CAO VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS-,

VASTGOEDONDERHOUD- EN GLASZETBEDRIJF

IN NEDERLAND SAVG

New

1 oktober 2021 tot en met 31 oktober 2025

HOOFDSTUK 1 OVER DE OVEREENKOMST

Artikel 1

WERKINGSSFEER

1. De bepalingen van deze overeenkomst zijn – met inachtneming van de definities genoemd in dit

artikel en van de beperkingen omschreven in lid 6 en lid 7 van dit artikel – van toepassing op

bedrijven waarin en voor zover daarin het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf als hoofdbedrijf of

als wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering wordt uitgeoefend.

2. Onder hoofdbedrijf wordt in de werkingssfeer van deze CAO verstaan het uitoefenen van het

schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf, waarbij het aantal betrokken werknemers groter is dan het

aantal werknemers, dat werkzaamheden verricht op het gebied van een andere bedrijfstak.

3. Als wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering wordt voor de toepassing van deze overeenkomst

beschouwd uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf door een afdeling van een

bedrijf, die tevens werkzaamheden op het gebied van (een) andere bedrijfstak(ken) verricht, indien

het personeel van die afdeling in de regel niet wordt uitgewisseld met (een) andere afdeling(en), die

werkzaamheden verricht(en) op het gebied van (een) andere bedrijfstak(ken), of indien die afdeling

administratief en/of organisatorisch als een afzonderlijke eenheid is te beschouwen.

4. Onder uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf wordt verstaan het bedrijfsmatig

verrichten van een of meer der volgende werkzaamheden:

a. het aan of in roerende en onroerende goederen aanbrengen van verven, lak, coatings of

soortgelijke producten, ongeacht de applicatiemethode- of techniek, alsmede het verrichten

van de daarbij behorende werkzaamheden ter voorbereiding en nabewerking, zoals het

repareren, egaliseren, schoonmaken, voorbehandelen, reinigen, ontvetten, ontroesten,

aanbrengen van grondlagen, hechtlagen en tussenlagen en het vervoeren, opstellen,

demonteren en monteren van objecten;

b. het aanbrengen van behangsel en andere te plakken afwerkingsmaterialen, het beschermen

en verfraaien van wanden en/of plafonds met wandbekledingsmaterialen, maar uitgezonderd

vloerbedekking, betimmeringen en gordijnen, alsmede het verrichten van de daarbij

behorende werkzaamheden ter voorbereiding en nabewerking, zoals het verwijderen van

oude wandbekleding, repareren en uitvlakken van wanden en het aanbrengen van tussenlagen;

c. het plaatsen van al of niet isolerende beglazing, beglazingssystemen en glasconstructies

(puien, wanden, deuren, ramen), zowel in bestaande als nieuwe kaders, alsmede de daarbij

behorende werkzaamheden ter voorbereiding en nabewerking, zoals verwijderen van

bestaand glas en kit, plaatsen van noodvoorzieningen, repareren van kaders en/of kozijnen,

glaslatten, hang- en sluitwerk, afwerken met kit, afdichting met rubber en schoonmaken;

d. het isoleren van spouwmuren, dakschotten en vloeren aan en in woningen en gebouwen en

andere onroerende goederen;

e. het voor de uitvoering van de werkzaamheden, als genoemd onder a t/m d, kopen en/of in

bestelling hebben en/of op voorraad houden van materialen alsmede het incidenteel verkopen

van die materialen;

f. het plaatsen van steigers als dit in verband staat met het (doen) verrichten van

bovenomschreven werkzaamheden;

g. het direct geven van technische en/of organisatorische leiding aan werknemers bij de

uitvoering van de hiervoor omschreven werkzaamheden.

5. Als bedrijven in de zin van het eerste lid van dit artikel worden ook beschouwd natuurlijke personen

en rechtspersonen, die schilderwerk in eigen beheer uitoefenen, zoals in het kader van het beheer,

respectievelijk de exploitatie van woningen, respectievelijk van gebouwen, dit voor zover deze

bedrijven of instellingen niet onder de werkingssfeer van een andere CAO of loonregeling vallen.

6. De CAO geldt ook voor bedrijven die lid zijn van OnderhoudNL en die vallen onder de werkingssfeer

van de CAO voor de vlakglasbranche, maar die dispensatie hebben van de CAO voor de vlakglasbranche.

7. Niet als uitoefening van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf in de zin van deze CAO wordt beschouwd:

a. het door industriële bedrijven aanbrengen van verf-, lak- of coatingproducten op de door die

bedrijven vervaardigde producten;

b. het uitoefenen van een classificeerbedrijf – waaronder verstaan wordt: ’het bedrijfsmatig

ontdoen van ketelsteen of roest en schoonmaken (niet zijnde schilderwerk) en huidverven van

vaartuigen en metalen oppervlakken en metalen constructies van schepen (of direct daarmee

verband houdende). Onder schoonmaken dient mede verstaan te worden het aanbrengen van

een eerste conserveringslaag in verband met zojuist genoemde reinigingswerkzaamheden’ –

tenzij de uitoefening van deze werkzaamheden geschiedt in een bedrijf waarin het schilders-,

afwerkings- en glaszetbedrijf het hoofdbedrijf is;

c. het spuiten van automobielen, tenzij dit geschiedt in een bedrijf, waarin het schilders-,

afwerkings- en glaszetbedrijf het hoofdbedrijf is.

d. het in combinatie met het uitoefenen van een groothandel in glas plaatsen van al of niet

isolerende beglazing, beglazingssystemen en glasconstructies (puien, wanden, deuren, ramen),

zowel in bestaande als nieuwe kaders, alsmede de daarbij behorende werkzaamheden ter

voorbereiding en nabewerking, zoals verwijderen van bestaand glas en kit, plaatsen van

noodvoorzieningen, repareren van kaders en/of kozijnen, glaslatten, hang- en sluitwerk,

afwerken met kit, afdichting met rubber en schoonmaken.

Artikel 2

NALEVING EN HANDHAVING

1. Partijen bij deze CAO zijn verplicht de CAO onverkort te handhaven en in voorkomende gevallen

naleving te vorderen.

2. Partijen bij deze CAO hebben een methode vastgesteld waarmee in deze bedrijfstak naleving en

handhaving van deze CAO gerealiseerd kan worden om zo uiteindelijk oneerlijke concurrentie op

arbeidsvoorwaarden te voorkomen en het gebruik van (schijn)constructies tegen te gaan. Daarmee

streven partijen bij deze CAO naar een bedrijfstak met duurzame arbeidsverhoudingen. Deze

methode is opgenomen in het reglement Naleving en Handhaving in de CAO Uitvoeringsregelingen

Schilders-, Afwerkings-, Vastgoedonderhoud- en Glaszetbedrijf.

Artikel 3

BEGRIPSBEPALINGEN

1. In deze CAO wordt verstaan onder:

a. WERKGEVER: elke natuurlijke of rechtspersoon die, bij een bedrijfsbeoefening als bedoeld in

artikel 1 van deze CAO, in Nederland arbeid doet verrichten door een of meer werknemers.

b. WERKNEMER: hij of zij, die in Nederland voor een bedrijf of een afdeling van een bedrijf als

bedoeld in artikel 1 van deze CAO, werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst;

c. WERKNEMER UTA (UITVOEREND, TECHNISCH EN ADMINISTRATIEF PERSONEEL): de werknemer, hij of zij

die in Nederland voor een bedrijf of een afdeling van een bedrijf als bedoeld in artikel 1 van

deze CAO, werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst, die uitsluitend of in hoofdzaak

een functie vervult of werkzaamheden verricht als beschreven in onder andere de volgende

referentiefuncties: administratief medewerker, secretaresse/management assistent, financieel

administratief medewerker, office manager, hoofd administratie, controller, materiaal

beheerder, werkvoorbereider, calculator, calculator/werkvoorbereider, onderhoudsadviseur/

RGS-adviseur, hoofd bedrijfsbureau, uitvoerder, projectleider of bedrijfsleider dan wel

soortgelijke functies.

2. Niet als werknemer in de zin van deze CAO worden beschouwd:

a. wakers, huishoudelijk personeel, portiers, kantinepersoneel, magazijnbedienden en bezorgers;

b. stagiaires;

c. directeuren, zij die de functie van directeur bekleden;

d. werknemer UTA, die een bruto jaarloon inclusief vakantietoeslag verdienen, dat meer

bedraagt dan het maximum premieloon in de zin van Wet financiering sociale verzekeringen.

Onder bruto jaarloon wordt verstaan het vaste loon dat op 1 januari van het contractjaar

tussen werkgever en werknemer is overeengekomen. Bij de totstandkoming van het

dienstverband in de loop van het contractjaar, geldt als bruto jaarloon het loon dat op het

moment van indiensttreding tussen werkgever en werknemer als vast loon is overeengekomen;

e. vakantiewerkers. Hieronder worden verstaan de werknemers die als regel dagonderwijs

volgen en in de periode mei tot en met augustus voor maximaal 6 weken in dienst van een werkgever zijn.

3. Overige begripsbepalingen in deze CAO:

a. OPLEIDINGSBEDRIJF: een samenwerkingsverband van werkgevers, die door de

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) zijn erkend als leerbedrijf,

waar leerlingen in het MBO in de Beroepsbegeleidende leerweg (BBL), al dan niet met een

arbeidsovereenkomst, of een Beroepsopleidende leerweg (BOL) worden opgeleid, die zelf ook

erkend zijn als leerbedrijf door SBB;

b. LEERLING: elke natuurlijke persoon voor wie of door wie een

beroepspraktijkvormingsovereenkomst met een bedrijf of opleidingsbedrijf is afgesloten

waarbij de werkgever onder de reikwijdte van de werkingssfeer van deze CAO valt;

c. LEERLING-WERKNEMER: een leerling die werkzaam is ingevolge een arbeidsovereenkomst;

d. BEROEPSPRAKTIJKVORMINGSOVEREENKOMST: de overeenkomst tussen de leerling, de werkgever en

de school (Regionaal Opleidingscentrum) in het kader van de Beroepsbegeleidende Leerweg

(BBL) zoals genoemd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB, Staatsblad jaargang 1995, nr. 501;

e. PRIS-UURLOON: het voor de werknemer volgens de CAO geldende uurloon, inclusief de eventuele FUWA-toeslag;

f. UURLOON: het voor de werknemer geldende uurloon van de voor werknemer geldende loongroep;

g. HOOGSEIZOEN: de periode van week 13 tot en met week 44;

h. LAAGSEIZOEN: de periode van week 45 tot en met week 12;

i. OPGESPAARDE UREN: de in het hoogseizoen buiten de normale werktijd in het kader van

werkspreiding gewerkte uren, die in het laagseizoen worden opgenomen en uitbetaald;

j. LEERLINGSCHAAL: de trede in de betreffende loonschaal waarin de leerling-werknemer

gedurende de opleiding door zijn werkgever kan worden ingedeeld, rekening houdend met het

niveau van de opleiding die de leerling volgt;

k. AANLOOPSCHAAL: de trede behorende bij de functie die werknemer op termijn zal gaan vervullen

en waarvoor hij nog niet over de benodigde vaardigheden en/of competenties beschikt;

l. FUWA-TOESLAG (FUNCTIEWAARDERINGSTOESLAG): toeslag bestaande uit het verschil tussen het loon

van de werknemer tot en met 5 april 2013 en het maximum van de bij zijn functiegroep

behorende loongroep vanaf 6 april 2013;

m. PLUSUREN: door de werknemer buiten de normale arbeidsduur gewerkte uren in het kader van

de Overlegregeling arbeidstijden;

n. IN OVERLEG: de werkgever en de werknemer overleggen én bereiken overeenstemming.

4. In deze overeenkomst wordt, daar waar gesproken wordt over functies, bedoeld het uitoefenen van

deze functies zowel door mannen als vrouwen; tevens dient, daar waar er in deze CAO wordt

gesproken over werknemer(s) ook bedoeld werkneemster(s).

5. Waar in deze CAO wordt gesproken over echtgenoot/echtgenote, worden zij die een geregistreerd

partnerschap zijn aangegaan en samenwonenden hiermee gelijkgesteld. Onder samenwonende

wordt verstaan een werknemer van 18 jaar en ouder, die ongehuwd is en duurzaam een

gezamenlijke huishouding voert met een ander ongehuwd natuurlijk persoon, niet zijnde ouders of

pleegouders. Een werknemer wordt geacht alleen dan een gezamenlijke huishouding te voeren indien hij:

a. met dezelfde persoon zulk een huishouding gedurende minimaal anderhalf jaar onafgebroken

heeft gevoerd en zij samen gedurende die tijd bij de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA)

waren ingeschreven op één adres, dan wel;

b. minimaal een half jaar onafgebroken een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd en een

notarieel samenlevingscontract kan overleggen.

6. De bepalingen in deze CAO, met uitzondering van de bepalingen omtrent reiskostenvergoedingen,

zullen naar rato van de omvang van de arbeidsduur worden toegepast.

7. De (arbeidsvoorwaardelijke) bepalingen in deze cao zijn van toepassing op zowel de werknemer, als

bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel, als de werknemer UTA, als bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel,

tenzij in een bepaling expliciet staat vermeld dat dit niet het geval is.

Artikel 4

BUITENLANDSE WERKNEMERS

1. In overeenstemming met de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese

Unie (WagwEU) zijn de op de hieronder genoemde gebieden algemeen verbindend verklaarde

bepalingen van deze CAO ook van toepassing op ter beschikking gestelde werknemers, die tijdelijk in

Nederland arbeid verrichten en waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beheerst door ander recht

dan het Nederlandse recht.

2. Een ter beschikking gestelde buitenlandse werknemer is iedere werknemer die tijdelijk in Nederland

werkt maar gewoonlijk in een ander land van de Europese Unie werkt. Voor deze werknemer geldt in

ieder geval het volgende.

a. Gedurende de eerste twaalf maanden: de bepalingen uit bijlage 6 van deze cao.

b. Met ingang van de dertiende maand: alle algemeen verbindend verklaarde bepalingen van

deze cao. Dit geldt niet voor de bepalingen over procedures, formaliteiten en voorwaarden

voor het sluiten en beëindigen van de arbeidsovereenkomst en over aanvullende

bedrijfspensioenregelingen.

c. De Wet AVV maakt het - onder voorwaarden - mogelijk de termijn van twaalf maanden te

verlengen tot maximaal achttien maanden.

Indien een gedetacheerde werknemer door de dienstverrichter wordt vervangen door een andere

gedetacheerde werknemer die op dezelfde plaats hetzelfde werk uitvoert, is de duur van de

detachering de totale duur van de perioden van detachering van de afzonderlijke gedetacheerde

werknemers gezamenlijk.

3. Het betreft de volgende gebieden:

a. de maximale werktijden en minimale rusttijden;

b. het minimum aantal vakantiedagen, gedurende welke de verplichting van de werkgever om

loon te betalen bestaat, en extra vergoedingen in verband met vakantie;

c. de minimumlonen, waarbij tot dit minimumloon in ieder geval behoren:

1. het geldende periodeloon in de schaal;

2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode;

3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid, waaronder

feestdagentoeslag en ploegentoeslag,

4. tussentijdse loonsverhoging;

5. kostenvergoeding: reiskosten en reistijdvergoeding, pensionkosten, maaltijdvergoeding

en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van de functie;

6. periodieken;

7. extra vergoedingen in verband met vakantie,

en waarbij niet tot dit minimumloon behoren: aanspraken op aanvullende

bedrijfspensioenregelingen en op bovenwettelijke sociale zekerheidsaanspraken en

vergoedingen boven het loon voor door de werknemer in verband met de detachering te

maken onkosten voor reizen, huisvesting of voeding;

d. de voorwaarden voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten;

e. de gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;

f. de beschermende maatregelen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en

arbeidsomstandigheden van kinderen, jongeren en zwangere of pas bevallen vrouwen;

g. de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen inzake nietdiscriminatie.

h. voorwaarden van huisvesting van werknemers, indien de dienstontvanger zoals bedoeld in

artikel 1, eerste lid, van de WagwEU huisvesting ter beschikking stelt aan werknemers die zich

niet op hun gewone werkplaats in Nederland bevinden.

4. In bijlage 6 van deze CAO worden per gebied de toepasbare artikelen of artikeldelen gedetailleerd beschreven.

Artikel 5

LOOPTIJD, VERLENGING EN BEËINDIGING VAN DEZE CAO

1. Deze CAO is aangegaan voor een periode van 4 jaar en 1 maand die begint op 1 oktober 2021 en

eindigt op 31 oktober 2025.

2. Deze CAO kan door partijen, tegen het einde van de looptijd, met inachtneming van een

opzegtermijn van 3 maanden, worden opgezegd. De opzegging dient schriftelijk te geschieden

middels een aangetekend schrijven of een deurwaardersexploot.

3. Indien de periode waarover deze CAO is afgesloten is geëindigd en deze CAO niet is opgezegd zoals

bedoeld in lid 2 van dit artikel, wordt deze geacht stilzwijgend en ongewijzigd te zijn verlengd voor maximaal 1 jaar.

Artikel 6

WIJZIGINGEN TIJDENS DE LOOPTIJD VAN DEZE CAO

1. Tussentijdse wijzigingen van deze CAO worden door partijen bij deze CAO gewaarmerkt en alsnog aan deze CAO gehecht.

2. In gezamenlijk en regulier overleg zal door partijen bij deze CAO worden nagegaan of, en zo ja op

welke wijze voorzieningen nodig zijn om een en ander, met inachtneming van de dan geldende weten regelgeving, te wijzigen.

Artikel 7

RECHTSOPVOLGING VAN PARTIJEN BIJ DEZE CAO

In geval van fusie, overname, verkoop of faillissement, staan partijen bij deze CAO er tegenover elkaar voor

in, dat hun wederzijdse rechten en verplichtingen die uit deze CAO voortvloeien, zullen mogen en moeten

worden overgenomen door de rechtsperso(o)n(en), die daartoe door enige partij schriftelijk aan de

wederpartij zal (zullen) worden aangewezen.

Artikel 8

UITZENDKRACHTEN

1. De werkgever als bedoeld in artikel 1 van deze CAO zal bij de inzet van uitzendkrachten uitsluitend

gebruik maken van uitzendbedrijven die geregistreerd zijn bij Stichting Normering Arbeid (SNA) en

het SNA-keurmerk hebben. De werkgever vergewist zich daar van.

Uitzendkrachten zullen conform de toepasselijke uitzend CAO worden beloond waarbij geldt dat

uitzendkrachten recht hebben op de volgende arbeidsvoorwaarden uit deze CAO:

a. het geldende periodeloon in de schaal;

b. arbeidsduurverkorting gecompenseerd in tijd of geld;

c. alle toeslagen;

d. alle (on)kostenvergoedingen, belast of onbelast;

e. initiële loonsverhogingen;

f. periodieke verhogingen;

g. eenmalige uitkeringen.

2. Indien werkgever uitzendkrachten inleent zal hij controleren of het uitzendbureau de toepasselijke

CAO op het gebied van lonen en vergoedingen naleeft.

Artikel 9

DISPENSATIE

1. Partijen bij deze CAO zijn gezamenlijk bevoegd dispensatie te verlenen van de toepassing van één of

meer bepalingen van deze CAO.

2. Partijen bij deze CAO dragen de behandeling van dispensatieverzoeken over aan de

Dispensatiecommissie, waarin partijen bij deze CAO ieder met maximaal 2 leden zitting hebben. De

leden worden benoemd door partijen bij deze CAO.

3. Een gemotiveerd dispensatieverzoek dient door de betreffende werkgever te worden ingediend bij

het secretariaat van partijen bij deze CAO.

