Principeakkoord CAO Dagbladjournalisten 2007-2009

Gerelateerde CAO
Dagbladjournalisten
Looptijd
1 januari 2007 t/m 31 maart 2009

Loonmutaties en eenmalige uitkeringen
1 april 2007 structureel 2,6%
1 januari 2008 structureel 2,6%
1 december 2008 eenmalig 0,5% (over 12,96 maal het gemiddelde maandsalaris in 2008)


Arbeidsvoorwaarden
Verbetering van het functiereferentiebestand (aanscherping van functiebeschrijvingen, mogelijkheden van differentiatie benoemen, mogelijkheid van combinatiefuncties aangeven, aandacht voor multimedia en vormgeving in de nieuwe functieprofielen).


Verhoging per 1-1-2007 van het schaalmaximum van schaal 6 met E 10,49 bruto per maand en schaal 7 met E 39,50 bruto per maand. Communicatie over de uitkomsten van het evaluatieonderzoek naar de redacties, waarbij extra aandacht wordt besteed aan correcte uitvoering c.q. de objectiviteit van het nieuwe systeem van indelen en beoordelen. De nieuwe jaarlijkse beoordelingssystematiek dient in 2008, doch uiterlijk 31 december 2008, te zijn ingevoerd. Voor de beoordelingsfase zullen er cursussen worden gegeven voor chefs, hoofdredacteuren en redactiecommissies. De werkgever kan op voordracht van de hoofdredacteur aan journalisten die in enig jaar een excellente beoordeling hebben gekregen (niveau A, zoals omschreven in de nieuwe beoordelingssystematiek in de CAO) èn hun schaalmaximum hebben bereikt, een éénmalige uitkering / bonus toekennen. De eindevaluatie zal conform de afspraken uit 2006 plaatsvinden in de loop van dit jaar. Indien naar het oordeel van CAO partijen de eindevaluatie daartoe aanleiding geeft, kunnen zonodig aanvullende afspraken worden gemaakt.


Leeftijdsbewust personeelsbeleid: de regeling extra vrije tijd oudere journalisten (20 extra vrije dagen vanaf de 55-jarige leeftijd) blijft gehandhaafd. Journalisten in de leeftijd van 60 t/m 64 jaar kunnen ervoor kiezen om in plaats van de toepassing van de Regeling extra vrije tijd oudere journalisten over een periode van maximaal twee jaar voorafgaand aan het moment van uittreden gebruik te maken van een ouderenregeling op basis van de volgende uitgangspunten: zolang na verkorting van de werktijd ten minste 80% wordt gewerkt, wordt over niet-gewerkte uren 50% van het laatstverdiende loon betaald (derhalve: 80% werken, 90% loondoorbetaling). In deze situatie behoudt de journalist recht op voortzetting van de bestaande pensioenopbouw op basis van 100% van het laatst verdiende loon direct voorafgaand aan de verkorting van de werktijd. Voor parttimers geldt deze afspraak naar rato. Voor de journalist, die aldus heeft gekozen voor verkorting van de werktijd, is de Regeling extra vrije tijd oudere journalisten voor die periode niet van toepassing.


Er is voor 2007 een nieuw Instroomproject Jonge Journalisten afgesproken. Dit project zal worden uitgevoerd onder dezelfde voorwaarden als het thans lopende project (nl. per 60 journalisten, bezien in concernverband, wordt één jonge journalist aangesteld boven de normbezetting (of gebudgetteerde bezetting) voor een periode van twee jaar. Het dienstverband dat met de jonge journalist dat in het kader van dit project is aangegaan kan na afloop van het project voor maximaal één jaar worden voortgezet, met de intentie om na afloop daarvan de jonge journalist een vast dienstverband aan te bieden. CAO-partijen hebben de bereidheid uitgesproken om in voorkomende situaties daarvoor dispensatie te verlenen. De totale periode van tijdelijke aanstelling (project jonge instroom plus verlenging) kan niet langer duren dan drie jaar.


