongste kind 18 wordt, of al eerder niet meer thuis woont, stopt de Anw-uitkering, behalve in geval van arbeidsongeschiktheid (45% of meer)

De hoogte van de Anw-uitkering

Voor een nabestaande met kinderen is de hoogte van de Anw-uitkering maximaal 70% van het minimumloon. Ander inkomen wordt volledig of geheel verrekend met de Anw-uitkering. Aanvullend nabestaandenpensioen, dividend en spaargeld tellen niet mee. Van inkomen uit arbeid wordt een beperkt deel vrijgelaten.

Samenwonen of kostendelen

Wie met een andere volwassene een gezamenlijke huishouding vormt, heeft geen recht meer op een Anw-uitkering. Dat geldt ook als die andere volwassene een kind van 21 jaar of ouder is dat een bijdrage levert aan uw huishouden in geld of tijd. Als een tweede volwassene op hetzelfde adres woont die niet bijdraagt aan de huishouding, dan kan sprake zijn van kostendelen. Dan wordt de Anw-uitkering niet ingetrokken maar verlaagd. Hoe meer volwassenen het huis delen, hoe lager de Anw-uitkering. Kostendelen kan ook de situatie zijn als de Anw-gerechtigde intensieve zorg behoeft van iemand die daarom is gaan inwonen. Of als de Anw’er zelf iemand intensief verzorgt. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) biedt uitvoerige informatie over al deze situaties.

Van een uitkering voor weduwen en wezen naar een voorziening voor nabestaanden

Ruim 30.000 nabestaanden ontvangen op dit moment een Anw-uitkering. Toen in 1996 de Anw van kracht werd, waren dat er een kleine 200.000. Dat waren bijna allemaal weduwen en weduwnaars die een uitkering krachtens de Algemene Weduwen- en Wezen wet (AWW) ontvingen.
De AWW was in 1959, enige jaren na de AOW, geïntroduceerd als volksverzekering tegen het risico van de gehuwde man dat zijn weduwe en zijn kinderen na zijn overlijden zijn inkomen moest ontberen. De AWW-uitkering was inkomensonafhankelijk: eigen loon en aanvullend nabestaandenpensioen werd buiten beschouwing gelaten. De meeste weduwen hadden geen baan en hun aanvullend inkomen bestond vooral uit aanvullend nabestaanden pensioen. Bij hertrouwen en bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd stopte de AWW. Weduwen zonder kinderen die jonger dan 40 jaar waren, kregen een tijdelijk gewenningspensioen, dat permanent werd in geval van arbeidsongeschiktheid. In bijzondere gevallen konden ook ex-echtgenotes een AWW-uitkering krijgen.

Door een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep eind 1988 kregen 24.000 weduwnaars ook recht op AWW. De meeste weduwnaars hadden wel een inkomen uit arbeid. Hierdoor nam het kostenbeslag van de AWW enorm toe.

Met die achtergrond is de Algemene nabestaandenwet (Anw) tussen 1993 en 1995 tot stand gekomen. Daarin zijn twee cruciale beperkingen ingevoerd: zonder minderjarige kinderen geen uitkering en een inkomenstoets. Door deze voorwaarden is het aantal uitkeringsgerechtigden enorm gedaald. De oudere generatie, geboren vóór 1950, mocht de uitkering houden als het jongste kind 18 jaar werd. Deze generatie is inmiddels met AOW. De uitbreiding van de regeling naar ongehuwde geregistreerde partners leidde nauwelijks tot toename van het aantal uitkeringsgerechtigden. Wel leidde dit tot stopzetting bij Anw'ers die gingen samenwonen.

Wijziging van de Anw?

Kabinet-Rutte III heeft een beleidsdoorlichting van de Anw laten uitvoeren, die eind 2019 naar de Tweede Kamer is gestuurd. De belangrijkste bevindingen waren:

  • steeds meer Anw’ers zijn minimaal 45% arbeidsongeschikt – in 2017 al 56 %. Deze groep bestaat grotendeels uit vrouwen (90%), 50+'ers en laagopgeleiden. Arbeidsongeschikte nabestaanden genieten gemiddeld ruim twee maal zo lang een Anw-uitkering vergeleken met andere Anw’ers.
  • De meeste nabestaanden met minderjarige kinderen blijven werken.
  • De Anw garandeert een minimuminkomen, maar biedt in veel gevallen een inkomensbescherming op een hoger niveau. Dat komt doordat het aanvullend nabestaandenpensioen en het inkomen uit arbeid (deels) niet worden meegerekend.

Het kabinet concludeerde dat er redenen zijn om de Anw aan te passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen en de hedendaagse samenleving: te veel Anw’ers hebben een inkomen boven het minimum. Het kabinet doet geen concrete voorstellen, maar wil een maatschappelijke discussie voeren over de nut en noodzaak van een volksverzekering voor nabestaanden. Zo is er advies gevraagd aan de Stichting van de Arbeid.

Advies van de Stichting van de Arbeid

De Stichting van de Arbeid, waarbinnen de werkgeversorganisaties en de vakbonden overleggen, onderkent dat de huidige Anw in veel gevallen geen basispensioen meer biedt voor nabestaanden. Omdat het nabestaandenpensioen wel rekening houdt met een basispensioen (AOW), ontstaat een Anw-gat en dus een aanzienlijke inkomensachteruitgang na het overlijden van de partner.

In een advies over het nabestaandenpensioen, gepubliceerd in juni 2020, bespreekt de Stichting van de Arbeid een aantal mogelijkheden tot verbetering. Bijvoorbeeld: gedurende een paar jaar een Anw-uitkering aan alle weduwen en weduwnaars; gevolgd door een toepassing van de huidige voorwaarden (kind jonger dan 18 jaar of arbeidsongeschikt). Hierbij kan, vroeger of later, de inkomensverrekening toegepast worden. Een variant hierop is om zo’n tijdelijke Anw-uitkering alleen aan mensen met een laag inkomen te verstrekken. Een andere mogelijkheid is om de inkomensonafhankelijke halfwezen-uitkering van 20% minimumloon weer in te voeren. Verder kan de Stichting zich voorstellen dat het arbeidsongeschiktheidspercentage in lijn met de WIA wordt gebracht (35%). Ook voor de uitkering aan volle wezen doet de Stichting een voorstel. De Stichting wijst erop dat wijzigingen van het Anw en de daarmee gepaard gaande lastenverzwaringen een brede maatschappelijke en politieke afweging vragen.

Een eventuele wijziging of afschaffing van de Anw was aan een nieuw kabinet overgelaten. In het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV is hierover echter niets opgenomen.

Meer weten over de Algemene nabestaandenwet (Anw)? Bekijk Loonwijzers veelgestelde vragen over de Anw-uitkering

Handige links

Vergelijk je salaris

 
Loading...