4. In een dispensatieverzoek dienen de volgende gegevens te zijn opgenomen:

a. de naam, het adres en de woonplaatsgegevens van de werkgever indien voor alle werknemers

dispensatie wordt gevraagd;

b. de naam, het adres en de woonplaatsgegevens van de werkgever en de werknemers, indien

een werkgever voor een gedeelte van zijn werknemers dispensatie vraagt;

c. van welke bepalingen van de CAO dispensatie wordt gevraagd;

d. een nauwkeurige beschrijving van de aard en het bereik van het dispensatieverzoek;

e. de periode waarvoor dispensatie wordt gevraagd;

f. de motivering van het verzoek.

5. De Dispensatiecommissie stuurt de indiener van een dispensatieverzoek binnen 2 weken na de

ontvangst van het verzoek een ontvangstbevestiging en vermeldt daarin tevens wanneer de

Dispensatiecommissie het verzoek behandelt.

6. Op een dispensatieverzoek wordt door de Dispensatiecommissie binnen 13 weken na ontvangst van

het verzoek schriftelijk en gemotiveerd een besluit genomen. Binnen deze termijn kan de

Dispensatiecommissie de werkgever en de werknemers die het betreft verzoeken om een nadere

(mondelinge) toelichting te geven. Een verzoek om nadere toelichting wordt automatisch verlengd

met de termijn gerekend vanaf het verzoek tot de ontvangst van de nadere toelichting.

7. Een dispensatieverzoek kan alleen worden toegekend indien:

a. voldaan wordt aan de criteria die zijn benoemd in de bepaling(en) waarvan dispensatie wordt gevraagd;

b. de werkgever aantoont dat van zodanige zwaarwegende omstandigheden sprake is dat in

redelijkheid niet van hem kan worden verlangd dat één (1) of meer bepalingen van deze CAO

op hem van toepassing zijn;

c. de door de werkgever voorgestelde dan wel toegepaste arbeidsvoorwaarde((n)regeling(en))

niet in strijd is (zijn) met wettelijke bepalingen.

8. Indien een dispensatieverzoek wordt toegekend dan geldt deze dispensatie vanaf de datum van

toekenning en niet met terugwerkende kracht. De beslissing op een dispensatieverzoek is bindend.

9. Indien een dispensatieverzoek niet wordt toegekend dan kan de verzoeker binnen 6 weken een

klacht indienen bij partijen bij deze CAO. Deze klacht bevat steekhoudende argumenten op grond

waarvan de afwijzing naar de mening van de verzoeker op onjuiste gronden is genomen.

10. Aan het indienen van een dispensatieverzoek en de behandeling daarvan zijn voor de verzoeker(s), geen kosten verbonden.

11. Door partijen bij deze CAO en de dispensatiecommissie worden aan derden geen mededelingen

gedaan over een ingediend dispensatieverzoek.

12. De dispensatiecommissie kan dispensatie van deze CAO verlenen aan de werkgever die lid is, en op

28 mei 2018 reeds lid was van Bouwend Nederland, vakgroep GBO, en tevens aangesloten is, en op

28 mei 2018 reeds aangesloten was bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in

Vlakglas, de Groothandel in Verf, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf en onder de werkingssfeer van deze CAO valt.

13. De dispensatiecommissie houdt een lijst bij van dispensatiebesluiten.

HOOFDSTUK 2 OVER DE ARBEID

Artikel 10

ARBEIDSOVEREENKOMST

1. De werknemer ontvangt een schriftelijke, mede door de werkgever ondertekende en gedateerde,

arbeidsovereenkomst, waarin tenminste wordt opgenomen:

a. naam en adres van de werkgever en de werknemer;

b. de aard en de duur van de arbeidsovereenkomst;

c. de datum van indiensttreding;

d. de functie van de werknemer, de functie-indeling en/of de aard van de arbeid;

e. de standplaats;

f. de proeftijd;

g. de in acht te nemen opzegtermijnen;

h. het loon en de wijze en het moment van uitbetaling;

i. de arbeidsduur per dag, per week, per 4 weken of per maand;

j. de aanspraak op vakantiedagen en vakantietoeslag;

k. de deelname aan een pensioenregeling.

2. De werkgever en de werknemer verklaren beiden in de arbeidsovereenkomst dat deze CAO

onverkort van toepassing is. De werknemer retourneert een ondertekend exemplaar aan de werkgever.

3. ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD WERKNEMERS TOT EN MET FUNCTIEGROEP 6.

a. De aanvangsdatum én het einde van de arbeidsovereenkomst zijn bepaald. De

arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen tijd is

verstreken. Dit geldt zonder dat voorafgaande opzegging vereist is.

b. De arbeidsovereenkomst kan tussentijds worden opgezegd indien dat recht schriftelijk is

overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Voor het beëindigen van de

arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

c. De aard van de bedrijfsvoering in de bedrijfstak wordt gekenmerkt door projectmatig werken

en daarmee gepaard gaande financiering, en de afhankelijkheid van klimatologische en

natuurlijke omstandigheden, die grotendeels seizoensmatig bepaald zijn. Gelet hierop geldt

voor alle functies tot en met functiegroep 6, met uitzondering van die functies waar het

kantoor gebonden werkzaamheden betreft, dat in afwijking van het bepaalde in artikel 7:668a, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek:

1. de totale duur van de arbeidsovereenkomst dan wel een keten van

arbeidsovereenkomsten maximaal 48 maanden bedraagt;

2. de arbeidsovereenkomst maximaal 5 keer kan worden verlengd en dan telkens van

rechtswege eindigt zonder dat voorafgaande opzegging is vereist. Wanneer de

arbeidsovereenkomst, na 5 keer te zijn verlengd wordt voortgezet, dan wordt deze 7e

arbeidsovereenkomst van rechtswege geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. De

werkgever kan maximaal 6 arbeidsovereenkomsten afsluiten;

3. voor het bepalen van de totale duur van een keten van arbeidsovereenkomsten, worden

onderbrekingen met een maximum van 3 maanden meegeteld.

4. ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD WERKNEMERS VANAF FUNCTIEGROEP 7 EN

FUNCTIES WAAR HET KANTOORGEBONDEN WERKZAAMHEDEN BETREFT

a. De aanvangsdatum én het einde van de arbeidsovereenkomst zijn bepaald. De

arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen tijd is

verstreken. Dit geldt zonder dat voorafgaande opzegging vereist is.

b. De arbeidsovereenkomst kan tussentijds worden opgezegd indien dat recht schriftelijk is

overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. Voor het beëindigen van de

arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

c. De totale duur van de arbeidsovereenkomst dan wel een keten van arbeidsovereenkomsten

bedraagt maximaal 24 maanden. Onderbrekingen worden, voor het bepalen van de totale

duur van een keten van arbeidsovereenkomsten, met een maximum van 6 maanden meegeteld.

d. de arbeidsovereenkomst kan maximaal 2 keer worden verlengd en eindigt dan telkens van

rechtswege met inachtneming van lid 8 van dit artikel. Wanneer de arbeidsovereenkomst, na 2

keer te zijn verlengd wordt voortgezet, dan wordt deze 4e arbeidsovereenkomst van

rechtswege geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. De werkgever kan maximaal 3

arbeidsovereenkomsten afsluiten.

5. ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJD

Alleen de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst staat vast. Voor het beëindigen van de

arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

6. ARBEIDSOVEREENKOMST LEERLING-WERKNEMERS IN DE BBL

Voor werknemers waarmee een arbeidsovereenkomst is aangegaan in verband met een

beroepsbegeleidende leerweg (BBL) krachtens artikel 7.2.2 van de Wet educatie en

beroepsonderwijs geldt de ketenregeling niet.

7. PROEFTIJD

a. Een proeftijd dient schriftelijk in de arbeidsovereenkomst te worden overeengekomen.

b. Afhankelijk van de overeengekomen duur van de arbeidsovereenkomst dient de volgende

maximale proeftijd te worden aangehouden:

1. bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 6 maanden of korter: geen proeftijd;

2. bij een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd van langer dan 6 maanden en korter dan

12 maanden: 1 maand proeftijd;

3. bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 12 maanden of langer alsmede voor

een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: 2 maanden proeftijd;

4. een kortere of geen proeftijd dient eveneens in de arbeidsovereenkomst te worden overeengekomen.

c. Gedurende de proeftijd is het zowel aan de werkgever als de werknemer toegestaan het

dienstverband te beëindigen zonder dat daarbij een opzegtermijn in acht genomen hoeft te worden.

d. Bij het verlengen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dezelfde functie kan geen

proeftijd meer worden overeengekomen.

8. AANZEGTERMIJN

a. De werkgever is verplicht minimaal 1 maand voor de afloop van een arbeidsovereenkomst met

een looptijd van 6 maanden of langer, de werknemer schriftelijk te informeren of de

arbeidsovereenkomst zal worden verlengd én onder welke voorwaarden.

b. Bij het niet tijdig aanzeggen is de werkgever een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding

wordt naar rato berekend met een maximum van 1 bruto maandloon.

c. De werknemer dient deze vergoeding binnen 2 maanden na afloop van de

arbeidsovereenkomst bij de werkgever te claimen.

9. OPZEGTERMIJN.

a. De opzegging dient, vóór het einde van de maand, schriftelijk te geschieden. Dit is anders

wanneer partijen in de arbeidsovereenkomst anders zijn overeengekomen.

b. De door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn bedraagt bij een bij een

arbeidsovereenkomst, die op de dag van opzegging:

1. korter dan 5 jaar heeft geduurd: 1 maand;

2. 5 jaar of langer heeft geduurd: 2 maanden.

c. De opzegtermijn voor de werknemer bedraagt 1 maand, tenzij partijen in de

arbeidsovereenkomst een andere termijn zijn overeengekomen.

Artikel 11

EINDE ARBEIDSOVEREENKOMST

1. De arbeidsovereenkomst eindigt:

a. door een ontslag op staande voet;

b. door opzegging tijdens de proeftijd;

c. bij het overlijden van de werknemer;

d. door de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter;

e. met wederzijds goedvinden;

f. door opzegging onder opgave van redenen door de werkgever na het verkrijgen van een

ontslagvergunning van het UWV;

g. van rechtswege op de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;

h. van rechtswege op de einddatum van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.

2. Opzegging van het dienstverband door de werknemer geschiedt met inachtneming van de

opzegtermijn, zoals bedoeld in artikel 10, lid 9 van deze CAO.

3. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst dient de werkgever desgevraagd aan de werknemer een

getuigschrift te verstrekken. Het getuigschrift vermeldt:

a. de aard van de werkzaamheden en de arbeidsduur per dag of per week;

b. de datum van indienst- en uitdiensttreding;

c. een opgave van de wijze waarop de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan;

d. een opgave van de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.

Artikel 12

ARBEIDSDUUR

1. Indien en voor zover in deze CAO niets is bepaald over arbeidstijden zijn de bepalingen van de

regeling arbeidstijden, zoals opgenomen in bijlage 8 van deze CAO, onverkort van toepassing. Voor

werknemers jonger dan 18 jaar gelden de aanvullende bepalingen van de regeling arbeidstijden voor

werknemers van 16 en 17 jaar in bijlage 8 van deze CAO.

a. De normale arbeidsduur bedraagt: 7,5 uur per werkdag, c.q. 37,5 uur per werkweek.

b. De werkweek loopt van maandag tot en met vrijdag.

c. Indien wordt gewerkt volgens een jaarmodel, de regeling meertijdwerk of de overlegregeling

arbeidstijden, kan de normale arbeidstijd worden verlengd

d. Het maximaal aantal te werken uren per dag (inclusief, pauze, overwerk en reistijd) bedraagt: 12 uur.

e. Het maximaal aantal te werken uren per loonperiode van 4 weken bedraagt: 180 uur.

f. De normale werkdag ligt tussen 6.00 uur en 19.00 uur. Van het bepaalde in dit lid mag worden

afgeweken, indien in ploegendienst wordt gewerkt.

g. In afwijking van het bepaalde in sub f van dit artikel worden voor de werknemer UTA de

dagelijkse arbeidstijd en rusttijden door de werkgever in redelijk overleg met de werknemer

UTA vastgesteld, met inachtneming van de in bijlage 8 van deze CAO opgenomen regeling arbeidstijden.

2. Indien van een werknemer wordt verlangd dat hij buiten de normen, zoals beschreven in lid 1 van dit

artikel, moet werken geldt het volgende:

a. op welke momenten wordt gewerkt, wordt na overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld;

b. bij het maken van een dienstrooster zal de werkgever zo mogelijk rekening houden met de

persoonlijke omstandigheden van de werknemer.

3. Indien de werknemer door middel van een medische verklaring of in verband met zorgtaken kan

aantonen dat hij op bepaalde tijden buiten de normen in lid 1 van dit artikel niet kan werken, is de

werkgever verplicht hier rekening mee te houden.

4. Bij ploegendienst volgens dienstrooster kan na overleg met de werknemer(s) worden afgeweken van

de in dit artikel genoemde arbeidsduur met dien verstande dat de normale arbeidsduur moet liggen

tussen maandagochtend 00.00 uur en vrijdagavond 24.00 uur en per 2 weken niet meer mag

bedragen dan 75 uur, dan wel 85 uur indien 8 uur per dag wordt gewerkt.

Artikel 13

MEERTIJDWERK

1. In overleg tussen de werkgever en de werknemer mag per dag 8 uur worden gewerkt. De tussen 7,5

en 8 uur gewerkte tijd kan worden uitbetaald in geld of worden gecompenseerd in tijd. Het tijdstip

en de wijze van opname worden in overleg tussen de werkgever en de werknemer vastgesteld.

2. Uitbetaling van de in lid 1 van dit artikel bedoelde uren geschiedt op basis van 100 procent van het

Pris-uurloon inclusief pensioenopbouw, waarbij de pensioenopbouw de totale pensioenpremie (50

procent werkgevers- en 50 procent werknemersdeel) betreft.

3. De werkgever verstrekt op of bij de loonspecificatie een specificatie van de tussen 7,5 en 8 uur per

dag gewerkte uren, de gekozen wijze van compensatie, het aantal opgenomen en uitbetaalde uren

en het saldo van deze uren.

Artikel 14

OVERLEGREGELING ARBEIDSTIJDEN

1. In afwijking van de normale arbeidstijden die zijn opgenomen in artikel 12 van deze CAO, kan een

bedrijf onder de in de volgende leden opgenomen voorwaarden gebruik maken van de

overlegregeling arbeidstijden. Daarbij gelden de volgende grenzen:

a. maximale arbeidsduur per dag: 9 uur;

b. maximale arbeidsduur per week: 45 uur;

c. maximale arbeidsduur per kwartaal: 13 keer 42,5 uur.

COLLECTIEF

2. In een bedrijf kunnen de werkgever en de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging of

bij ontbreken daarvan de personeelsvergadering gezamenlijk besluiten om gebruik te maken van de

overlegregeling arbeidstijden indien ten minste 2

/3 deel van het aantal werknemers die het betreft

daarmee instemt. Het besluit geldt voor 1 jaar en kan telkens met 1 jaar verlengd worden, indien weer ten minste 2

/3 deel van de werknemers daarmee instemt. De stemming door de werknemers

geschiedt altijd schriftelijk en anoniem. De besluitvorming wordt door de werkgever vastgelegd.

ALGEMEEN

3. Indien in een bedrijf gebruik gemaakt wordt van de overlegregeling arbeidstijden zijn de gewerkte

uren buiten de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 12 van deze CAO plusuren.

4. Plusuren zijn bedoeld om perioden van minder werkaanbod in het laagseizoen te overbruggen. Het

saldo van de plusuren is nooit meer dan 150 uren. Met in achtneming van lid 8 van dit artikel, is het

aantal te werken uren per jaar bij een volledig dienstverband maximaal het aantal werkdagen in een jaar keer 7,5 uur.

5. Over gewerkte plusuren wordt geen loon betaald, maar geldt een tijd voor tijd regeling. Over de uren

dat gespaarde plusuren in vrije tijd worden opgenomen wordt het volledige loon uitbetaald en

worden alle premies en bijdragen afgedragen. Dit betekent dat de loonbetaling gebaseerd blijft op

een reguliere werkweek van 37,5 uur.

6. Opname van plusuren gebeurt in beginsel in hele dagen. In overleg tussen de werkgever en de

werknemer kan daarvan worden afgeweken. Plusuren vervallen niet als de werknemer ziek is.

7. De werkgever verstrekt aan de werknemer bij iedere loonbetaling op of bij de loonstrook een

overzicht van de opgebouwde en opgenomen plusuren.

8. Bij einde dienstverband, of indien de overlegregeling arbeidstijden niet wordt voortgezet, of aan het

einde van het laagseizoen (week 13), worden nog resterende plusuren aan de werknemer uitbetaald.

In overleg tussen de werkgever en de werknemer kunnen maximaal 75 plusuren worden

meegenomen naar het volgende jaar.

9. Gewerkt wordt volgens een rooster dat ten minste een volle werkweek van tevoren bij de

werknemer bekend is gemaakt. De werknemer kan, bij voorkeur 2 weken voordat de werkgever het

rooster bekend maakt, zijn wensen ten aanzien van het rooster kenbaar maken.

10. Bij het maken van het rooster zal de werkgever rekening houden met de persoonlijke

omstandigheden van de werknemer. Het verzoek van een werknemer om niet onder de

overlegregeling arbeidstijden te vallen, zal de werkgever in redelijkheid overwegen. Als de

werknemer door middel van een medische verklaring of in verband met zorgtaken kan aantonen niet

aan de overlegregeling arbeidstijden of het voorgestelde rooster te kunnen deelnemen, is de

werkgever verplicht hiermee rekening te houden.

11. Indien de arbeid op een dag korter duurt dan waarvoor de werknemer maximaal een week daarvoor

was ingeroosterd, dan worden de ingeroosterde maar niet gewerkte uren toch als plusuren

aangemerkt. Dit geldt niet als het project of de betreffende opdracht eerder wordt afgerond.

12. Zaterdag is geen normale werkdag en kan alleen worden ingeroosterd met instemming van de

betreffende werknemer. De op zaterdag gewerkte plusuren worden verhoogd met een opslag van 25

procent. Indien op zaterdag gewerkt wordt buiten de grenzen van lid 1 van dit artikel of buiten het

vooraf vastgestelde rooster zijn die uren geen plusuren, maar geldt voor die uren de overwerktoeslag

als bedoeld in artikel 30 van deze CAO.

13. Indien de arbeidsduur op een dag meer dan 8 uur wordt, wordt op die dag een extra pauze

ingeroosterd van 15 minuten. Het aantal werkuren plus de reistijd is per dag maximaal 12 uur.

14. De arbeidsovereenkomst van een werknemer die in een kwartaal heeft gewerkt volgens de

overlegregeling arbeidstijden, kan niet worden beëindigd voordat de plusuren zijn opgenomen.

15. De werkgever zal bij inhuur van flexibele arbeidskrachten overeenkomen dat voor deze flexibele

arbeidskrachten dezelfde werktijden gelden als voor werknemers die gebruik maken van de overlegregeling arbeidstijden.

Artikel 15

WERKEN OP ZATERDAGEN, ZONDAGEN EN ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN

1. Met arbeid op zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen wordt bedoeld het werken op die

betreffende dagen tussen 00.00 en 24.00 uur.

2. De werknemer is niet verplicht te werken op zondagen en algemeen erkende feestdagen. Indien de

werkgever hiervan wenst af te wijken dan is dat alleen mogelijk in overleg met de werknemer.

