Arresten Hof van Justitie van de Europese Unie rond vakantiegeld en vakantieuren

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in de afgelopen jaren een aantal uitspraken gedaan over het Europees arbeidsrecht en vakantie.

Overwerktoeslag

Vakantie-uren moeten meetellen voor berekening overwerktoeslag

In de zaak Koch ging het erom dat volgens de cao de overwerktoeslag van 25% boven op het gewone uurloon pas uitbetaald werd als de werknemer in een maand 184 uur gewerkt heeft. Volgens de toepasselijke cao telden vakantie-uren niet mee als gewerkte uren. Het Hof bepaalde in januari 2022 dat dit niet in overeenstemming is met art. 31 lid 2 van het Handvest Grondrechten en art. 7 van richtlijn 2003/88. Uitgangspunt moet zijn dat een werknemer geen financieel nadeel moet ondervinden als hij vakantie opneemt. Door vakantie-uren niet mee te tellen voor de overwerktoeslag werkt dat als een prikkel om geen vakantie op te nemen, terwijl vakantie juist nodig is voor herstel. (Koch januari 2022 – C-514/20 ECLI: EU:C:2022:19).

Structureel overwerk

Loon voor structureel overwerk moet meegeteld bij vakantieloon

Betaling van het normale loon tijdens de jaarlijkse vakantieperiode is bedoeld om de werknemer in staat te stellen de vakantiedagen waarop hij recht heeft ook daadwerkelijk te genieten. Als de vergoeding tijdens de vakantie lager is dan het normale loon dat de werknemer ontvangt in perioden van daadwerkelijke arbeid, dan is de werknemer wellicht om die reden niet gemotiveerd om vakantie op te nemen. Daarom moet loon voor regelmatig overwerk volgens het Hof van Justitie EU meegeteld worden bij het loon dat de werknemer tijdens vakantie ontvangt. (Hein, december 2018 – C-385/17 ECLI:EU:C:208:1018).

UItbetaling na eind dienstverband

Ook als geen vakantie aangevraagd moet niet-opgenomen vakantie na einde dienstverband uitbetaald

Art. 7 van Richtlijn 2000/88 verbiedt de afkoop van de in de richtlijn voorgeschreven jaarlijkse vakantie (vier weken met behoud van loon). Daar is één uitzondering op: in geval van einde van het dienstverband. Kreuzinger had voor het einde van zijn dienstverband geen vakantie aangevraagd. Daarom had zijn werkgever, conform de in Berlijn geldende regels, de opgebouwde vakantierechten na het einde van het dienstverband geschrapt en geweigerd niet opgenomen vakantiedagen uit te betalen. Het Hof van Justitie EU vond een bepaling die automatisch vakantierechten schrapt (en dus ook het recht op financiële vergoeding voor niet-opgenomen vakantie) als de werknemer geen vakantie aanvraagt in strijd met art. 7 van Richtlijn 2000/88. De werkgever dient de werknemer niet alleen in de gelegenheid te stellen vakantie met behoud van loon op te nemen, maar ook aan te moedigen dat te doen. Zo nodig mag de werkgever de werknemer in kennis stellen van het risico vakantierechten te verspelen, als deze geen vakantie opneemt. Deze kennisgeving moet dan wel zorgvuldig en tijdig geschieden. (Kreuzinger, november 2018 – C-619/16 ECLI:EU-C:2018/872).

Uitbetaling voor nabestaanden

Nabestaanden recht op uitbetaling niet-opgenomen vakantie

Als een werknemer overlijdt dan valt het recht op uitbetaling van niet genoten vakantiedagen en -uren toe aan de nabestaanden van de werknemer. Daar heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitdrukkelijk over uitgesproken. (Bollacke, juni 2014 C-118/13 ECLI:EU:C:2014:1755)

Provisie in vakantieloon

Loon tijdens vakantie moet naast basisloon ook gemiddelde provisie bevatten

Sommige werknemers hebben een (laag) basisloon en daar bovenop een resultaat afhankelijke provisie. Deze provisie wordt dan in een later tijdvak uitbetaald. Het komt voor dat het provisiedeel van het loon groter is dan het basisloon. Omdat tijdens de vakantie niet gewerkt wordt ontstaat er dan ook geen recht op provisie, voor een periode na de vakantie. Dit is een financieel nadeel dat de werknemer kan weerhouden om vakantie op te nemen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie acht dit in strijd met het doel van art. 7 van richtlijn 2003/88: “jaarlijkse vakantie met behoud van loon”. Het is aan de nationale rechter om te bepalen hoe die provisie moet doorwerken in het loon tijdens de vakantie, met in achtneming van de door het Hof van Justitie geformuleerde regels en criteria. (Lock, mei 2014 C-539/12 ECLI:EU/C/:2014:351)

 
Loading...