Stand van zaken Emancipatie van de vrouw - 2012

Emancipatie 2012 - vrouwen verdienen minder, dan mannen, werken meer in deeltijd.

De stand van zaken van de vrouw in Nederland anno 2012. Resultaat van de Emancipatiemonitor. Download hier de Emancipatiemonitor.

 

Gelijkloon

De beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen blijven. In 2009 verdienden vrouwen gemiddeld 20% minder dan mannen, voor hetzelfde werk. Meer werkervaring, hoger opleidingsniveau en leidinggeven verklaren een deel, maar 8% is onverklaarbaar. Dit verschil begint al in de eerste baantjes en wordt daarna alleen maar groter. Alles over gelijke beloning.

 

Deeltijd

Bijna driekwart van de vrouwen met een baan werkt in deeltijd. Hoger opgeleide vrouwen werken het vaakst in grotere banen (minimaal 28 uur), evenals jonge vrouwen met een partner en zonder kinderen.
Het gemiddelde aantal gewerkte uren door vrouwen ligt sinds 2006 op 26,4 uur per week, bij mannen is dat 38,2 uur. Moeders met een partner werken de minste uren, vaders met een partner de meeste. Veel vrouwen willen meer werken (niet te veel, een halve dag per week). Check in de bruto netto check wat meer werken netto oplevert.

 

Economisch zelfstandig

Vrouwen vinden het net als mannen leuk en belangrijk om betaald werk te hebben vanwege de zelfontplooiing en de contacten met anderen. Maar ze zijn minder dan mannen gericht op doorstroming naar een hogere functie en een hoger inkomen. Ook voelen zij veel minder vaak de financiële noodzaak om te werken. Slechts de helft van de werkende vrouwen is economisch zelfstandig en verdient dan dus meer dan 70% van het netto minimumloon. Check minimumloon.

 

Prettig flexibel werken

Een goede werksfeer is belangrijker dan flexibel kunnen werken. Het zijn vooral moeders die waarde hechten aan flexibel werken. Vaker thuis werken en vrij kunnen nemen voor een ziek kind of familielid. Veel vrouwen willen meer werken (niet te veel, een halve dag per week) als ze meer flexibiliteit in de werktijden of -plaats hebben. De zorg voor kinderen of gezin is voor vrouwen steeds minder vaak een reden om niet te willen of kunnen werken. Zie kinderopvang.

 

Waar vrouwen het liefst werken

Een kwart van de werknemers, vrouwen en mannen, heeft zeggenschap over de werktijden, vooral in het openbaar bestuur en bij financiële instellingen. Thuiswerken neemt toe, vooral bij vrouwen (van 28% naar 32% in 5 jaar tijd), in het onderwijs en in de informatie- en communicatiesector het meest. In het bedrijfsleven maken vrouwen een derde uit van alle werkers, in de niet-commerciële dienstverlening tweederde. Vooral de gezondheidszorg is met acht op de tien vrouwen een echte vrouwensector. De zorg is tevens de enige sector waarin meer vrouwen dan mannen een managementpositie bekleden. Maar net als in de andere sectoren blijft ook hier het aandeel vrouwelijke managers beduidend achter bij het aandeel vrouwen dat er werkzaam is. Zie in de Salaris Check wat mannen en vrouwen verdienen in verschillende sectoren, met of juist zonder leidinggevende positie.

 

Baby’s leiden minder vaak tot kleinere banen

Steeds meer vrouwen blijven evenveel uren doorwerken na de geboorte van het eerste kind, gemiddeld 28 uur per week. Na het tweede of volgende kind is dat ongeveer 24 uur. Eén op de tien vrouwen stopt nog met werken na de geboorte van het eerste kind. Pas als het jongste kind de basisschool verlaat, gaan moeders weer iets meer uren werken. Moeders (49%) nemen vaker ouderschapsverlof op dan vaders (27%).

 

Van alles meer: opleiding, geld en kinderopvang

Het gebruik van formele kinderopvang (kinderdagverblijf, gastouder) door werkende ouder(s) met kinderen tot 4 jaar is gedaald van 49% in 2009 naar 44% in 2011. De opvang door familie of vrienden nam juist toe, ook bij kinderen van 4-12 jaar. In gezinnen met hoogopgeleide moeders wordt het meest gebruik gemaakt van formele opvang: 59% tegenover 36% en 25% bij middelbaar en laagopgeleide moeders.

 

Meer zelfvertrouwen komt met een baan

45% van de laagopgeleide vrouwen geven zichzelf weinig kans op betaald werk en ze zijn er ook niet naar op zoek. Hun arbeidsdeelname is laag. Ze zien zichzelf als weinig interessant voor werkgevers. Maar iets meer dan een derde denkt betaald werk goed aan te kunnen en slechts 28% heeft een goed beeld van het type functies waarin zij terecht zouden kunnen komen. Werken ze eenmaal dan wordt hun (zelf) beeld positiever. Een positief zelfbeeld helpt ook bij een baan vinden.

 

Kinderen en werk gaan prima samen

Bij (gehuwd) samenwonende jonge moeders is de arbeidsdeelname gestegen. Bij moeders met een partner is de economische zelfstandigheid in tien jaar tijd ook steeds verder toegenomen. Ook moeders met meerderjarige kinderen en oudere vrouwen werkten in 2011 vaker dan in 2008. Maar bij jonge vrouwen zonder kinderen nam de arbeidsdeelname af. Een derde van de niet economisch zelfstandige vrouwen heeft geen eigen inkomen of volgt een opleiding of studie. Een derde ontvangt een uitkering, meestal wegens arbeidsongeschiktheid. Nog eens een derde deel heeft weliswaar betaald werk, maar verdient daarmee minder dan het bijstandsniveau.

Check Minimumloon

Check Salaris per beroep

Doe de salaris Enquete

 
Loading...