Artikel 16

OVERWERK, VERSCHOVEN ARBEIDSTIJD EN CONSIGNATIEDIENST

1. Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid door de werknemer op verzoek van de

werkgever na 170 uur per loonperiode van 4 weken of na het aantal uren dat is afgesproken in de

overlegregeling arbeidstijden of een jaarmodel. Daarbij geldt dat:

a. een werknemer niet verplicht kan worden tot het verrichten van overwerk;

b. overwerk, ter wille van de spreiding van de werkgelegenheid, tot een minimum worden beperkt.

2. Structureel overwerk is niet toegestaan, behoudens in bijzondere gevallen, ter beoordeling aan

partijen bij deze CAO, waarbij onder structureel overwerk wordt verstaan: overwerk dat met een

vaste frequentie gedurende meerdere weken achtereen plaatsvindt.

3. Onder verschoven arbeidstijd wordt verstaan het verrichten van arbeid gedurende de normale

arbeidsduur per dag, waarbij de grenzen van de normale werkdag (tussen 6.00 en 19.00 uur) en/of

de normale werkweek (maandag tot en met vrijdag) worden overschreden.

4. Onder consignatiedienst wordt verstaan dat de werknemer buiten de normale werktijd zoals

genoemd in artikel 12, Iid 1 van deze CAO op oproep beschikbaar moet zijn om zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.

5. Bij een consignatiedienst van maandag tot en met vrijdag dient de werknemer op nader te bepalen

dagen tussen maandagmorgen 06.00 uur en zaterdagmorgen 06.00 uur buiten de normale

werktijden beschikbaar te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.

6. Bij een consignatiedienst in het weekend dient de werknemer tussen zaterdagmorgen 06.00 uur en

maandagmorgen 06.00 uur beschikbaar te zijn om op oproep zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.

Artikel 17

RAAMWERK WERKSPREIDING SCHILDERS (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 18

DEELNAME AAN RAAMWERK WERKSPREIDING SCHILDERS (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 19

AANPASSINGSGRENZEN (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 20

WERKZEKERHEID (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 21

DISPENSATIE GRENZEN WERKSPREIDING (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 22

REGISTRATIE VAN UREN (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 23

JAARMODEL

1. Bedrijven kunnen telkens 1 jaar werken volgens een jaarmodel, waarbij de werknemer in de periode

van week 13 tot en met week 12 van het volgende jaar een maximum aantal uren van 7,5 keer het

aantal werkdagen in een jaar werkt.

2. Voor het werken met een jaarmodel dient gebruik te worden gemaakt van het in bijlage 9 van deze

CAO opgenomen model.

3. Het maken van afspraken over deelname aan het jaarmodel is vrijwillig, en kan dus noch door de

werkgever, noch door de werknemer worden afgedwongen.

4. Binnen een bedrijf kan besloten worden tot deelname aan het jaarmodel, indien de meerderheid van

het aantal in het bedrijf werkzame werknemers instemt met deelname. Bij het

besluitvormingsproces kunnen werknemers zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van de bij

deze CAO betrokken werknemersorganisaties. De werkgever kan zich laten bijstaan door de bij deze

CAO betrokken werkgeversorganisatie.

5. De werknemer, die werkt volgens het jaarmodel kan door de werkgever in het jaar, waarvoor het

jaarmodel is afgesproken, niet worden ontslagen tenzij sprake is van een dringende reden of een

gewichtige reden. Vermindering of einde van de werkzaamheden is geen reden voor ontslag.

6. Het afgesloten jaarmodel dient te voldoen aan het in bijlage 9 van deze CAO opgenomen model.

Indien het overeengekomen jaarmodel niet voldoet aan het bepaalde in bijlage 9 van deze CAO dan

dient de werkgever met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van deze CAO een

dispensatieverzoek in te dienen bij het secretariaat van partijen bij deze CAO. Dispensatie wordt

verleend indien tenminste wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. over de voorgestelde afwijkingen schriftelijke overeenstemming bestaat tussen werkgever en werknemer(s);

b. het aantal in het hoogseizoen te werken uren blijft binnen de grenzen van de overlegregeling arbeidstijden.

7. In een jaarmodel wordt onder andere het volgende vastgelegd:

a. de arbeidstijden in het hoogseizoen en de arbeidstijden in het laagseizoen;

b. de omvang van het te sparen verlof dat in het laagseizoen wordt opgenomen;

c. het aantal door de werknemers in te kopen verlofdagen, indien van toepassing;

d. andere bronnen voor het sparen van verlof, zoals reisuren en overuren, en de waardering van deze bronnen.

8. Door de werknemer kunnen in het kader van een af te sluiten jaarmodel ten hoogste 9 verlofdagen

worden ingekocht. Bij inkoop van verlofdagen wordt de loonbetaling per week gebaseerd op:

a. 37,5 uur bij de inkoop van 0 verlofdagen;

b. 37 uur bij de inkoop van 3 extra verlofdagen;

c. 36,5 uur bij de inkoop van 6 extra verlofdagen;

d. 36 uur bij de inkoop van 9 extra verlofdagen.

9. Ter compensatie van de ingekochte verlofdagen ontvangt de werknemer een in het jaarmodel

overeen te komen tantième. De tantième bedraagt per uur ten minste het bedrag in de volgende tabel:

UURLOON BIJ 3 DAGEN BIJ 6 DAGEN BIJ 9 DAGEN
< 18,14 0,15 0,28 0,42
18,14 - 18,90 0,15 0,28 0,45
18,90 - 19,28 0,15 0,30 0,45
19,28 - 19,66 0,16 0,30 0,45
19,66 en hoger 0,16 0,30 0,48

10. In onderling overleg tussen werkgever en werknemer kunnen niet opgenomen uren tot een

maximum van 37,5 uur worden ingebracht in een aansluitend af te sluiten jaarmodel.

11. De werkgever is verplicht in zijn administratie een urenregistratie bij te houden volgens de

bepalingen van de Arbeidstijdenwet, waaruit het aantal gewerkte en het aantal compensatie-uren

kan worden afgeleid. Daarnaast vermeldt de werkgever op of bij iedere loonspecificatie ten behoeve

van de werknemer hoeveel uren zijn gespaard, respectievelijk zijn opgenomen, alsmede een saldo.

HOOFDSTUK 3 OVER HET LOON

Artikel 24

LOONSTROOK

Bij iedere betaling van het loon aan de werknemer voegt de werkgever een schriftelijke specificatie, die

voldoet aan de wettelijke vereisten en, indien van toepassing, tevens een opgave bevat van verstrekte

reiskosten- en overige vergoedingen.

Artikel 25

FUNCTIESTRUCTUUR

1. Er zijn 36 referentiefuncties verdeeld over 11 functiegroepen. De referentiefuncties en de

functiegroepen zijn opgenomen in bijlage 1 en 2 van deze CAO. De functieomschrijvingen zijn

opgenomen in bijlage 3 van deze CAO.

2. Een werkgever kan, indien de functieomschrijving van de werknemer niet past binnen de in deze CAO

opgenomen referentiefuncties, een bedrijfsspecifieke functieomschrijving opstellen die afwijkt van

de referentiefuncties, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 26

LOONSCHALEN

1. Het loon van de werknemer wordt ingedeeld in een van de functiegroepen als genoemd in bijlage 2

van deze CAO en is tenminste gelijk aan één van de bedragen als genoemd in bijlage 5 van deze CAO.

2. De werknemer van wie het dienstverband eindigt en die binnen 6 maanden terugkeert bij zijn laatste

werkgever, ontvangt bij terugkeer in dezelfde functie een loon dat minimaal even hoog is als toen

zijn dienstverband eindigde, inclusief eventuele FUWA-toeslag. Daarnaast wordt de systematiek van

toekenning van tredes ongewijzigd voortgezet.

3. De werknemer die langer dan één loontijdvak (een loontijdvak = 4-weken of een maand) een hogere

functie uitvoert, ontvangt een loon dat hoort bij deze hogere functie op basis van een horizontale

inschaling in de bijbehorende hogere loongroep (dezelfde trede als in de oorspronkelijke loongroep).

Dit loon geldt voor de duur van de vervanging en met ingang van het tweede loontijdvak.

4. De overgang naar de volgende trede in de loongroep vindt tot en met de middelste trede van de

loongroep plaats op basis van de volgende systematiek:

a. in oneven jaren automatisch, waarbij de beoordeling geen effect heeft op de stijging naar een

volgende trede in de loongroep;

b. in even jaren op basis van beoordeling;

na de middelste trede van de loongroep: op basis van een jaarlijkse beoordeling.

5. Overgang naar een volgende trede vindt plaats met ingang van week 25. Vindt de beoordeling niet of

niet tijdig plaats, dan heeft de werknemer tot aan het maximum van zijn loonschaal, automatisch

recht op een volgende trede.

6. Indien een werknemer nog geen 6 maanden in dienst is bij de werkgever, kan de beoordeling, dan

wel de overgang naar een volgende trede per week 25 achterwege blijven.

7. Indien sprake is van een beoordeling dient de beoordeling ten minste te voldoen aan de leidraad

voor de beoordeling. De leidraad voor de beoordeling is als bijlage 4 van deze CAO opgenomen.

8. Een werknemer resp. een werknemer UTA ontvangt nooit minder dan het voor hem geldende

wettelijk minimumloon.

Artikel 27

LOON LEERLING-WERKNEMER met ingang van leerjaar 2016/2017

Opmerking: de inhoud van dit artikel is samengevoegd met artikel 58 van deze CAO met ingang van 20 november 2017.

Artikel 28

WIJZIGINGEN, INDEXERING EN VERHOGINGEN

1. Wijzigingen, indexering en verhogingen van de uurlonen in deze CAO zullen ingaan aan het begin van

de 4-wekelijkse periode van de volle week waarin de wijzigingsdatum valt.

2. De uurlonen in de loonschalen en, indien van toepassing, de FUWA-toeslag, worden als volgt verhoogd:

a. Week 1 van 2022 met 2,75% procent structureel.

3. De loonsverhoging over de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 wordt vóór of

uiterlijk op 1 oktober 2022 door partijen bij deze CAO overeengekomen. De stijging van de uurlonen

in de loonschalen en, indien van toepassing, de FUWA-toeslag, voor de periode 1 januari 2023 tot en

met 31 december 2023 wordt gekoppeld aan de ontwikkelingen van de CBS

consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens, afgeleid juli 2021 - juli 2022). Bovenop

deze index zullen partijen met elkaar in overleg treden om te beoordelen of de ontwikkelingen in de

sector en de monitoring van de maatregelen RVU en generatiepact, zoals beschreven in artikel 63 lid

3 respectievelijk lid 4, aanleiding geven om een extra verhoging door te voeren voor de periode 1

januari 2023 tot en met 31 december 2023.

4. De loonsverhoging over de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 wordt vóór of

uiterlijk op 1 oktober 2023 door partijen bij deze CAO overeengekomen. De stijging van de uurlonen

in de loonschalen en, indien van toepassing, de FUWA-toeslag, voor de periode 1 januari 2024 tot en

met 31 december 2024 wordt gekoppeld aan de ontwikkelingen van de CBS

consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens, afgeleid juli 2022 - juli 2023). Bovenop

deze index zullen partijen met elkaar in overleg treden om te beoordelen of de ontwikkelingen in de

sector en de monitoring van de maatregelen RVU en generatiepact, zoals beschreven in artikel 63 lid

3 respectievelijk lid 4, aanleiding geven om een extra verhoging door te voeren voor de periode 1

januari 2024 tot en met 31 december 2024.

5. De loonsverhoging over de periode 1 januari 2025 tot en met 31 oktober 2025 wordt vóór of uiterlijk

op 1 oktober 2024 door partijen bij deze CAO overeengekomen. De stijging van de uurlonen in de

loonschalen en, indien van toepassing, de FUWA-toeslag, voor de periode 1 januari 2025 tot en met

31 oktober 2025 wordt gekoppeld aan de ontwikkelingen van de CBS consumentenprijsindexcijfer

(reeks voor alle huishoudens, afgeleid juli 2023 - juli 2024). Bovenop deze index zullen partijen met

elkaar in overleg treden om te beoordelen of de ontwikkelingen in de sector en de monitoring van de

maatregelen RVU en generatiepact, zoals beschreven in artikel 63 lid 3 respectievelijk. lid 4,

aanleiding geven om een extra verhoging door te voeren voor de periode 1 januari 2025 tot en met 31 oktober 2024.

6. Bij het vaststellen van de verhogingen van de uurlonen blijven procentueel vastgestelde toeslagen

gehandhaafd, en worden de in een bedrag vastgestelde toeslagen niet gewijzigd.

Artikel 29

OVERWERKTOESLAG

1. Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid door de werknemer op verzoek van de

werkgever na 170 uur per loonperiode van 4 weken of na het aantal uren dat is afgesproken in de

overlegregeling arbeidstijden of een jaarmodel.

2. Indien de werknemer de werkgever verzoekt om een dag die tot de reguliere werkweek behoort

incidenteel dan wel structureel te ruilen met een zaterdag, dan zal ook in dat geval gelden dat er

sprake is van overwerk indien het aantal gewerkte uren in een loonperiode van 4 weken (20 dagen),

het aantal van 170 uur overschrijdt.

3. Voor ieder gewerkt overuur betaalt de werkgever een toeslag van 25 procent op het PRIS-uurloon,

maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep.

4. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.

Artikel 30

TOESLAG VOOR HET WERKEN OP ZATERDAG, ZONDAG EN ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN

1. Indien de werkgever de werknemer verzoekt om te werken op zaterdag, zondag of op een algemeen

erkende feestdag dan heeft de werknemer op zaterdag recht op een toeslag van 40 procent van het

PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer

toepasselijke loongroep en op zondag en op een algemeen erkende feestdag recht op een toeslag

van 100 procent van het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de

voor de werknemer toepasselijke loongroep..

2. Indien de werknemer de werkgever verzoekt om op een zaterdag, zondag of een algemeen erkende

feestdag te werken, en de werkgever honoreert dit verzoek, dan vervalt daarmee de toeslag.

3. Indien de werknemer de werkgever verzoekt een zaterdag, zondag of een algemeen erkende

feestdag om te ruilen met een niet algemeen erkende feestdag, en de werkgever honoreert dit

verzoek, dan vervalt daarmee de toeslag.

Artikel 31

TOESLAG PLOEGENDIENST

1. Voor werknemers die in ploegendienst werken zal het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon

gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep, worden verhoogd met een

toeslag van 10 procent in geval van 2-ploegendienst en met een toeslag van 15 procent in geval van 3-ploegendienst.

2. Voor de bij ploegendienst tussen 18.30 uur en de volgende ochtend 06.00 uur vallende uren zal het

PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer

toepasselijke loongroep, in zijn totaliteit worden verhoogd met 25 procent. De in lid 1 van dit artikel

genoemde toeslagen worden geacht in dit percentage te zijn opgenomen, zodat cumulatie niet plaats zal vinden.

3. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.

Artikel 32

TOESLAG CONSIGNATIEDIENST

1. De werknemer heeft voor een consignatiedienst recht op een toeslag.

VAKVOLWASSEN WERKNEMER:

a. 10 euro bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op maandag tot en met vrijdag;

b. 25 euro bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen.

WERKNEMERS IN EEN LEERLING- OF AANLOOPSCHAAL:

c. 5 euro bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op maandag tot en met vrijdag;

d. 12,50 euro bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen.

2. Indien de werknemer tijdens een consignatiedienst daadwerkelijk wordt opgeroepen (uitruk), heeft

hij recht op de hierna volgende toeslag.

VAKVOLWASSEN WERKNEMER:

a. 30 euro bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op maandag tot en met vrijdag;

b. 45 euro bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen;

WERKNEMERS IN EEN LEERLING- OF AANLOOPSCHAAL:

c. 15 euro bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op maandag tot en met vrijdag;

d. 20 euro bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen.

3. Een uitruk wordt geacht maximaal 75 minuten te duren gerekend vanaf het huisadres van de

werknemer. Duurt een uitruk langer dan 75 minuten, dan wordt de toeslag verdubbeld.

4. De werkgever en de werknemer bepalen in overleg of de toeslag voor een consignatiedienst dan wel

een daadwerkelijke oproep zal plaatsvinden in geld of in vrije tijd. Indien de vergoeding plaatsvindt in

vrije tijd dan bepalen de werkgever en de werknemer in overleg wanneer deze vrije tijd wordt

opgenomen. Indien de opname in tijd om zwaarwegende redenen niet mogelijk is, volgt alsnog uitbetaling in geld.

5. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.

Artikel 33

TOESLAG VERSCHOVEN ARBEIDSTIJD

1. In het geval van verschoven arbeidstijd, zal aan de werknemer, voor de buiten de normale werkdag

(tussen 6.00 en 19.00 uur) en/of de normale werkweek (maandag tot en met vrijdag) vallende uren

een toeslag boven het PRIS-loon, maar ten hoogste over het uurloon gelijk aan het midden van de

voor de werknemer toepasselijke loongroep, worden betaald van 25 procent.

2. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.

HOOFDSTUK 4 OVER VERGOEDING NIET GEWERKTE ARBEIDSTIJD

Artikel 34

ARBEIDSONGESCHIKTHEID

1. In geval van arbeidsongeschiktheid heeft de werknemer, met inachtneming van het wettelijk

minimumloon, aanspraak op doorbetaling van loon conform artikel 7:629 lid 1 van het Burgerlijk

Wetboek volgens de volgende staffel:

a. 1e periode van 26 weken: 95 procent;

b. 2e periode van 26 weken: 90 procent;

c. 3e periode van 26 weken: 85 procent;

d. 4e periode van 26 weken: 70 procent.

2. Gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer recht op zijn volledige

pensioenopbouw zoals dat gold tijdens het verrichten van arbeid. In het 2 e jaar van

arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw premievrij voortgezet.

3. Indien de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door het niet gebruiken van persoonlijke

beschermingsmiddelen dan wel het niet opvolgen van schriftelijke aanwijzingen door de werkgever

of een door de werkgever ingeschakelde arbeidsdeskundige of veiligheidskundige, wordt de

loondoorbetalingsverplichting van de werkgever vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid,

in afwijking van lid 1 van dit artikel, beperkt tot 70 procent van het loon. Gedurende de eerste 52

weken heeft de werknemer tenminste recht op het voor hem geldende wettelijk minimumloon.

4. De werkgever is gerechtigd bij de 2e en 3e

ziekmelding binnen één kalenderjaar telkens 1 wachtdag in

acht te nemen. De werkgever is met ingang van 1 oktober 2019 gerechtigd bij de 1e, 2e en 3e

ziekmelding binnen één kalenderjaar telkens 1 wachtdag in acht te nemen. Over wachtdagen is de

werkgever geen loon verschuldigd. In dit kader worden perioden van arbeidsongeschiktheid

samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen.

OPBOUW VAKANTIEDAGEN TIJDENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID

5. Met ingang van 1 januari 2012 worden de wettelijke vakantiedagen ook tijdens

arbeidsongeschiktheid opgebouwd.

6. De opbouw van de bovenwettelijke vakantiedagen wordt beperkt tot maximaal een half jaar per

ziektegeval. Een ziektegeval eindigt op het moment dat de werknemer zijn werkzaamheden weer volledig heeft hervat.

7. Indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden gedeeltelijk hervat, bouwt

de werknemer bovenwettelijke dagen op over dat gedeelte.