Artikel 10.3 (Ontslag t.g.v. structuurwijziging) wordt aangepast op basis van de volgende uitgangspunten: na ontslag t.g.v. structuurwijziging wordt de WW-uitkering de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatstverdiende bruto loon met als maximum eenmaal SV-loon gedurende een periode die gelijk staat aan: 60% van de periode waarop recht bestaat op een WW-uitkering voor journalisten, die op de datum van het ontslag nog geen 40 jaar zijn en nog geen 10 jaar in dienst zijn; 80% van de WW-periode voor journalisten, die 40 jaar of ouder zijn maar nog geen 50 jaar en nog geen 10 jaar in dienst de gehele WW-periode voor journalisten, die op de datum van ontslag tenminste 10 jaar in dienst zijn of 50 jaar zijn of ouder. Voorts geldt een minimum aanvullingstermijn van 6 maanden. Voor oudere journalisten die op het moment van ontslag 60 jaar of ouder zijn en geen gebruik meer kunnen maken van de VUT-overgangsregeling geldt een 60+ regeling. Deze regeling vervangt de bestaande 57,5-jarigenregeling. De WW-uitkering wordt gedurende de eerste zes maanden aangevuld tot 95% en daarna tot 80% van het laatst verdiende bruto loon. De aansluitende IOW-uitkering wordt tot aan de pensioengerechtigde leeftijd aangevuld tot 70% van het laatst verdiende bruto loon onder verrekening van de opgebouwde prepensioenuitkering in 2004 en 2005. Voor 58- en 59-jarigen, alsmede voor 53+ers, geldt een beperkte aanvulling op de IOWuitkering tot 70% over een periode van maximaal 8 resp. 4 maanden. 


In verband met het vervallen van de zogeheten FVP (een regeling, waarbij het werknemersdeel in de pensioenpremie door de overheid wordt gecompenseerd) naar verwachting in 2008/2009, geldt voor de 60+ regeling dat de pensioenopbouw dan ook zal worden voortgezet, met dien verstande dat de pensioenpremie conform de geldende premieverdeling (werkgevers- /werknemersdeel) voor rekening komt van werkgever en journalist. Het bepaalde m.b.t. smartengeld (artikel 10.3 lid 4 van de CAO) en de zgn. kapitaaluitkering (artikel 10.3 lid 6 sub d van de CAO) is alleen van toepassing indien er bij een reorganisatie geen sociaal plan wordt / is overeengekomen, dan wel een sociaal plan wordt / is, waarin in negatieve zin van de CAO wordt afgeweken.


Artikel 4.10 lid 1 van de CAO wordt gewijzigd. De aanvulling op de WW voor een journalist van wie de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd, zal worden aangevuld tot 80% van zijn laatstverdiende salaris, als volgt:

- bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste zes jaar: gedurende drie maanden

- bij een diensttijd bij deze werkgever van tenminste negen jaar: gedurende zes maanden.


Artikel 4.10 lid 2 e.v. en artikel 4.11 van de CAO komen te vervallen.


Wegens de invoering van wettelijke vergoedingsregeling kinderopvang per 1-1- 2007 is de regeling kinderopvang in de CAO is per 1-1-2007 vervallen.


Arbeidsomstandigheden: in het kader van de mogelijkheden van de nieuwe Arbowet is afgesproken dat CAO-partijen een Arbocatalogus zullen ontwikkelen ten behoeve van de uitgeverijsector. Afgesproken is om de Arbocatalogus uiterlijk eind 2007 beschikbaar te hebben, mede in verband met de controles van de Arbeidsinspectie die eind 2007 en begin 2008 in de sector zullen plaatsvinden.


Geschillencommissies: de Raad van Uitvoering opereert onder een roulerend voorzitterschap. De Raad behandelt onderwerpen die aan de CAO zijn gerelateerd. Verzoeken m.b.t. ontbindingen of bedrijfseigen regelingen kunnen alleen in behandeling worden genomen indien beide partijen in geding daarom verzoeken. De betreffende reglementswijziging gaat in per 1 januari 2008.


Voor de kosten van onderzoek en toetsing van pensioenregelingen door de Pensioenkamer wordt bij de werkgevers een jaarlijkse premie geheven van 0,013 %.


Protocollaire bepalingen: de paritaire studiecommissie Modernisering van de CAO zal haar werkzaamheden vervolgen en rapporteert gedurende de looptijd van de CAO. Partijen zullen gedurende de looptijd van de CAO een onderzoek doen naar de mate in hoeverre op redacties gebruik wordt gemaakt van gedetacheerde journalistieke medewerkers op basis van zgn. payroll- of uitzendconstructies om te beoordelen of er mogelijk sprake is van ongewenste situaties.


Redactioneel : Artikel 9.7 (Fiscaal vriendelijke verrekening contributie NVJ) zal redactioneel worden verduidelijkt.

Bron: FlexService Solutions, 14 juli 2007. via CAOWijzer.com | altijd de juiste inlenersbeloning
 
Loading...