8. Indien de arbeidsongeschiktheid van de werknemer is veroorzaakt door een gebeurtenis waarvoor

een derde aansprakelijk is, kan de werkgever het op grond van lid 1 van dit artikel betaalde loon met

in achtneming van het bepaalde in artikel 6:107a van het Burgerlijk Wetboek verhalen op deze

aansprakelijke derde. De werknemer is verplicht aan de werkgever zijn medewerking te verlenen bij

het instellen van een regresvordering door deze werkgever.

INVALIDITEITSPENSIOEN

9. De Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf verzorgt een

invaliditeitspensioen voor de werknemer, die op of na 25 januari 1994 recht heeft verkregen of

verkrijgt op een WAO-uitkering.

OVERLIJDEN

10. Ingeval de werknemer tijdens het werk dan wel op weg van of naar het werk overlijdt, zal de

werkgever de kosten van het vervoer van het stoffelijk overschot naar de woonplaats van betrokkene

vergoeden aan de nagelaten betrekkingen dan wel aan degene(n), die de kosten van vervoer

gedragen heeft (hebben). Dit is niet van toepassing indien de woonplaats van de werknemer gelegen

is buiten Nederlands grondgebied.

11. Bij het overlijden van de werknemer ontvangen de nagelaten betrekkingen van de werknemer het

volledige loon over de maand waarin het overlijden plaatsvond, vermeerderd met een bedrag dat

gelijk is aan het loon over 2 maanden. Voor de toepassing van deze bepaling wordt krachtens de wet

onder nabestaanden verstaan de langstlevende der echtgenoten van wie de werknemer niet

duurzaam gescheiden leefde, bij het ontbreken daarvan, de minderjarige wettige of natuurlijke

kinderen of bij het ontbreken daarvan degene die door de werknemer werd verzorgd. Op deze

uitkering wordt een eventuele overlijdensuitkering van BPF Schilders in mindering gebracht.

Artikel 35

WERKLOOSHEID geldig tot en met 31 december 2016 (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 36

ONWERKBAAR WEER

1. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden

gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze

weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.

2. Indien er sprake is van onwerkbaar weer volgens lid 4 van dit artikel en de in lid 3 van dit artikel

opgenomen wachtdagen in acht zijn genomen, vervalt de loondoorbetalingsverplichting van de

werkgever. Artikel 7:628, lid 1 tot en met 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt uitdrukkelijk uitgesloten.

3. Met ingang van 1 januari 2021 gelden in het geval van arbeidsverhindering vanwege onwerkbaar weer

de volgende (wettelijke) wachtdagen:

a. bij vorst, ijzel of sneeuwval: 2 wachtdagen in de periode van 1 november tot en met 31 maart van

het daarop volgend jaar, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden;

b. bij overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op

een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent: 19 wachtdagen per

kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden;

c. bij hitte: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van hitte niet gewerkt kan worden.

Op deze dagen betaalt de werkgever het loon door van de werknemer.

4. Onder onwerkbaar weer wordt verstaan:

a. Er is sprake van vorst of sneeuwval in de periode van 1 november tot en met 31 maart en één

of meer van de volgende vorstnormen is gehaald:

1. de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius;

2. de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager;

3. de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager;

4. de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of

lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst of sneeuwval.

b. Er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats.

c. Er is sprake van overvloedige regenval indien het in het postcodegebied waarin de werknemer

werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent;

d. Er is sprake van hitte als een temperatuur van 40 graden Celsius of hoger is gehaald.

5. Of sprake is van een situatie, zoals omschreven in lid 4 sub a, b, c of d van dit artikel, wordt vastgesteld

door de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats. Een overzicht

met deze weerstations per postcodegebied is te vinden op www.knmi.nl.

6. Indien de werknemer recht heeft op een werkloosheidsuitkering, dan geschiedt de betaling van de

werkloosheidsuitkering door tussenkomst van de werkgever. De werkgever is verplicht de

werkloosheidsuitkering aan te vullen tot 100 procent van het vast overeengekomen brutoloon.

7. De werkgever dient de dag dat de buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet waarbij er

arbeidshinder ontstaat, melding te doen bij het UWV conform de uitvoeringsvoorschriften middels het

daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Deze melding is voor de gehele dag. Bij

omstandigheden zoals genoemd in lid 2, onder sub a en c van dit artikel dient deze melding vóór 10.00

uur ’s ochtends gedaan te worden.

8. Ter zake van een dag die bij het UWV wordt gemeld, geldt dat een werknemer op die gehele dag geen

(vervangende) werkzaamheden mag verrichten. Bovendien dient de werknemer indien de melding

betrekking heeft op vorst, sneeuwval of hitte vóór 10.00 uur in de ochtend door zijn werkgever te zijn

bericht die dag niet op het werk te hoeven verschijnen dan wel door zijn werkgever daadwerkelijk naar

huis te zijn gestuurd.

Artikel 36a

1. Artikel 36 van deze cao is niet van toepassing op het plaatsen van glas of een noodvoorziening indien

de werkzaamheden noodzakelijk en van korte duur zijn. Dit ter beoordeling van de werkgever.

2. Indien sprake is, of zal zijn, van weersomstandigheden, zoals beschreven in artikel 36 van deze cao dan

kan de werkgever de werknemer ander werk opdragen waarvoor de werknemer geschikt is. De

werknemer is verplicht deze arbeid te verrichten.

3. Indien de situatie zich voordoet, zoals beschreven in lid 1 of lid 2 van dit artikel kan de werkgever geen

melding doen bij het UWV conform artikel 36 lid 7 van deze cao. De werkgever dient aan de

werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.

Artikel 37

VAKANTIEDAGEN

1. Het vakantiejaar loopt gelijk met het kalenderjaar. De werknemer, die bij aanvang van het

kalenderjaar in volledige dienst is, heeft ieder kalenderjaar recht op:

a. < 18 jaar met startkwalificatie: 29 dagen;

b. 18 jaar en ouder: 25 dagen.

2. Bij in- of uitdiensttreding in de loop van het jaar, heeft de werknemer recht op een evenredig deel

van het aantal aan hem toekomende vakantiedagen. Indien de berekening leidt tot een aanspraak

van minder dan een halve dag dan wordt naar beneden afgerond en bij meer dan een halve dag naar boven afgerond.

3. De werknemer heeft recht op een aaneengesloten zomervakantieperiode van 3 weken, mits de

werknemer voldoende vakantiedagen heeft opgebouwd. De vakantie wordt door de werkgever

vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen, zoals een

bedrijfssluiting of het niet aanwezig zijn van voldoende leiding, zich daartegen verzet.

4. De vrijdag na Hemelvaartsdag is als verplichte vakantiedag aangewezen.

Artikel 38

WINTERSLUITING

1. COLLECTIEVE WINTERSLUITING IN 2021

Voor de collectieve wintersluiting in 2021 worden 2 weken verplicht in 2021 opgenomen. Eén week

aan het begin van het jaar. De werknemer zet hiervoor 2 vakantiedagen in op 4 en 5 januari 2021 en

3 ATV-dagen op 6, 7 en 8 januari 2021. Eén week aan het einde van het jaar. De werknemer zet

hiervoor 1 vakantiedag in op 27 december 2021 en 4 ATV-dagen op 28, 29, 30 en 31 december 2021.

2. COLLECTIEVE WINTERSLUITING BEGIN 2022

Voor de collectieve wintersluiting begin 2022 wordt 1 week verplicht opgenomen. De werknemer zet

hiervoor 2 vakantiedagen in op 3 en 4 januari 2022 en 3 ATV-dagen op 5, 6 en 7 januari 2022.

a. In geval het bedrijf een wintersluiting van 3 weken hanteert, wordt de 3e week, 5 vakantie- of

ATV-dagen, aansluitend aan de eerste 2 weken opgenomen.

b. In geval het bedrijf een wintersluiting van 2 weken hanteert, wordt de 3e week, in overleg

tussen de werkgever en de werknemer, uiterlijk in week 10, opgenomen.

c. De werkgever kan, in overleg met de werknemer, van de collectieve wintersluiting afwijken,

indien dit noodzakelijk is om opdrachtgevers tegemoet te komen in hun wens werkzaamheden

uit voeren tijdens de collectieve wintersluiting. Van de collectieve wintersluiting kan eveneens

worden afgeweken indien de door de werknemer UTA uitgevoerde taken in deze periode van

het jaar noodzakelijk zijn om voortgang van de bedrijfsvoering te kunnen garanderen. De

werkgever biedt de werknemer UTA de gelegenheid om de eventueel gemiste vakantiedagen,

uiterlijk in de eerstvolgende week 10, alsnog aaneengesloten op te nemen.

WINTERSLUITING VANAF EIND 2022

3. De werkgever is gerechtigd om in de winterperiode een periode van maximaal twee weken vast te

stellen waarin de bedrijfsactiviteiten stil liggen.

4. De werkgever is gerechtigd om na overleg met de werknemer(s) (indien aanwezig de OR of PVT) een

extra week (5 dagen aaneengesloten) vast te stellen gedurende de winterperiode waarin de

bedrijfsactiviteiten stil liggen.

5. De werknemer dient over niet-gewerkte dagen als bedoeld in lid 4 van dit artikel meeruren, ATVdagen en/of vakantiedagen op te nemen.

In bijlage 11 is een model overzicht vrije dagen opgenomen.

Artikel 39

SENIORENDAGEN - KALENDERJAAR 2016 (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 40

4-DAAGSE WERKWEEK (ook voor de werknemer UTA)

1. De werknemer die vóór 1 januari 2017 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt heeft, tot een maximum

van 25 extra verlofdagen naar evenredigheid van recht, nog de mogelijkheid om in het jaar

voorafgaand aan zijn pensionering (vroegpensioen of ouderdomspensioen) een 4-daagse werkweek te realiseren.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde werknemer die reeds in 2016 gebruik maakt van deze regeling,

krijgt maximaal 25 extra verlofdagen doorbetaald.

3. De werknemer die vóór 1 januari 2017 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, maar in 2016 nog geen

gebruik maakte van deze regeling, behoudt het recht om in het jaar voorafgaand aan zijn

pensionering (vroegpensioen of ouderdomspensioen) een 4-daagse werkweek te realiseren door:

a. het inzetten van vrije dagen (daarbij immer rekening houdend met de hoeveelheid vrije dagen

die nodig zijn voor de winter- en zomersluiting binnen het bedrijf waar de werknemer werkzaam is);

b. het inzetten van gewerkte meeruren en/of het opnemen van onbetaald verlof;

c. het aanpassen van de arbeidsovereenkomst van 5 naar 4 dagen per week.

4. De werknemer die vóór 1 januari 2017 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en die na een periode van

werkloosheid opnieuw in de bedrijfstak aan de slag gaat, kan geen recht meer doen gelden op een 4- daagse werkweek.

5. In het jaar voorafgaand aan de pensionering niet opgenomen dagen vervallen bij pensionering.

Artikel 41

AFBOUWREGELING SENIORENDAGEN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2017

1. De werknemer die vóór 1 januari 2017 de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en op wie de CAO vóór 1

januari 2017 van toepassing was en sindsdien onafgebroken van toepassing is gebleven in een

dienstverband bij dezelfde werkgever, valt binnen deze afbouwregeling van seniorendagen. Het

aantal in 2016 opgebouwde seniorendagen, wordt in deze regeling ‘bevroren’ tot aan de pensioenleeftijd.

2. De werknemer die niet het gehele jaar in dienst is, dan wel parttime werkt, heeft naar evenredigheid

recht op seniorendagen dan wel de daarbij horende vergoeding.

3. De werknemer komt, in overleg met de werkgever, tot een goede spreiding van de opname van de

seniorendagen, die binnen het bewuste kalenderjaar dienen te worden opgenomen.

4. De werknemer kan niet verplicht worden de seniorendagen op te nemen noch kan de werkgever

worden verplicht niet opgenomen dagen uit te betalen.

5. De werknemer die voor 2021 de bedrijfstak heeft verlaten, verliest het recht op seniorendagen.

6. De werknemer die in 2016 de leeftijd van 55 tot en met 59 jaar heeft bereikt:

a. heeft tot en met 2021 recht op 5 seniorendagen per jaar, de vaste vergoeding bedraagt 75 euro bruto per dag;

b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeding voor de niet op te nemen seniorendagen. De

vergoeding die jaarlijks in week 48 wordt uitbetaald, bedraagt bij een leeftijd van:

1. 55 jaar in 2016: bruto 150 euro (2 seniorendagen);

2. 56 jaar in 2016: bruto 225 euro (3 seniorendagen);

3. 57 jaar in 2016: bruto 300 euro (4 seniorendagen);

4. 58 jaar in 2016: bruto 375 euro (5 seniorendagen);

5. 59 jaar in 2016: bruto 450 euro (6 seniorendagen).

7. De werknemer die in 2016 de leeftijd van 55 tot en met 59 heeft bereikt heeft met ingang van 1

januari 2022 recht op de hieronder genoemde onbetaalde seniorendagen:

a. 55 jaar in 2016: 7 onbetaalde seniorendagen;

b. 56 jaar in 2016: 8 onbetaalde seniorendagen;

c. 57 jaar in 2016: 9 onbetaalde seniorendagen;

d. 58 jaar in 2016: 10 onbetaalde seniorendagen;

e. 59 jaar in 2016: 11 onbetaalde seniorendagen.

8. De werknemer die in 2016 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt:

a. heeft tot en met 2021 recht op 10 doorbetaalde seniorendagen per jaar, de vaste vergoeding

bedraagt 75 euro bruto per dag;

b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeding voor de niet op te nemen seniorendagen. De

vergoeding bedraagt jaarlijks in week 48 een bedrag van 150 euro bruto (2 seniorendagen);

c. heeft ná 2021 recht op 12 onbetaalde seniorendagen.

9. Voor de werknemer UTA geldt:

a. de werknemer UTA die in 2016 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, valt binnen deze

afbouwregeling van de seniorendagen

b. de werknemer UTA die op 1 januari 2017 jonger was dan 60 jaar, valt buiten deze

afbouwregeling van de seniorendagen;

c. de werknemer UTA komt, in overleg met de werkgever, tot een goede spreiding van opname

van de seniorendagen, die binnen het bewuste kalenderjaar dienen te worden opgenomen.

d. de werknemer UTA kan niet verplicht worden de seniorendagen op te nemen noch kan

werkgever worden verplicht niet opgenomen dagen uit te betalen;

e. de werknemer die vóór 2021 de bedrijfstak heeft verlaten, verliest het recht op vergoeding

van niet doorbetaalde dagen.

10. De werknemer UTA die in 2016 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt:

a. heeft tot en met 2021 recht op 10 doorbetaalde seniorendagen per jaar, de vaste vergoeding

bedraagt 75 euro bruto per dag;

b. heeft tot en met 2021, recht op een vergoeding voor de niet op te nemen seniorendagen, de

vergoeding bedraagt jaarlijks in week 48 een bedrag van 150 euro bruto (2 seniorendagen);

c. heeft na 2021 recht op 12 onbetaalde seniorendagen.

Artikel 42

SENIORENDAGEN SCHEMATISCH WEERGEGEVEN (niet voor de werknemer UTA)

LEEFTIJD 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
IN 2016 dagen

recht op

vrije tijd

doorbetaald

uitbetaald

vrije tijd

onbetaald

vrije tijd

onbetaald

vrije tijd

onbetaald

vrije tijd

onbetaald

vrije tijd

onbetaald

vrije tijd

onbetaald

55 7 5 2 7 7 7 7 7 7
56 8 5 3 8 8 8 8 8
57 9 5 4 9 9 9 9
58 10 5 5 10 10 10
59 11 5 6 11 11
60 12 10 2 12
61 12 10 2

Artikel 43

SENIORENDAGEN SCHEMATISCH WEERGEGEVEN (voor de werknemer UTA)

LEEFTIJD 2021 2022
IN 2016 dagen

recht op

vrije tijd

doorbetaald

Uitbetaald vrije tijd

onbetaald

60 10 10 2 12
61 10 10 2 12
62 10 10 2

Artikel 44

ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN

1. Op een algemeen erkende feestdag wordt in beginsel geen arbeid verricht. De werknemer heeft

recht op vrijaf met behoud van loon.

2. De werknemer kan op een algemeen erkende feestdag niet tot werken worden verplicht tenzij het

bedrijfsbelang dat noodzakelijk maakt.

3. De werknemer kan met zijn werkgever in overleg treden over het mogelijk omruilen van een

algemeen erkende feestdag voor een niet algemeen erkende feestdag.

4. Tot algemeen erkende feestdagen worden gerekend:

2022 2023 2024 2025
Nieuwjaarsdag 1 januari 1 januari 1 januari 1 januari
Goede Vrijdag 15 april 7 april 29 maart 18 april

1e Paasdag

17 april 9 april 31 maart 20 april

2e Paasdag

18 april 10 april 1 april 23 april

Koningsdag 27 april 27 april 27 april 27 april
Hemelvaartsdag 26 mei 18 mei 9 mei 29 mei

1e Pinksterdag

5 juni 28 mei 19 mei 8 juni

2e Pinksterdag 6

6 juni 29 mei 20 mei 9 juni

1e Kerstdag

25 december 25 december 25 december 25 december

2e Kerstdag

26 december 26 december 26 december 26 december

Artikel 45

VAKANTIETOESLAG 2016 (vervallen d.d. 10 oktober 2018)

Artikel 46

VAKANTIETOESLAG WERKNEMER UTA 2016 (vervallen d.d. 10 oktober 2018)

Artikel 47

VAKANTIETOESLAG 2021 TOT EN MET 2025

1. Het vakantietoeslagjaar loopt vanaf week 25 in enig jaar in:

a. 2022: van 21 juni 2021 tot en met 17 juni 2022;

b. 2023: van 20 juni 2022 tot en met 9 juni 2023;

c. 2024: van 19 juni 2023 tot en met 7 juni 2024;

d. 2025: van 17 juni 2024 tot en met 13 juni 2025;

e. 2021: van 15 juni 2020 tot en met 18 juni 2021.

2. Per bedrijf kan een andere periode worden vastgesteld, hetgeen schriftelijk aan de werknemer dient

te worden bevestigd.

3. Aan de werknemer zal jaarlijks een vakantietoeslag worden betaald van 8 procent (= 156 keer het

PRIS-uurloon). Er wordt geen vakantietoeslag berekend over meeruren en overwerk waarbij geldt dat

op grond van artikel 16 lid 2 WML de som van loon en vakantiebijslag ten minste 108% van het

minimumloon moet zijn.

4. Aan de werknemer UTA zal jaarlijks een vakantietoeslag worden betaald van 8 procent over het bij

de werkgever in het afgelopen vakantietoeslagjaar genoten vast overeengekomen loon. Er wordt

geen vakantietoeslag berekend over meeruren en overwerk waarbij geldt dat op grond van artikel 16

lid 2 WML de som van loon en vakantiebijslag ten minste 108% van het minimumloon moet zijn.

5. De uitbetaling van de vakantietoeslag zal uiterlijk plaatsvinden in de maand juni.

6. Bij beëindiging van het dienstverband zal aan de werknemer het hem op dat moment toekomende

bedrag aan vakantietoeslag worden uitbetaald, dan wel het teveel betaalde bedrag met hem worden verrekend.

Artikel 48

ARBEIDSTIJDVERKORTING (ATV)

1. ATV-dagen zijn dagen waarop niet gewerkt wordt.

2. De werknemer heeft gedurende de collectieve wintersluiting recht op 7 niet vrij opneembare ATVdagen met behoud van loon.

3. Werkgever bepaalt na overleg met de werknemer wanneer ATV-dagen worden opgenomen.

4. Indien de werknemer op ATV-dagen wegens arbeidsongeschiktheid niet kan werken, komt het recht op deze dagen te vervallen.

Artikel 49

ONBETAALD VERLOF

1. De werknemer heeft, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Wet arbeid en zorg, geen

recht op loonbetaling over perioden van calamiteiten- en kort verzuimverlof.

2. Naast de in de Wet arbeid en zorg genoemde omstandigheden heeft de werknemer recht op

onbetaald verlof bij de volgende gelegenheden:

a. bij 25- en 40-jarig huwelijksfeest of geregistreerd partnerschap van de werknemer en bij 25-,

40-, 50- en 60-jarig huwelijksfeest van zijn (schoon)ouders: 1 dag;

b. bij burgerlijk of kerkelijk huwelijk van een van de ouders, broers, zusters, kinderen, zwagers en

schoonzusters en in zijn gezinsverband opgenomen pleegkinderen, halfbroers of halfzusters: 1 dag.

Artikel 50

VERLOF MET BEHOUD VAN LOON

1. De werknemer heeft recht op 2 dagen verlof met behoud van loon voor zijn burgerlijk of kerkelijk

huwelijk of registratie van partnerschap.

2. De werknemer heeft recht op 1 dag verlof met behoud van loon voor het bijwonen van de begrafenis

van de partner, (schoon)ouder en (stief-/pleeg-)kind.

3. De werknemer heeft recht op maximaal 10 dagen palliatief verlof met behoud van loon, zijnde het

PRIS-loon, in verband met stervensbegeleiding van een terminaal zieke huisgenoot. De dagen

palliatief verlof kunnen in overleg tussen werkgever en werknemer al dan niet aaneengesloten of in

gedeelten van dagen worden opgenomen.

4. De werknemer heeft recht op 10 dagen rouwverlof met behoud van loon zijnde het PRIS-loon in

geval van overlijden van partner, kind of ouder. De ouder dient ten tijd van het overlijden op

hetzelfde adres te wonen als de werknemer. Het rouwverlof dient te worden opgenomen

aansluitend aan het calamiteiten en kort verzuimverlof als bedoeld in artikel 49, lid 1 van deze CAO.

5. De werknemer heeft na de bevalling van de echtgenote tot en met 31 december 2018 recht op 3

werkdagen kraamverlof met behoud van het PRIS-loon. Met ingang van 1 januari 2019 wordt het

recht op 3 werkdagen kraamverlof omgezet in 5 werkdagen geboorteverlof met behoud van het

PRIS-loon. De werknemer dient deze dagen aansluitend aan het bevallingsverlof als bedoeld in artikel

49, lid 1 van deze CAO maar uiterlijk binnen 4 weken na de bevalling op te nemen.

6. Werknemers met een chronische ziekte hebben, indien zij in een kalenderjaar voor hun aandoening

meer dan 3 keer behandeld moeten worden, met ingang van de 4

e behandeling recht op verlof met

behoud van loon gedurende de duur van het werkelijke verzuim benodigd voor de specialistische

behandeling die zij dienen te ondergaan en die alleen onder werktijd kan plaatsvinden. De werkgever

kan de werknemer verzoeken om een doktersverklaring. Onder een chronische ziekte wordt verstaan

een ziekte die als zodanig wordt benoemd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

HOOFDSTUK 5 VERGOEDINGEN

Artikel 51

REISKOSTENVERGOEDING

1. Indien de werknemer, naar het oordeel van de werkgever, bij het zich naar en van het werk begeven

gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel en/of daarvan tijdens en ten behoeve van de

werkzaamheden gebruik maakt, zal hem een vervoermiddelenvergoeding worden betaald.

2. De vergoeding bedraagt in euro’s:

VERVOERMIDDEL PER KILOMETER
Bromfiets 0,11
Auto 0,30

3. Indien een werknemer, in het geval de werkgever vervoer beschikbaar stelt, dan wel dat de

werkgever niet het oordeel heeft gegeven dat de werknemer met zijn eigen vervoermiddel dient te

reizen, maar de werknemer er de voorkeur aan geeft om van zijn eigen vervoermiddel gebruik te

maken, heeft hij geen recht op een kilometervergoeding.

4. Indien naar het oordeel van de werkgever, bij het reizen van en naar het werk of bij het reizen tijdens

en ten behoeve van het werk door de werknemer gebruik moet worden gemaakt van een openbaar

middel van vervoer zal het daaruit voortvloeiende bedrag aan reiskosten (2e of daarmee gelijk te

stellen klasse) voor rekening van de werkgever komen.

5. De werkgever is verplicht een specificatie te geven van de uit te betalen reiskosten. De werknemer

dient, indien hij het met de volgens deze specificatie betaalde reiskostenvergoeding niet eens is,

binnen 4 weken na ontvangst van de specificatie te reclameren. Na het verstrijken van deze termijn

van 4 weken wordt de volgens specificatie verstrekte vergoeding geacht correct te zijn en kan de

werknemer geen recht op aanpassing van de vergoeding meer doen gelden.

6. Indien de werkgever geen specificatie verstrekt en met inachtneming van lid 2 van dit artikel geen

reiskostenvergoeding betaalt op basis van één van de in lid 2 van dit artikel genoemde

vervoermiddelen, geldt de reiskostenvergoeding op basis van de laagste klasse van het openbaar

vervoer, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 9 van dit artikel.

7. Indien een werknemer een door de werkgever aangewezen arbodienst bezoekt, dienen de

reiskosten, na overlegging van het gebruikte vervoersbewijs, door de werkgever te worden vergoed

op basis van de laagste klasse van het openbaar vervoer. De werkgever betaalt reisuren zoals

bedoeld in artikel 53 van deze CAO. Indien de werknemer op eigen initiatief de arbodienst bezoekt,

dient hij vooraf in overleg te treden met zijn werkgever.

8. Reiskosten voor het ondergaan van een medisch onderzoek naar beroepsziekten worden door de

werkgever vergoed op basis van lid 2 van dit artikel.

9. Voor het vervoer met een door de werkgever op zijn kosten ter beschikking gesteld vervoermiddel is

geen reiskostenvergoeding van toepassing.

10. De werkgever is verplicht, naast de kilometervergoeding in lid 2 van dit artikel de werkelijk gemaakte

kosten van het werkverkeer, zoals parkeerkosten en tolheffingen, volledig te vergoeden. De

werknemer zal, om deze kosten vergoed te kunnen krijgen, worden gevraagd een betalingsbewijs

aan de werkgever te overleggen.

Artikel 52

REISKOSTENVERGOEDING LEERLING-WERKNEMER

1. Indien een leerling-werknemer naar het oordeel van de werkgever, gebruik dient te maken van een

bromfiets of van een auto, dan zal de werkgever hiervoor een vergoeding aan de leerling-werknemer

verstrekken. De vergoeding bedraagt alsdan:

VERVOERMIDDEL PER KILOMETER
Bromfiets 0,11
Auto 0,30

2. Indien een leerling-werknemer, naar het oordeel van de werkgever, géén gebruik hoeft te maken van

een bromfiets of auto, wordt geen kilometer vergoeding door de werkgever betaald.

3. Indien de werkgever een vervoermiddel aan de leerling-werknemer ter beschikking stelt, is geen

reiskostenvergoeding van toepassing.

4. Wanneer een leerling-werknemer bij het reizen van en naar het werk, naar het oordeel van de

werkgever, gebruik moet maken van een openbaar vervoer middel, dan zal de werkgever de kosten

van het vervoersbewijs, op basis van 2e klas, aan de leerling-werknemer vergoeden.

5. De werkgever is verplicht aan de leerling-werknemer een specificatie te geven van de reiskosten die

aan de leerling-werknemer worden vergoed. Wanneer de leerling-werknemer het niet eens is met

deze specificatie, dan zal hij dat binnen 4 weken bij de werkgever dienen aan te geven. Doet hij dat

niet, dan geeft hij daarmee aan dat hij akkoord is met de uitbetaalde reiskostenvergoeding.

6. De werkgever is verplicht om naast de kilometervergoeding, extra kosten die de leerling-werknemer

moet maken om werkzaamheden voor de werkgever te kunnen uitvoeren, zoals parkeerkosten en

tolheffingen, volledig te vergoeden. De leerling-werknemer zal, om deze kosten vergoed te kunnen

krijgen, worden gevraagd een betalingsbewijs aan de werkgever te overleggen.

Artikel 53

REISURENVERGOEDING

1. De duur van de reis bij het zich naar en van het werk begeven, die wordt gemaakt met een openbaar

vervoermiddel, een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel, of een eigen

vervoermiddel wordt door de werkgever, met uitzondering van de eerste 60 minuten per dag, die

niet door de werkgever worden vergoed, met een vast bedrag vergoed van 10 euro bruto per uur.

2. De werknemer tot en met 21 jaar heeft met uitzondering van de eerste 60 minuten recht op een

reisurenvergoeding van 50 procent van zijn bruto loon.

3. Indien een werknemer als chauffeur van een auto met inzittenden optreedt worden hem ook de

eerste 60 minuten reistijd vergoed. De vergoeding voor de chauffeur bedraagt 12,50 euro bruto per uur.

4. Onder ’duur van de reis’ bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt verstaan: het tijdsverloop tussen het

vertrek van het vervoermiddel naar het werk en de aankomst op het werk, alsmede het tijdsverloop

terug van het werk naar de plaats van vertrek. De reisduur wordt vastgesteld aan de hand van een

betrouwbare routeplanner.

5. De werkgever is een verplicht specificatie te geven van de reisuren. De werknemer dient, indien hij

het met de volgens deze specificatie betaalde reisurenvergoeding niet eens is, binnen 4 weken na

ontvangst van de specificatie te reclameren. Na het verstrijken van deze termijn van 4 weken wordt

de volgens specificatie verstrekte vergoeding geacht correct te zijn en kan de werknemer geen recht

op aanpassing van de vergoeding meer doen gelden.

6. Indien de werkgever geen specificatie verstrekt en geen reisurenvergoeding betaalt, geldt de

reisurenvergoeding op basis van het openbaar vervoer.

7. Indien de totale duur van de werk-, rust- en reistijd, gerekend naar het ogenblik van vertrek van een

vervoermiddel als genoemd in lid 1 van dit artikel tot het ogenblik van terugkomst daarvan, per dag

meer bedraagt dan 12 uur, zal de normale werktijd met het meerdere moeten worden ingekort.

8. Partijen bij deze CAO kunnen met in achtneming van het bepaalde in artikel 9 van deze CAO op

verzoek dispensatie verlenen voor een in overleg met de ondernemingsraad, de

personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering overeengekomen van het bepaalde in de

voorgaande leden van dit artikel afwijkende regeling.

9. De werkgever zal inzake de vaststelling van de verschillende tijdstippen waarop werk , rust- en

reistijden aanvangen respectievelijk aflopen met de betrokken werknemers overleg plegen.

Artikel 54

REISURENVERGOEDING LEERLING-WERKNEMER

1. Met duur van de reis wordt bedoeld de tijd die nodig is om van de plaats van vertrek aan te komen

op het werk én andersom, de tijd die nodig is om van het werk aan te komen op de plaats van

vertrek. Voor de leerling-werknemer geldt dat de eerste 10 km heen en de eerste 10 km terug, niet

voor een reisurenvergoeding in aanmerking komen.

2. De reisduur wordt vastgesteld aan de hand van een betrouwbare routeplanner.

3. De leerling-werknemer tot en met 21 jaar heeft recht op een reisurenvergoeding van 50 procent van zijn bruto loon.

4. De werkgever is verplicht de leerling-werknemer een specificatie te geven van de reisuren die aan de

leerling-werknemer wordt vergoed. Wanneer de leerling-werknemer het niet eens is met deze

specificatie, dan zal hij dat binnen 4 weken bij het leerbedrijf moeten aangeven. Doet hij dat niet,

dan geeft hij daarmee aan dat hij akkoord is met de uitbetaalde reisurenvergoeding.

Artikel 55

UITRUSTINGSVERGOEDING

1. De werkgever zal aan de werknemer, met uitzondering van de werknemer UTA, een fiscaal onbelaste

uitrustingsvergoeding verstrekken van 1,60 euro per gewerkte dag in verband met:

a. werkkleding, waaronder ook schoenen worden verstaan;

b. het onderhoud en wassen van werkkleding, alsmede het onderhoud van schoeisel;

c. buitengewone schoonmaakmiddelen.

2. Bij bijzondere werkomstandigheden – zoals zeer vuil werk – kunnen aan de werknemer extra overalls

en dergelijke worden verstrekt of vergoed. Gereedschappen zullen door de werkgever aan de

werknemer ter beschikking worden gesteld.

3. Bij het beschikbaar stellen van werkkleding komt de uitrustingsvergoeding, genoemd in lid 1 van dit

artikel, te vervallen. In dat geval wordt aan de werknemer een wasvergoeding in plaats van een

uitrustingsvergoeding verstrekt. In totaal zal het ter beschikking gestelde kledingpakket en de

wasvergoeding een waarde vertegenwoordigen die vergelijkbaar is met de waarde van de in het

bedrijf gangbare was- en kledingregeling vóór invoering van de Werkkostenregeling, met een

minimum van de hoogte van de in lid 1 van dit artikel genoemde vergoeding. De wasvergoeding blijft

tot een bedrag van 1 euro per dag buiten de vrije ruimte van de Werkkostenregeling.

4. Bij het “ter beschikking stellen” van werkkleding blijft deze eigendom van de werkgever.

5. Deze fiscale regeling is onder voorbehoud van goedkeuring van de Belastingdienst.

Artikel 56

MAALTIJDVERGOEDING

In geval van overwerk als bedoeld in artikel 16 van deze CAO wordt door de werkgever een

maaltijdvergoeding betaald. Deze vergoeding bedraagt 8,20 euro per dag vanaf week 3 van 2022.

Artikel 57

BIJ TIJDELIJK VERBLIJVEN ELDERS

1. Indien het werk zover buiten de plaats, waarvoor de werknemer is aangenomen respectievelijk

buiten zijn woonplaats gelegen is dat de werknemer naar het oordeel van de werkgever en de

werknemer niet huiswaarts kan keren, zal op kosten van de werkgever behoorlijke voeding en logies worden verstrekt.

2. Een keer per week zullen de in dit artikel bedoelde werknemers naar huis mogen gaan, met

inachtneming van het bepaalde in artikel 12 van deze CAO of, indien van toepassing, artikel 13 of

artikel 14 van deze CAO omtrent de arbeidsduur per week.

3. De werknemer behoudt het recht op vrije voeding en logies indien hij door ziekte of ongeval

arbeidsongeschikt wordt, voor zolang hij verblijf houdt in de plaats waar hij te werk is gesteld. De

werkgever heeft het recht om op zijn kosten de werknemer naar zijn woonplaats te doen vervoeren,

indien dit vervoer medisch verantwoord wordt geacht. Is evenwel vervoer naar de woonplaats

medisch noodzakelijk dan is de werkgever verplicht de kosten voor zijn rekening te nemen.

a. zolang de werknemer als gevolg van tewerkstelling buiten zijn woonplaats verpleegd wordt in

een andere binnen Nederland gelegen plaats dan waar hij woonachtig is, zal de echtgenote

van de betreffende werknemer één keer per week op kosten van de werkgever hem kunnen bezoeken;

b. dit laatste geldt ook voor de ouders van de werknemer die een inwonend, ongehuwd kind is;

c. door de werkgever zullen worden vergoed, de reiskosten gemaakt voor gebruik van het

openbaar vervoer in de 2e of daarmee gelijk te stellen klasse.

HOOFDSTUK 6 AFSPRAKEN OVER LEERLINGEN

Artikel 58

LOON LEERLING-WERKNEMER (met ingang van leerjaar 2016/2017)

1. De leerling-werknemer wordt opgeleid op 3 verschillende niveaus, te weten:

a. niveau 1: Assistent schilder;

b. niveau 2: Schilder;

c. niveau 3: Gezel.

2. De leerling-werknemer die nieuw instroomt in de opleiding, wordt ingeschaald op de laagste trede

van de leerling-schalen, behorend bij het niveau van zijn opleiding zoals genoemd in lid 1 van dit artikel.

3. Een leerling-werknemer ontvangt nooit minder dan het voor hem geldende wettelijk minimumloon.

4. De leerling-werknemer die zijn diploma behaalt en doorstroomt naar een volgend niveau, maakt in

de loonschaal een horizontale stap (op dezelfde trede in de volgende kolom).

3-jan-22

Voor 15 t/m 19 jaar
NIVEAU 1 (BBL-1) NIVEAU 2 (BBL-2) NIVEAU 3 (BBL-3)

11,39

8,33 8,79
5,97 6,65 7,02

3-jan-22

Voor 20 jaar
NIVEAU 1 (BBL-1) NIVEAU 2 (BBL-2) NIVEAU 3 (BBL-3)

11,39

8,33 8,79
6,62 6,65 7,02

3-jan-22

Voor 21 jaar en ouder
NIVEAU 1 (BBL-1) NIVEAU 2 (BBL-2) NIVEAU 3 (BBL-3)

11,39

10,76 10,76
10,76 10,76 10,76

a. Het loon van de leerling-werknemer, die in de loonschaal vanaf week 25 van 2019 in zijn

opleidingsniveau reeds een hoger loon ontvangt dan is weergegeven in die loonschaal, wordt

bevroren tot zijn loon door toekomstige stijgingen van het loon in de loonschaal is ingehaald.

b. De leerling-werknemer die start in een BBL-opleiding (BBL 1, BBL 2, of BBL 3) ontvangt een

leerwerkovereenkomst voor de duur van 1 maand, onder de noemer: kennismaken met het

vak. Indien deze eerste periode succesvol is afgesloten, dan ontvangt de leerling-werknemer

aansluitend een leerwerkovereenkomst voor een periode van maximaal 6 maanden onder de noemer: werken aan de basis.

c. Indien deze periode ook succesvol is afgesloten, dan ontvangt de leerling-werknemer een

leerwerkovereenkomst voor de resterende duur van de opleiding onder de noemer:

maatwerk. Afhankelijk van functioneren, de vorderingen van de leerling-werknemer

gedurende de opleiding, kan aan de leerling-werknemer eerder een leerwerkovereenkomst worden aangeboden.

d. De leerling-werknemer die doorstroomt naar een BBL-opleiding op een hoger niveau, van BBL

1 naar BBL 2 of van BBL 2 naar BBL 3, ontvangt een leerwerkovereenkomst voor de duur van de opleiding.

5. De leerling-werknemer met een leerwerkovereenkomst:

a. ontvangt loon over het aantal gewerkte uren (in principe 4 dagen per week à 7,5 uur per dag is

30 uur per week) en bouwt daarover vakantierechten op;

b. ontvangt geen loon over de dagen dat hij naar school moet en bouwt over deze schooldagen ook geen vakantierechten op.

Artikel 59

DE LEERMEESTER

1. De leermeester zal door de werkgever in de gelegenheid worden gesteld om voldoende tijd te

investeren in het begeleiden van de leerling-werknemer. Onder voldoende tijd dient te worden

verstaan: voldoende tijd noodzakelijk om de leerling-werknemer op te leiden tot een goede vakkracht.

2. Het leerbedrijf kan, afhankelijk van de werkplek waarop de leerling-werknemer wordt getraind,

genoodzaakt zijn een limiet te stellen aan het aantal uren dat de leermeester per dag voor

begeleiding van de leerling-werknemer kan inzetten.

Artikel 60

SCHOLING TOT EN MET 31 DECEMBER 2016 (vervallen d.d. 20 november 2017)

Artikel 61

SCHOLING

1. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en

scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan recht doen gelden op gemiddeld 4 scholingsdagen

per 24 maanden met behoud van loon, teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van

opleidingen die verband houden met zijn beroep.

2. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op doorbetaalde

scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursus- en

verletkosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg gevoerd is over

de aard van de cursus.

Artikel 62

SCHOLINGSKOSTEN

1. De scholingskosten komen in beginsel volledig voor rekening van de werkgever. De verletkosten

tijdens scholing komen voor rekening van de werknemer.

2. Indien het initiatief voor het volgen van scholing van de werknemer komt en wenst de werknemer

deze scholing te volgen onder werktijd, dan treedt hij daarover vóóraf in overleg met de werkgever.

Scholing op initiatief van de werknemer kan uitsluitend na toestemming van de werkgever onder

werktijd plaatsvinden.

3. Indien de scholing op verzoek van de werknemer wordt gevolgd, dan treden de werkgever en de

werknemer met elkaar in overleg over een eventuele door de werkgever te bepalen bijdrage in de kosten.

4. De werkgever en de werknemer kunnen overeenkomen dat het de werknemer niet vrij staat de

arbeidsovereenkomst te beëindigen tijdens scholing of dat de werknemer na zijn examen nog een

bepaalde tijd in dienst moet blijven.

5. De werknemer, die het dienstverband voortijdig beëindigt, is gehouden om aan de werkgever de

scholingskosten terug te betalen. Deze scholingskosten kunnen onder meer bestaan uit de

loondoorbetaling tijdens scholingsdagen (indien van toepassing), lesgeld en reiskosten.

6. De scholingskostenovereenkomst wordt schriftelijk gesloten voorafgaand aan de deelname aan een

scholing, cursus, training of opleiding.

7. De scholingskosten komen gedeeltelijk voor rekening van de werknemer indien de

arbeidsovereenkomst anders dan met wederzijds goedvinden wordt beëindigd:

a. binnen 1 jaar na het behalen van een diploma of certificaat: 100 procent;

b. binnen 2 jaar na het behalen van een diploma of certificaat: 50 procent;

c. binnen 3 jaar na het behalen van een diploma of certificaat: 25 procent.

HOOFDSTUK 7 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Artikel 63

DUURZAME INZETBAARHEID

1. De werknemer heeft in het kader van duurzame inzetbaarheid recht op een Periodiek

Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO), een loopbaancheck en een adviesgesprek, op de

wijze zoals omschreven in de CAO Uitvoeringsregelingen Schilders-, Afwerkings-,

Vastgoedonderhoud- en Glaszetbedrijf.

2. Partijen bij deze CAO hebben hiervoor een regeling afgesproken, waaraan de werkgever een

percentage van de heffingsgrondslag van Stichting USAG verschuldigd is. Het percentage wordt

jaarlijks door partijen bij deze CAO vastgesteld.

3. De werknemer, niet zijnde werknemer UTA, die geboren is in de jaren 1955 t/m 1961 kan met ingang

van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 gebruik maken van de tijdelijke Regeling

Vervroegde Uitkering (RVU), indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals omschreven in de CAO

Uitvoeringsregelingen Schilders-, Afwerkings-, Vastgoedonderhoud- en Glaszetbedrijf.

4. De werknemer, niet zijnde de werknemer UTA, vanaf 60 jaar (waarbij de leeftijd jaarlijks wordt

aangepast op basis van de ontwikkeling van de AOW-gerechtigde leeftijd) kan met ingang van 1

januari 2022 vrijwillig deelnemen aan een de regeling Generatiepact, gebaseerd op 80% werken, 90%

loon en 100% pensioenopbouw, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voor deelname zoals

omschreven in de CAO Uitvoeringsregelingen Schilders-, Afwerkings-, Vastgoedonderhoud- en Glaszetbedrijf.

Artikel 64

VOORLICHTING, INFORMATIE EN BEDRIJFSGEZONDHEIDSZORG

1. De werknemer heeft recht op voorlichting, informatie en onderzoek op het gebied van de veiligheid en de gezondheid.

2. De werknemer heeft recht op loondoorbetaling over de duur van het werkelijke verzuim benodigd

voor medische keuringen op verzoek van de werkgever, dan wel een Periodiek

Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO).

Artikel 65

INTREDEKEURING

1. Indien aan de vervulling van een functie bijzondere eisen op het punt van de medische geschiktheid

moeten worden gesteld kunnen werkgever en werknemer vóór het aangaan van een

arbeidsovereenkomst, een intredekeuring, die uitwijst of de werknemer geschikt is voor de beoogde

functie, overeenkomen in de volgende situaties:

a. de werknemer treedt voor het eerst in dienst bij een werkgever in de bedrijfstak;

b. de werknemer heeft, na een eerder dienstverband in de bedrijfstak, gedurende een

aaneengesloten periode van ten minste 3 jaar geen dienstverband gehad in de bedrijfstak;

c. de werknemer heeft, al dan niet met formeel behoud van dienstverband bij een werkgever in

de bedrijfstak, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 3 jaar feitelijk geen

werkzaamheden verricht in de bedrijfstak.

2. De intredekeuring heeft tot doel om te bepalen of een werknemer medisch geschikt is voor het

verrichten van de beoogde functie binnen de bedrijfstak. Bijzondere eisen op het punt van medische

geschiktheid moeten worden gesteld wanneer er sprake is van bijzondere functie-eisen. Dit houdt in

dat er factoren in het werk zijn die een risico voor de gezondheid en/of veiligheid voor de werknemer

en/of derden vormen. Daarbij geldt dat deze risico’s niet met gangbare maatregelen zijn te

reduceren tot een aanvaardbaar niveau.

3. De in lid 1 van dit artikel bedoelde intredekeuring dient te worden uitgevoerd door een arbodienst.

De uitslag van de intredekeuring luidt: geschikt, geschikt onder voorwaarden of ongeschikt. Deze

uitslag dient aan de werknemer en met diens toestemming aan de werkgever bekend gemaakt te worden.

Artikel 66

ARBEIDSOMSTANDIGHEDENBELEID

1. Voor het uitvoeren van de wettelijk verplichte Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) kunnen

werkgevers gebruik maken van een voor de bedrijfstak ontwikkelde Branche RI&E.

2. De werkgever is verplicht in overeenkomsten van onderaanneming met werkgevers de

samenwerkingsafspraken ten aanzien van het arbobeleid en de maatregelen ter voorkoming van

risico’s op de bouwplaats bij voorkeur schriftelijk vast te leggen.

3. Binnen de sector hebben sociale partners in een arbocatalogus voor schilderen en

vastgoedonderhoud, in een arbocatalogus voor glaszetten en in een arbocatalogus voor

metaalconservering vastgelegd op welke wijze een werkgever kan voldoen aan de door de overheid

gestelde doelvoorschriften over veilig en gezond werken.

4. De werkgever dient binnen zijn bedrijf gebruik te maken van de in de in lid 3 van dit artikel

genoemde arbocatalogi opgenomen maatregelen, dan wel aantoonbaar zodanige maatregelen te

treffen dat minimaal voldaan wordt aan het in de Arbowetgeving, de betreffende arbocatalogus en

deze CAO bepaalde beschermingsniveau.

Artikel 67

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

1. De werkgever zal maatregelen treffen opdat vanaf 1 november tot 1 april op bouwwerken waar

binnenwerk moet plaatsvinden, indien noodzakelijk, de betreffende ruimten zo goed mogelijk

tochtvrij gemaakt worden. Onder tochtvrij wordt verstaan dat de ruimten rondom met glas of ander

materiaal zijn afgedicht.

2. Glas van 25 kilogram of meer dient door minimaal 2 personen te worden geplaatst. Glas boven de 50

kilogram mag alleen met hulpmiddelen worden vervoerd en geplaatst. De werkgever is verplicht

deze hulpmiddelen ter beschikking te stellen. Het uitgangspunt is dat er boven 50 kilogram niet

handmatig mag worden getild. Boven de 100 kilogram is inzet van mechanische hulpmiddelen altijd vereist.

3. In uitzonderlijke gevallen mag glas tot een maximum van 100 kilogram handmatig worden getild,

mits aan alle onder a tot en met g van dit lid genoemde voorwaarden wordt voldaan:

a. alleen bij reparatie of renovatie (nieuwbouwprojecten dienen zo ontworpen te zijn dat

mechanisch tillen altijd mogelijk is);

b. indien een kraan of een ander hulpmiddel aantoonbaar niet mogelijk of zelfs onveilig is;

c. de werknemers, minimaal 4, zijn goed op elkaar ingewerkt; 1 werknemer wordt belast met het

geven van aanwijzingen;

d. er dient per werknemer voldoende bewegingsruimte te zijn, men mag elkaar niet in de weg lopen;

e. er dient sprake te zijn van een goede begaanbaarheid zonder grotere hoogteverschillen van

meer dan 30 centimeter zoals: op- en afstapjes, trappen en ladders;

f. het materiaal goed kan worden vastgepakt bij voorkeur met glaszuigers;

g. het handmatig hanteren van lasten tussen 50-100 kilogram is maximaal 2 keer (= 2 ruiten) per dag.

4. Bij werken op een ladder mogen gewichten van maximaal 5 kilogram of voorwerpen van maximaal 1

m² worden vervoerd. Deze beperking geldt niet voor glaszetwerkzaamheden.

5. Indien tijdens het werk het dragen van doorwerkpakken noodzakelijk is, zal de werkgever deze aan

de betreffende werknemers in bruikleen geven.

Artikel 68

PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN

1. De werkgever is verplicht aan zijn werknemers persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te

stellen. Indien de werkgever deze persoonlijke beschermingsmiddelen niet ter beschikking stelt is de

werknemer gerechtigd zijn werk te onderbreken totdat de werkgever alsnog aan zijn verplichtingen

voldoet. Gedurende deze onderbreking heeft de werknemer recht op behoud van loon.

2. Indien de door de werkgever ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen niet door

de werknemer worden gebruikt, respectievelijk indien de schriftelijk aan de werknemer bekend

gemaakte veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd heeft de werkgever het recht aan de

werknemer een van de volgende sancties op te leggen:

a. 1e overtreding: 1e schriftelijke waarschuwing;

b. 2e overtreding: 2e schriftelijke waarschuwing en een boete van 100 euro;

c. 3e overtreding: 3e schriftelijke waarschuwing en een boete van 250 euro;

d. 4e overtreding: kan aanleiding zijn tot ontslag.

3. De werkgever heeft, met inachtneming van artikel 7:632, 7:650 en 7:651 van het Burgerlijk Wetboek,

het recht een boete te verrekenen met het nettoloon van de werknemer.

HOOFDSTUK 8 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 69

PENSIOENFONDS

1. Er is een Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf,

waarin werkgevers en werknemers deelnemen. De werkgevers en werknemers kunnen

overeenkomstig het pensioenreglement van genoemde stichting aanspraak maken op een

pensioenuitkering.

2. De premie voor de pensioenregeling komt voor de helft ten laste van de werkgever en voor de helft

ten laste van de werknemer.

Artikel 70

INDIVIDUELE BUDGET REKENING (IBR) (vervallen d.d. 1 oktober 2021)

Artikel 71

ORGANISATIEVERLOF (MET BEHOUD VAN LOON)

1. De werknemer die ambassadeur is van een werknemersorganisatie waarmee deze CAO is gesloten

heeft, indien de arbeid dit naar het oordeel van de werkgever toelaat, recht op organisatieverlof met

behoud van loon gedurende 4 dagen (30 uur) per kalenderjaar. De werkgever kan deze loonkosten

declareren bij Stichting Uitvoeringsregelingen Schilders- Afwerkings- en Glaszetbedrijf (SUSAG)

gevestigd aan de Floris Grijpstraat te (2596 XE) Den Haag.

2. Een ambassadeur is een werknemer die constructief en inhoudelijk meedenkt over het in deze CAO

overeengekomen pakket aan loon- en arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is een ambassadeur binnen de

onderneming het aanspreekpunt voor zijn collega’s in de werknemersorganisatie waarmee deze CAO is gesloten.

3. Een ambassadeur die in aanmerking komt voor organisatieverlof wordt door de betreffende

werknemersorganisatie aan het adres van de werkgever schriftelijk kenbaar gemaakt. Voor het

opnemen van organisatieverlof dient de werknemer een daartoe bedoelde uitnodiging aan de

werkgever te overhandigen.

Artikel 72

VERZEKERING TEGEN ZIEKTEKOSTEN

1. De werkgever vergoedt direct of indirect, bijvoorbeeld door middel van een door de werkgever voor

zijn werknemers af te sluiten collectieve ziektekostenverzekering, aan de werknemer de kosten van

fysiotherapie, voor zover deze niet gedekt worden uit het basispakket van de Zorgverzekeringswet.

2. Indien de werkgever niet voldoet aan de verplichting van lid 1 van dit artikel betaalt hij aan de

werknemer een bedrag van 10 euro bruto per 4 weken als bijdrage in een door de werknemer af te

sluiten aanvullende ziektekostenverzekering, die de kosten van fysiotherapie dekt. De werknemer

overlegt in dat geval aan de werkgever een bewijs dat hij een dergelijke verzekering heeft afgesloten.

Artikel 73

NAWERKING

1. Rechten van de werknemer voortvloeiend uit bepalingen van oudere collectieve afspraken komen

met de inwerkingtreding van deze CAO te vervallen en hebben geen nawerking. In plaats daarvan

gelden de rechten voortvloeiend uit bepalingen van deze CAO. Deze CAO heeft, voor zover deze CAO

mindere aanspraken geeft, voorrang op oudere collectieve afspraken.

2. Voor zover de werknemer gunstigere aanspraken heeft op basis van individuele afspraken, worden

die gunstigere aanspraken niet door deze CAO aangetast.

PROTOCOLAFSFPRAKEN

PROTOCOL ARBEIDSGEHANDICAPTEN

Partijen komen overeen meer aandacht te besteden aan arbeidsgehandicapten in de sector, waarbij

betrokken partijen die op dit punt veel kennis en ervaring hebben, kunnen worden ingeschakeld.

PROTOCOL AANTREKKELIJKHEID VAN EN INSTROOM IN DE SECTOR

Er wordt een werkgroep opgericht die belast is met onderzoek naar mogelijkheden om de aantrekkelijkheid

van en de instroom in de sector te bevorderen. De werkgroep gaat ook onderzoek doen naar nieuwe lagere

loonschalen onder de huidige laagste tredes. Partijen komen overeen de bevindingen van de werkgroep zo

veel mogelijk te vertalen in CAO afspraken en de CAO hierop tussentijds aan te passen.

PROTOCOL WERKEN BIJ HITTE

Partijen spreken af in de arbocatalogi te verduidelijken dan wel op te nemen dat werkgevers verplicht zijn

om adequate (bron)maatregelen te nemen en indien noodzakelijk, persoonlijke beschermingsmiddelen

beschikbaar te stellen.

Daarnaast voorzien Partijen in adequate voorlichting over de veiligheidsrisico’s van werken bij hitte en

maatregelen die genomen kunnen worden om hittestress te voorkomen. De door OnderhoudNL

ontwikkelde toolbox zal beschikbaar komen voor de gehele bedrijfstak.

PROTOCOL ARBEIDSTIJDEN

Partijen streven er naar voor augustus 2022 onderzoek te doen naar de wensen/behoeften en huidige

praktijk binnen de subsector Industrieel in het kader van arbeidstijden.

Partijen streven er naar meer duidelijkheid te verschaffen omtrent de mogelijkheid tot een 40-urige

werkweek tussen werkgever en werknemer.

Partijen streven er naar meer duidelijkheid te verschaffen over de mogelijkheden van flexibele werktijden

voor UTA-werknemers binnen het in de cao gestelde dagvenster (6.00 tot 19.00).

PROTOCOL VOORKOMEN/TERUGDRINGEN SCHIJNZELFSTANDIGHEID

De sector kent veel ZZP’ers. Sommige werken uitsluitend voor particulieren maar er zijn ook ZZP’ers die

ingehuurd worden door werkgevers die onder de cao vallen. Daarbij komt ook schijnzelfstandigheid voor.

Partijen wensen deze schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden terug te dringen.

Hiertoe willen partijen scherp inzetten op gebruik van bijvoorbeeld modelovereenkomsten en voorlichting

omtrent voorkoming schijnzelfstandigheid. Hierbij de gevolgen van schijnzelfstandigheid voor zowel

opdrachtgever als ZZP-er duidelijk maken.

PROTOCOL UITZENDARBEID

Partijen benadrukken juiste uitzendbureaus, juiste vergoedingen en werkwijzen in het kader van inlenen

van en werken met uitzendkrachten.

Partijen zullen voorlichting geven over het inschakelen van uitzendbureaus en uitzendkrachten. Dit wordt

o.a. vormgegeven op basis van een nog te ontwikkelen digitale checklist.

PROTOCOL VEILIG WERK

Er wordt een werkgroep ingesteld over ‘veilig werk’ (conform de Preference Tool), die zich onder andere

gaat buigen over de vraag hoe veilig werk kan worden gestimuleerd (positieve/negatieve prikkels).

PROTOCOL WAARDERING

Er wordt een werkgroep ingesteld over ‘waardering’ (conform de Preference Tool), die zich onder meer

gaat buigen over de vraag hoe werkgevers en werknemers kunnen omgaan met niet-financiële waardering.

PROTOCOL CONSIGNATIE

Partijen gaan met elkaar in overleg over consignatiedienst tijdens de wintersluiting.

PROTOCOL

- Het artikel inzake onwerkbaar weer (artikel 36a) wordt verduidelijkt

- De inschaling in de loonschalen (tekstueel) wordt verduidelijkt. Hierbij wordt met name aandacht

besteed aan inschaling in de loonschalen na afronding van een opleiding (niveau 1, 2 en 3).

Bijlage 1

REFERENTIEFUNCTIES

FUNCTIE FUNCTIECOD
1 Administratief medewerker A.02.1
2 Secretaresse/managementassistent A.04.1
3 Financieel administratief medewerker A.05.1
4 Office manager A.07.1
5 Hoofd administratie A.09.1
6 Controller A.11.1
7 Hulpkracht B.01.1
8 Betonbewerker 1 B.01.2

9 Timmerkracht 2/houtreparateur B.03.1
10 Allround timmerkracht B.04.1
11 Allround betonbewerker B.05.1
12 Timmerkracht 1 B.05.2

13 Glaszetter 1 B.02.1
14 Glaszetter 2 G.01.1

15 Allround glaszetter G.03.1
16 Specialist glaszetter G.04.1
17 Voorman/teamleider G.05.1
18 Uitvoerder L.06.1

19 Projectleider L.07.1

20 Bedrijfsleider L.09.1
21 Medewerker metaalconservering 1 L.10.1
22 Medewerker metaalconservering 2 M.01.1
23 Constructieschilder M.02.1
24 Straler M.03.1
25 Spuiter M.03.2
26 Schilder 1 M.04.1
27 Schilder 2 S.02.1
28 Allround Schilder S.04.1
29 Specialist schilder/restauratieschilder S.05.1
30 Materiaalbeheerder S.06.1
31 Calculator T.02.1
32 Werkvoorbereider T.07.1
33 Calculator/werkvoorbereider T.07.2
34 Onderhoudsadviseur / RGS-adviseur T.07.3
35 Hoofd bedrijfsbureau T.08.1

Bijlage 2

FUNCTIEGROEPEN (FG)

FG ADMINISTRATIE BOUWKUNDIG GLAS METAAL SCHILDERS TECHNISCHE

ONDERSTEUNING

LEIDING

GEVENDEN

1 Hulpkracht

Betonbewerker 1

Glaszetter 1 Medewerker metaalconservering 1
Administratief

medewerke

Timmerkracht 1 Medewerker metaalconservering 2 Schilder 1 Materiaalbeheerder
3 Betonbewerker 2 Glaszetter 2

Constructie schilder

Straler

4 Secretaresse/

managementassistent

Timmerkracht 2/

houtreparateur

Allround

glaszetter

Spuiter Schilder 2
5 Financieel

administratief

medewerker

Allround

betonbewerker

Allround

timmerkracht

Specialist.

glaszetter

Allround

schilder

6 Voorman/

teamleider

Voorman/

teamleider

Voorman/ teamleider Specialist

schilder/

restauratieschilder

Voorman/

teamleider

7 Specialist

schilder/

restauratieschilder

Voorman/

teamleider

Calculator

Werkvoorbereider

Calculator /

werkvoorbereider

Uitvoerder
8 Onderhoudsadviseur / RGS

adviseur

9 Hoofd

administratie

Hoofd

bedrijfsbureau

Projectleider
10 Bedrijfsleide
11 Controller

Bijlage 3

FUNCTIEOMSCHRIJVINGEN

FUNCTIEOMSCHRIJVING ADMINISTRATIEF MEDEWERKER A.02.1
Organisatiecontext
De functie Administratief medewerker komt voor in een klein bedrijf en werkt dan onder direct toezicht van de

directeur/eigenaar. De functie kan ook voorkomen in een groter bedrijf en fungeert dan als assistent van een

financieel administratief medewerker of Officemanager. De Administratief medewerker heeft een

ondersteunende rol op administratief en secretarieel gebied. De functie is registrerend en uitvoerend van aard

en heeft een sterk routinematig karakter. De uit te voeren werkzaamheden zijn op zichzelf staand, hebben

weinig onderlinge relatie of afhankelijkheid en vinden plaats op basis van eenduidige instructies.

Doel van de functie
U bent als Administratief medewerker verantwoordelijk voor de registratie van gegevens.
Resultaatgebieden
Bereikbaarheid Reageert klantvriendelijk op telefonische vragen. Maakt terugbelafspraken, rekening

houdend met eerder gemaakte agenda-afspraken.

Correspondentie Verwerkt inkomende en uitgaande post. Verschaft schriftelijke standaardinformatie

over het bedrijf. Verzorgt de vormgeving van correspondentie in de huisstijl van het

bedrijf en bewaakt tijdige verzending.

Tekstverwerking Stelt diverse producten samen met behulp van tekstverwerking. Werkt hierbij

conform geldende voorschriften en huisstijl.

Ingevoerde gegevens Voert gegevens in in systemen. Stemt aangeleverde gegevens af met de rubrieken van

de databestanden. Plant de eigen werkzaamheden in, rekening houdend met het

belang en de urgentie van die werkzaamheden

Meldingen Herkent fouten of gebreken in gegevens of documenten. Geeft de details die nodig

zijn om de fouten snel te herstellen door aan de leidinggevende.

Deskundigheid
Kennis van administratie op MBO niveau (MBO 1). Kennis van administratieve procedures en geautomatiseerde

systemen. Kennis van de administratieve richtlijnen van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het aannemen van

vragen of verzoeken. Uitdrukkingsvaardigheid voor het melden van fouten of gebreken.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SECRETARESSE / MANAGEMENTASSISTENT A.04.1
Organisatiecontext

De functie Secretaresse/managementassistent komt voor in een klein bedrijf en werkt dan onder direct toezicht

van de directeur/eigenaar. De functie kan ook voorkomen in een groter bedrijf en fungeert dan als assistent van

een Financieel administratief medewerker of Officemanager. De Secretaresse verricht uitvoerende

administratieve werkzaamheden en kan tevens fungeren als centraal contact- en informatiepunt voor klanten

en medewerkers. De administratieve werkzaamheden hebben een registrerend karakter; interpretatie van

cijfers is niet aan de orde. De functiehouder werkt met een standaard softwarepakket en levert daarmee

gegevens aan voor de financiële administratie en de loonadministratie (meestal uitbesteed aan een extern

bureau). Verder verleent zij/hij kantoorondersteuning aan de directeur of aan medewerkers van de

administratieve afdeling, bestaande uit eenvoudige secretariële werkzaamheden.

Doel van de functie
U bent als Secretaresse verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van gegevens en bereikbaarheid van

personen.

Resultaatgebieden
Bereikbaarheid Krijgt telefonische vragen helder en filtert vragen naar prioriteit. Beoordeelt welke

informatie voor welke persoon bestemd is, met het oog op de vragensteller en de

inhoud van de vraag.

Correspondentie Verwerkt inkomende en uitgaande post. Verschaft schriftelijke standaardinformatie

over het bedrijf. Bewerkt correspondentie in een stijl die past bij het imago van het

bedrijf. Bewaakt tijdige verzending.

Ingevoerde gegevens Verzamelt de benodigde gegevens. Stemt de gegevens af met de rubrieken van de

databestanden. Controleert gegevens en zorgt voor een juiste codering. Plant de

eigen werkzaamheden in, rekening houdend met het belang en de urgentie van die

werkzaamheden.

Meldingen Herkent fouten of bijzonderheden. Signaleert en meldt onregelmatigheden aan

leidinggevende of derden (zoals Arbodienst), rekening houdend met de tijd die nodig

is om passende actie te ondernemen.

Dossiers Archiveert tijdig relevante gegevens met behulp van een afgesproken systeem,

rekening houdend met mogelijke inspectie of audits.

Deskundigheid
Kennis van administratie op MBO niveau (MBO 2). Kennis van alle relevante administratieve procedures en weten regelgeving. Kennis van afspraken over dienstverlening aan en benadering van klanten. Sociale vaardigheid

voor het vriendelijk te woord staan van klanten. Uitdrukkingsvaardigheid voor het redigeren van

correspondentie.

FUNCTIEOMSCHRIJVING FINANCIEEL ADMINISTRATIEF MEDEWERKER A.05.1

Organisatiecontext

De functie Financieel administratief medewerker komt vooral voor in grotere bedrijven en ressorteert dan onder

een eindverantwoordelijke voor de financiële en projectadministratie. De Financieel administratief medewerker

verricht uitvoerende werkzaamheden rond een financiële administratie, loonadministratie en/of

projectadministratie. De werkzaamheden hebben een registrerend en signalerend karakter: Behalve het

coderen en inbrengen van gegevens in diverse geautomatiseerde systemen, voert de functiehouder controles

uit op de verwerkte gegevens, zoekt de oorzaak uit van afwijkingen ten opzichte van normgetallen en

rapporteert daarover, alles in cijfermatige zin (de verantwoordelijkheid voor de interpretatie van cijfers berust

bij haar/zijn leidinggevende). Afhankelijk van de omvang van het bedrijf, is de functiehouder werkzaam op één,

meerdere of alle onderdelen van het werkgebied (financiële, loon- en/of projectadministratie.

Doel van de functie
U bent als Financieel administratief medewerker verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van financiële

informatie en administratieve gegevens.

Resultaatgebieden

Gegevens Verzamelt en ordent gegevens, waaronder facturen, loon-, verlof- en

ziekteadministratie. Codeert en boekt/registreert gegevens, rekening houdend met

nauwkeurigheid.

Meldingen Herkent fouten of bijzonderheden. Signaleert en meldt onregelmatigheden aan de

leidinggevende of derden (zoals Arbodienst), rekening houdend met de tijd die nodig

is om passende actie te ondernemen.

Financiële informatie Verzamelt financiële gegevens. Constateert afwijkingen (met betrekking tot manuren,

kosten, etc.) van de begroting en gaat na wat de oorzaken van afwijkingen zijn. Stelt

informatieve rapportages op.

Archief Bepaalt de meest doelgerichte manier om gegevens vast te leggen. Verzamelt te

archiveren gegevens uit alle beschikbare bronnen. Waarborgt de juistheid en

actualiteit van de dossiers.

Deskundigheid
Kennis van financiële dienstverlening of bedrijfsadministratie op MBO niveau (MBO 3). Kennis van

administratiesystemen en relevante wet- en regelgeving. Kennis van de administratieve organisatie van het

bedrijf. Sociale vaardigheid voor het achterhalen van gegevens bij anderen. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

samenstellen van rapportages.

FUNCTIEOMSCHRIJVING OFFICEMANAGER A.07.1

Organisatiecontext
De functie Officemanager komt vooral voor in kleinere of middelgrote bedrijven. De Officemanager is de

centrale medewerker "op kantoor"; zij/hij werkt alleen, of wordt geassisteerd door een kantoormedewerker.

Onder haar/zijn verantwoordelijkheid vinden alle administratieve processen van het bedrijf plaats, niet alleen de

registratie van financiële en projectgegevens, maar ook de voorbereiding van projecten, de financiële en

projectgerichte voortgangsrapportages en de administratieve begeleiding van bedrijfsbrede procedures

(bijvoorbeeld in het kader van kwaliteitszorg, milieu en veiligheid). De functiehouder vervult de rol van assistent

van de directeur; bij diens afwezigheid (wat relatief vaak voorkomt) verstrekt zij/hij informatie aan derden en

doet zij/hij stukken uitgaan, op basis van richtlijnen dan wel expliciete instructies

Doel van de functie

U bent als Officemanager verantwoordelijk voor alle administratieve processen van het kantoor/bedrijf en de

representativiteit van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Bereikbaarheid Krijgt telefonische vragen helder en handelt procesmatige en procedurele vragen

af. Coördineert informatie van en naar het bedrijf en vertegenwoordigt daarbij

steeds effectief de leidinggevende en het bedrijf.

Agenda-afspraken Beoordeelt de prioriteiten in de werkorganisatie van de leidinggevende.

Signaleert agendaproblemen en verkrijgt bereidheid voor het wijzigen van

afspraken.

Ingevoerde gegevens Verzamelt de benodigde gegevens. Stemt gegevens af met de rubrieken van de

databestanden. Plant de eigen werkzaamheden in, rekening houdend met het

belang en de urgentie van die werkzaamheden.

Projectdocumentatie Registreert diverse financiële en projectgegevens en stelt hierover effectieve

rapportages samen. Werkt offertes en begrotingen uit, legt werkomschrijvingen

vast, vraagt vergunningen aan, stelt voortgangsrapportages op. Achterhaalt

ontbrekende gegevens.

Managementrapportages Bepaalt welke administratieve en personele gegevens relevant zijn voor het

management. Vertaalt deze gegevens in informatieve rapporten.

Meldingen Herkent fouten of bijzonderheden. Signaleert en meldt onregelmatigheden aan

leidinggevende of derden (zoals Arbodienst), rekening houdend met de tijd die

nodig is om passende actie te ondernemen.

Kantoorbeheer Lost automatiseringsvraagstukken op, eventueel in samenwerking met een

extern bureau. Maakt backups, voert pakketwijzigingen door. Zorgt voor het

onderhoud van kantooromgeving en –apparatuur.

Kwaliteit bedrijfsprocedures

en -systemen

Schept randvoorwaarden voor duurzame certificering op veiligheids- of

kwaliteitsgebied. Maakt afspraken met leveranciers, rekening houdend met

voorschriften en kosten.

Archief Bepaalt de meest doelgerichte manier om gegevens vast te leggen. Verzamelt

gegevens uit alle beschikbare bronnen en legt projectdossiers aan. Waarborgt de

juistheid en actualiteit van de dossiers.

Deskundigheid
Kennis van secretariële ondersteuning op MBO niveau (MBO 4). Kennis van administratieve organisatie en

geautomatiseerde systemen. Kennis van de processen en werkrelaties van de leidinggevende en het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het creëren van een prettig ontvangstklimaat. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

vormgeven van documenten en rapportages.

FUNCTIEOMSCHRIJVING HOOFD ADMINISTRATIE A.09.1
Organisatiecontext
De functie Hoofd administratie komt voor in grotere bedrijven en rapporteert aan het directielid belast met de

portefeuille financiën, dan wel aan de controller. Het Hoofd administratie is verantwoordelijk voor de actualiteit

en juistheid van de grootboekhouding, de subadministraties (crediteuren- en debiteurenadministraties), de

loonadministratie (meestal uitbesteed aan een extern bureau), het betalingsverkeer en de periodieke financiële

rapportages. Hij beheert de geautomatiseerde systemen (hard- en software) en bereidt de verbeteringen en

uitbreidingen daarvan voor. Hij stelt de financiële en bedrijfseconomische overzichten samen op basis waarvan

de directie beslissingen neemt. Het hoofd administratie heeft volledige leidinggevende bevoegdheden en is in

die hoedanigheid verantwoordelijk voor zowel een efficiënte inrichting van werkprocessen als voor het effectief

functioneren van zijn medewerker.

Doel van de functie
U bent als Hoofd administratie verantwoordelijk voor de doelmatigheid van de bedrijfsadministratie.
Resultaatgebieden
Adviezen nventariseert opties om bedrijfsrisico's te minimaliseren. Doet aanbevelingen voor af

te sluiten verzekeringen, behandeling van claims, investeringsvoorstellen en

besparingsmaatregelen, rekening houdend met de continuïteit van de kwaliteit van

bedrijfsvoering.

Kwaliteit van

administraties

Signaleert nieuwe richtlijnen voor administratie. Bepaalt de noodzaak tot het

aanpassen van de administratieprocessen en -procedures. Controleert

geadministreerde gegevens en meldt verschillen of fouten, rekening houdend met

een juiste toepassing van bepalingen en afspraken. Zorgt voor een juiste toepassing

van CAO-bepalingen en arbeidsvoorwaardelijke regelingen.

Liquiditeitspositie Accordeert betalingen of laat deze accorderen. Schat de positie in van debiteuren en

benadert debiteuren. Stelt realisatieoverzichten samen. Doet voorstellen voor

verbetering van de liquiditeit, rekening houdend met de omvang van de uitstaande

posten en het belang van de klantrelatie.

Informatievoorziening Ordent gegevens naar relevantie voor management en andere partijen. Combineert

gegevens uit verschillende informatiebronnen. Analyseert gegevens en signaleert

ontwikkelingen of trends. Vertaalt gegevens in stuurinformatie en onderbouwt

voorstellen tot bijsturing.

ICT Zorgt voor en ziet toe op correct werkende geautomatiseerde systemen. Onderzoekt

mogelijke verbeteringen. Bereidt investeringsvoorstellen voor met betrekking tot ICT.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties

van medewerkers. Ziet toe op het verloop van de werkprocessen. Geeft aanwijzingen

en instructies. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van bedrijfsadministratie en financieel management op HBO niveau. Kennis van administratiesystemen

en relevante wet- en regelgeving. Kennis van het administratief beleid en de administratieve organisatie van het

bedrijf. Sociale vaardigheid voor het geven van leiding en het verkrijgen van draagvlak voor adviezen.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van schriftelijke analyses en rapportages

FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTROLLER A.11.1
Organisatiecontext
De functie Controller komt voor in grotere en grote bedrijven. Afhankelijk van de omvang van het bedrijf en de

organisatiestructuur, maakt de functie deel uit van het directieteam dan wel van het managementteam.

De Controller levert input voor de beleidsontwikkeling en vertaalt vastgesteld bedrijfsbeleid naar operationeel

beleid voor de eigen sector. Hij geeft leiding aan de financiële administratie, direct dan wel met tussenkomst

van een hoofd administratie. De inrichting van de administratieve organisatie en van de ICT infrastructuur is

daarbij de expliciete verantwoordelijkheid van de functiehouder. De Controller is verantwoordelijk voor de

bewaking van de bedrijfseconomische performance van het bedrijf en voor het formuleren van maatregelen die,

vanuit bedrijfseconomisch perspectief, noodzakelijk zijn om die performance te verbeteren.

Doel van de functie
U bent als Controller verantwoordelijk voor de financiële bestuurbaarheid van het bedrijf.
Resultaatgebieden
Adviezen Signaleert de ontwikkeling van omzet en kosten. Analyseert de oorzaak van

afwijkingen. Doet voorstellen voor kostenbeheersing en rendementsverbetering,

investeringen en bedrijfsbeleid, rekening houdend met de doelstellingen en

flexibiliteit van het bedrijf. Werkt business cases uit, berekent kosten en

opbrengsten van alternatieve scenario’s.

Financiële structuu Krijgt de behoefte aan stuurinformatie binnen het bedrijf helder. Beoordeelt in

hoeverre aanpassing van de structuur nodig is door ontwikkelingen in wet- en

regelgeving. Zet een administratieve organisatie op, die is afgestemd op zowel

wensen vanuit het bedrijf als eisen vanuit de omgeving. Zorgt voor de ontwikkeling

van de ICT infrastructuur.

Rendement van het

vermogen

Schat de benodigde financiering en beleggingen in, in relatie tot het beschikbaar

vermogen. Stelt liquiditeitsprognoses op. Beoordeelt risico's en kosten en weegt

financieringskeuzes af. Maakt betrouwbare afspraken met financiële instellingen.

Bewaakt financieringsovereenkomsten.

Managementinformatie Verkrijgt inzicht in kengetallen voor de bedrijfsvoering. Beoordeelt de aard en

oorzaak van afwijkingen en vertaalt deze kennis in informatieve documentatie. Stelt

bedrijfseconomische analyses op. Beargumenteert aanbevelingen voor het jaarplan.

Stelt jaarverslagen, toelichtingen en rapportages samen. Werkt controles met de

accountant af, regelt fiscale kwesties.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties

van medewerkers. Ziet toe op het verloop van de werkprocessen. Geeft

aanwijzingen en instructies. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van

medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van bedrijfsadministratie op HBO niveau. Kennis van bedrijfseconomische principes, financiële

automatiseringssystemen en relevante wet- en regelgeving. Kennis van de doelstellingen van het bedrijf en het

financieel beleid. Sociale vaardigheid voor het geven van leiding en het verkrijgen van draagvlak voor adviezen.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van schriftelijke analyses en rapportages.

FUNCTIEOMSCHRIJVING HULPKRACHT B.01.1
Organisatiecontext

De functie Hulpkracht komt voor in alle soorten bedrijven. De Hulpkracht kan algemene ondersteuning leveren

aan een vakman en volgt dan diens aanwijzingen; hij kan ook opdrachten krijgen van een voorman of

uitvoerder. Nadruk in de functie ligt op fysieke ondersteunende werkzaamheden, van een eenduidig karakter en

zonder vakman schappelijke eisen.

Doel van de functie

U bent als Hulpkracht verantwoordelijk voor het gereedmaken van de werkomgeving en het voorbewerken van

ondergronden (bijvoorbeeld om hout te plaatsen of te bewerken). U werkt volgens de instructies en

werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Maakt oppervlakken schoon en bewerkt ze voor, rekening houdend met de

materiaalkenmerken van de ondergrond.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Assisteert bij het opbouwen en afbreken van klim- en steigerwerk.
Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van bouwkundig werk op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basistechnieken materiaalbewerking en

kennis van wet- en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het

bedrijf. Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega's. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

de urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van timmerwerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder uiteenlopende

weersomstandigheden

FUNCTIEOMSCHRIJVING BETONBEWERKER 1 B.01.2
Organisatiecontext
De functie Betonbewerker 1 komt voor in multifunctionele onderhoudsbedrijven en in gespecialiseerde betonreparatiebedrijven. Naast betonrenovatie behoren het injecteren, het aanbrengen van dakcoatings en het

aanleggen van kunststof vloeren tot het werkgebied van de betonapplicatie. De Betonbewerker 1 werkt altijd

samen met een ervaren betonbewerker en volgt diens aanwijzingen. Hij ontvangt gedetailleerde

werkopdrachten en instructies (tot op handelingsniveau) en staat permanent onder toezicht. Nadruk in de

functie ligt op het verrichten van assisterende en ondersteunende werkzaamheden zoals het voorbewerken van

oppervlakken c.q. objecten en het aanmaken en gebruiksklaar maken van de te verwerken materialen.

Doel van de functie
U bent als Betonbewerker 1 verantwoordelijk voor het gereedmaken van de werkomgeving en het zodanig

voorbewerken van ondergronden dat beton gestort of bewerkt kan worden. U werkt volgens de instructies en

werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Verwijdert oude betonconstructies zonder oneffenheden. Bewerkt oppervlakken

zodanig voor, dat risico's voor aantasting van nieuw aan te brengen beton minimaal

zijn.

Gebruiksklare

materialen

Maakt materiaal gebruiksklaar, rekening houdend met de materiaaleigenschappen en

kosten bij verspilling van materiaal.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Assisteert bij het opbouwen en afbreken van klim- en steigerwerk.
Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van betonbewerking op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basistechnieken betonbewerking en kennis van

wet- en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega's. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van de

urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van betonbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

chemische producten, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING BETONBEWERKER 2 B.03.1

Organisatiecontext

De functie Betonbewerker 2 komt voor in multifunctionele onderhoudsbedrijven en in gespecialiseerde betonreparatiebedrijven. Naast betonrenovatiebedrijven behoren het injecteren, het aanbrengen van dakcoatings en

het aanleggen van kunststof vloeren tot het werkgebied van de betonapplicatie. De Betonbewerker 2 werkt op

basis van eenduidige werkopdrachten en instructies van voorman of uitvoerder, onder regelmatig toezicht (een

of enkele malen per dag). Alle voorbereidingen voor het werk zijn getroffen, zoals de aanwezigheid van

materialen en hulpmiddelen en de inrichting van de bouwplaats. De Betonbewerker 2 voert de hem opgedragen

werkzaamheden zelfstandig uit. Tot zijn werkgebied behoort het verwijderen van beschadigd beton en het

aanleggen en herstellen van betonconstructies. Daarnaast legt functiehouder vloeren aan en breng coatings aan,

wanneer deze werkzaamheden direct verband houden met zijn hoofdactiviteit of noodzakelijk zijn om die

hoofdactiviteit voortgang te doen vinden.

Doel van de functie
U bent als Betonbewerker 2 verantwoordelijk voor aanleg en herstel van beton(constructies). U werkt volgens de

instructies en werkmethoden van het bedrijf

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Beoordeelt de eigenschappen van de ondergrond op risico's voor aantasting van het

aan te brengen beton en signaleert en meldt mogelijke kwaliteitsproblemen.

Herstelde

betonconstructies

Bepaalt waar aangetaste zones zich bevinden en kapt beschadigd beton af. Repareert

het beton, zodat een maximale kwaliteit en levensduur van de constructie wordt

gewaarborgd.

Eindbewerkingen Herstelt betonconstructies in de oorspronkelijke vorm en benadert hierbij zoveel

mogelijk de oorspronkelijke oppervlakteruwheid en tint, zodat wordt voldaan aan

opleveringsafspraken.

Totaalservice Legt (kunststof) vloeren aan en brengt coatings aan met het oog op het gewenste

niveau van bescherming en verfraaiing van betonconstructies.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op en

breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in en noteert meer- of minderwerk, rekening

houdend met het belang van de facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van betonbewerking op MBO niveau (MBO 2). Kennis van alle relevante betonbewerkingstechnieken en

kennis van wet- en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het

bedrijf. Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega's. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

de urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van betonbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

chemische producten, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING TIMMERKRACHT 2/ HOUTREPARATEUR B.04.1
Organisatiecontext
De functie Timmerkracht2 /houtreparateur komt voor in multifunctionele onderhoudsbedrijven. De

Timmerkracht 2 werkt op basis van eenduidige werkopdrachten en instructies van voorman of uitvoerder, onder

regelmatig toezicht (een of enkele malen per dag). Alle voorbereidingen voor het werk zijn getroffen, zoals de

aanwezigheid van materialen en hulpmiddelen en de inrichting van de bouwplaats. De Timmerkracht 2 voert de

hem opgedragen werkzaamheden zelfstandig uit. Tot zijn werkgebied behoort de plaatsing van ramen, kozijnen

en gevelelementen, de sanering van door houtrot aangetast houtwerk en de uitvoering van daarmee verband

houdend kleinschalig timmerwerk. Daarnaast verricht de functiehouder werkzaamheden op aanverwante

werkgebieden als schilderwerk, metselwerk en stucwerk, wanneer deze direct verband houden met zijn

hoofdactiviteit of noodzakelijk zijn om die hoofdactiviteit voortgang te doen vinden. Het gaat daarbij om

kleinschalige werkzaamheden van een routinematig karakter.

Doel van de functie
U bent als Timmerkracht 2 verantwoordelijk voor plaatsing en herstel van hout(constructies). U werkt volgens de

instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Verwijdert oude houtconstructies. Beoordeelt de ondergrond op risico's voor stabiele

en duurzame plaatsing van houtconstructies. Signaleert mogelijke kwaliteitsproblemen.

Geplaatste

houtconstructies

Kiest het goede gereedschap. Plaatst en stelt houtconstructies, rekening houdend met

de veiligheid van de werkomgeving. Maakt de constructie ter plekke op maat.

Herstelde

houtconstructies

Bepaalt waar rotte plekken zich bevinden. Verwijdert houtrot zodanig, dat het

rottingsproces stopt. Zorgt voor goede afmetingen bij het maken van inzetstukken en

deelvervangingen.

Totaalservice Verricht klein metsel-, stuc-, schilder- en beglazingswerk, rekening houdend met de

werkvolgorde en het voorkomen van beschadigingen aan naastliggende objecten.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert tijdig ingevulde werkbriefjes in en noteert meer- of minderwerk, rekening

houdend met het belang van de facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van houtbewerking op MBO niveau (MBO 2). Kennis van alle relevante houtbewerkingstechnieken en

kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor

het invullen van de urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van timmerwerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het hanteren van elektrische gereedschappen, het tillen van zware voorwerpen, het werken in

een inspannende houding, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder

door het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING ALLROUND TIMMERKRACHT B.05.1
Organisatiecontext

De functie Allround timmerkracht komt voor in multifunctionele onderhoudsbedrijven. De Allround

timmerkracht werkt op basis van werkopdrachten, waarbij hij de precieze aanpak en uitvoeringswijze ter plekke

zelf beoordeelt en kan aanpassen. Toezicht vindt plaats op afstand, de functiehouder schakelt de voorman of

uitvoerder in bij twijfels over de te volgen werkwijze. De functiehouder verzorgt zelf de afstemming van zijn

werkzaamheden met de opdrachtgever en/of de bewoner/ gebruiker van het pand. Hij neemt meer- en

minderwerk op en informeert zijn leidinggevende daarover. De Allround timmerkracht kan de werkzaamheden

begeleiden van één of 2 medewerkers (timmerlieden, hulpkrachten), die voor de uitvoering van de werkopdracht

aan hem zijn toegevoegd. De Allround timmerkracht werkt aan alle soorten objecten en verricht alle

voorkomende soorten timmerwerk. Daarnaast is hij inzetbaar op aanverwante werkgebieden als schilderwerk,

metselwerk en stucwerk. Het gaat daarbij om werkzaamheden van een routinematig karakter, voor een beperkt

gedeelte van zijn werktijd.

Doel van de functie
U bent als Allround timmerkracht verantwoordelijk voor het opleveren van duurzame en doelmatige

houtconstructies volgens afgesproken specificaties. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden

Adviezen Bepaalt de meest doelgerichte aanpak van het werk. Beoordeelt, in geval van een

gegeven plan van aanpak, de geschiktheid van het plan van aanpak op grond van de

situatie ter plekke en adviseert de leidinggevende waar nodig. Maakt afspraken over de

werkuitvoering met bewoners/gebruikers.

Ondergrondkwaliteit Beoordeelt de ondergrond op risico's voor stabiele en duurzame plaatsing van

houtconstructies. Signaleert mogelijke kwaliteitsproblemen, rekening houdend met de

aansluiting op volgende werkzaamheden.

Geplaatste

houtconstructies

Kiest de werkmethode, afhankelijk van de vaardigheden van de medewerkers, kosten

en de duur van het project. Kiest de materialen, rekening houdend met

materiaaleigenschappen, kwaliteit, kosten en ontwikkelingen op de markt. Vervaardigt,

plaatst en stelt houtconstructies. Beoordeelt de maatvoering bij het op maat maken

van onderdelen.

Eindbewerkingen Zoekt naar verbeterpunten. Zorgt voor een goede presentatie van het eindproduct,

zodat klanten tevreden zijn en klant willen blijven.

Herstelde

houtconstructies

Bepaalt waar rotte plekken zich bevinden. Kiest materialen en werkmethode,

afhankelijk van de houtsoort, de ernst van de houtrot, materiaalkosten en

duurzaamheid van herstel. Voorkomt beschadiging van naastliggende objecten.

Totaalservice Voert klein metsel-, stuc-, schilder- en beglazingswerk uit, rekening houdend met de

werkvolgorde en het voorkomen van beschadigingen aan naastliggende objecten.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productiegegevens Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages rekening houdend met het belang van de facturering van

werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van houtbewerking op MBO niveau (MBO 3). Kennis van alle relevante houtbewerkingstechnieken en

kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid om effectief met klanten en collega’s te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

opstellen van rapportages. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van timmerwerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het hanteren van elektrische gereedschappen, het tillen van zware voorwerpen, het werken in

een inspannende houding, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder

door het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING ALLROUND TIMMERKRACHT B.05.1

FUNCTIEOMSCHRIJVING ALLROUND BETONBEWERKER B.05.2
Organisatiecontext
De functie Allround betonbewerker komt voor in multifunctionele onderhoudsbedrijven en in gespecialiseerde

betonreparatiebedrijven. Naast betonrenovatie behoren het injecteren, het aanbrengen van dakcoatings en het

aanleggen van kunststof vloeren tot het werkgebied van de betonapplicatie. De Allround betonbewerker werkt

op basis van werkopdrachten, waarbij hij de precieze aanpak en uitvoeringswijze ter plekke zelf beoordeelt en

kan aanpassen. Toezicht vindt plaats op afstand, de functiehouder schakelt zelf de voorman of uitvoerder in bij

twijfels over de te volgen werkwijze. De functiehouder verzorgt zelf de afstemming van zijn werkzaamheden met

de opdrachtgever (gebruiker van het pand, dan wel de vertegenwoordiger van de aannemer op de bouwplaats).

De Allround betonbewerker kan de werkzaamheden begeleiden van één of 2 medewerkers (schilders,

betonbewerkers, hulpkrachten), die voor de uitvoering van de werkopdracht aan hem zijn toegevoegd.

Nadruk in de functie ligt op het zelfstandig voorbereiden en uitvoeren van alle voorkomende werkzaamheden op

het gebied van de betonreparatie, het aanbrengen van dakcoatings en het aanleggen van (kunststof)vloeren. Het

efficiënt omgaan met relatief dure materialen is een belangrijk aandachtspunt in de functie.

Doel van de functie

U bent als Allround betonbewerker verantwoordelijk voor het opleveren van duurzame en doelmatige

betonconstructies volgens afgesproken specificaties en werkt volgens de instructies en werkmethoden van het

bedrijf.

Resultaatgebieden

Adviezen Bepaalt de meest doelgerichte, technische aanpak van het werk. Beoordeelt, in geval

van een gegeven plan van aanpak, de geschiktheid van het plan van aanpak op grond

van de situatie ter plekke en adviseert de leidinggevende waar nodig.

Ondergrondkwaliteit Beoordeelt de eigenschappen van de ondergrond op risico’s voor aantasting van het

aan te brengen beton en signaleert en meldt mogelijke kwaliteitsproblemen.

Herstelde

betonconstructies

Bepaalt waar de aangetaste zones zich bevinden en kapt beschadigd beton af.

Beoordeelt of wapeningsstaven vervangen of verstevigd moeten worden. Repareert

het beton, zodat een maximale kwaliteit en levensduur van de constructie wordt

gewaarborgd.

Eindbewerkingen Herstelt betonconstructies in de oorspronkelijke vorm en benadert hierbij zoveel

mogelijk de oorspronkelijke oppervlakteruwheid en tint, zodat wordt voldaan aan

opleveringsafspraken.

Totaalservice Legt (kunststof) vloeren aan en brengt coatings aan met het oog op het gewenste

niveau van bescherming en verfraaiing van betonconstructies.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productie informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van betonbewerking op MBO niveau (MBO 3). Kennis van alle relevante betonbewerkingstechnieken en

kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid om effectief met klanten en collega’s te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

opstellen van rapportages. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van betonbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

chemische producten, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING TIMMERKRACHT 1 B.02.1
Organisatiecontext

De functie Timmerkracht 1 komt voor in alle soorten bedrijven, zowel grote als kleine. De Timmerkracht 1 werkt

altijd samen met een ervaren timmerkracht en volgt diens aanwijzingen. Hij ontvangt gedetailleerde werkopdrachten en instructies (tot op handelingsniveau) en staat permanent onder toezicht. Nadruk van de functie

ligt op de uitvoerende handelingen van het timmerwerk en van aanverwante werkzaamheden zoals eenvoudig

schilderwerk, glaszetwerk of behangen.

Doel van de functie

U bent als Timmerkracht 1 verantwoordelijk voor het gereedmaken van de werkomgeving, het voorbewerken

van ondergronden en voor plaatsing en herstel van eenvoudige houtconstructies. U werkt volgens de instructies

en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Ondergrondkwaliteit
Houtconstructies Kiest het goede gereedschap. Verricht eenvoudige houtrotreparaties en plaatst

eenvoudige houtconstructies.

Totaalservice Verricht klein schilder-, behang- en glaszetwerk. Voorkomt beschadigingen aan

naastgelegen objecten.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Assisteert bij het opbouwen en afbreken van klim- en steigerwerk.
Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van houtbewerking op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basistechnieken materiaalbewerking en kennis

van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega’s. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van timmerwerk.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder uiteenlopende

weersomstandigheden

FUNCTIEOMSCHRIJVING GLASZETTER 1 G.01.1
Organisatiecontext

De functie Glaszetter 1 komt voor in het glaszet- of multifunctionele onderhoudsbedrijf. De Glaszetter 1 werkt

altijd samen met een ervaren glaszetter en volgt diens aanwijzingen. Hij verricht assisterende en

ondersteunende werkzaamheden. Nadruk in de functie ligt enerzijds op het verplaatsen, tillen en in positie

brengen van ruiten en glasconstructies, anderzijds op routinematige handelingen ter voorbereiding en afronding

van het plaatsen van glas.

Doel van de functie
U bent als Glaszetter 1 verantwoordelijk voor het gereedmaken van de werkomgeving en het zodanig

voorbewerken van ondergronden dat glas geplaatst kan worden. U werkt volgens de instructies en

werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden

Ondergrondkwaliteit Verwijdert oude kitlagen en oneffenheden en maakt de ondergrond schoon, rekening

houdend met de gewenste oppervlakteruwheid en de materiaalkenmerken van de

ondergrond.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Assisteert bij het opbouwen en afbreken van klim- en steigerwerk.
Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van beglazing op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basistechnieken beglazen en kennis van wet en

regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale

vaardigheid voor het samenwerken met collega’s. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van urenregistratie.

Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van beglazingswerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

scherpe materialen, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING GLASZETTER 2 G.03.1
Organisatiecontext
De functie Glaszetter 2 komt voor in het glaszet- of multifunctionele onderhoudsbedrijf. De Glaszetter 2 werkt op

basis van eenduidige werkopdrachten en instructies van voorman of uitvoerder, onder regelmatig toezicht (één

of enkele malen per dag). Materialen en hulpmiddelen zijn op het object aanwezig. Hij ontvangt assistentie bij

het tillen en verplaatsen van glas. De Glaszetter 2 plaatst alle voorkomende soorten glas (enkele en dubbele

ruiten, ook speciaal glas) in zowel nieuwbouw-, als onderhoudssituaties.

Doel van de functie

U bent als Glaszetter 2 verantwoordelijk voor de plaatsing van glas(constructies). U werkt volgens de instructies

en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Verwijdert (isolatie)ruiten op efficiënte wijze. Bewerkt kozijnen en sponningen zodanig

voor, dat oude kitlagen helemaal verwijderd zijn en de ondergrond voldoende vlak is.

Geplaatst glas Draagt zorg voor stabiele plaatsing van het glas, inspelend op het voorkomen van letsel.

Afgewerkt glas Werkt glas en kozijnen/sponningen zodanig af, dat op den duur geen lekkage ontstaat.

Werkt het eindresultaat bij volgens opleveringsafspraken.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in en noteert meer- of minderwerk, rekening

houdend met het belang van de facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van beglazing op MBO niveau (MBO 2). Kennis van beglazingstechnieken en kennis van wet en

regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale

vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

invullen van urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van beglazingswerk.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

scherpe materialen, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING ALLROUND GLASZETTER G.04.1

Organisatiecontext

De functie Allround glaszetter komt voor in het glaszet-, schilders- of multifunctionele onderhoudsbedrijf.

De Allround glaszetter werkt op basis van werkopdrachten, waarbij hij de precieze aanpak en uitvoeringswijze ter

plekke zelf beoordeelt en kan aanpassen. Toezicht vindt plaats op afstand, de functiehouder schakelt zelf de

voorman of uitvoerder in bij twijfels over de te volgen werkwijze. Het kan nodig zijn, de aanvoer van materialen

en hulpmiddelen zelf te regelen. De functiehouder verzorgt zelf de afstemming van zijn werkzaamheden met de

opdrachtgever (de bewoner of gebruiker van het pand, dan wel de vertegenwoordiger van de aannemer op de

bouwplaats). Hij ontvangt assistentie bij het tillen en verplaatsen van glas. De Allround glaszetter plaatst alle

voorkomende soorten glas (enkele en dubbele ruiten, speciaal glas), beglazingssystemen en glasconstructies

(puien, wanden, deuren/ramen) in zowel nieuwbouw-, als onderhoudssituaties, gebruik makend van diverse

bevestiging- en verlijmingtechnieken.

Doel van de functie

Doel van de functie

U bent als Allround glaszetter verantwoordelijk voor het opleveren van duurzame en doelmatige glasconstructies

volgens afgesproken specificaties. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden

Adviezen Bepaalt de meest doelgerichte aanpak van het werk. Beoordeelt, in geval van een

gegeven plan van aanpak, de geschiktheid van het plan van aanpak op grond van de

situatie ter plekke en adviseert de leidinggevende waar nodig. Maakt afspraken over de

werkuitvoering met bewoners/gebruikers.

Maatwerk glas Neemt het werk en de maten zodanig op, dat het glas bij de eerste keer snijden of

bestellen goed past, rekening houdend met kosten van materiaal en planning.

Ondergrondkwaliteit Verwijdert (isolatie)ruiten op efficiënte wijze. Bewerkt kozijnen en sponningen zodanig

voor, dat oude kitlagen helemaal verwijderd zijn en de ondergrond voldoende vlak is.

Geplaatst glas Draagt zorg voor stabiele plaatsing van het glas, inspelend op het voorkomen van letsel.

Afgewerkt glas Werkt het glas en kozijnen/sponningen zodanig af, dat geen lekkage ontstaat. Werkt

het eindresultaat bij volgens opleveringsafspraken.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van beglazing op MBO niveau (MBO 3). Kennis van beglazingstechnieken en speciale beglazingssystemen

of glasbewerking en kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en

werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid om effectief met klanten en collega’s te communiceren.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van rapportages. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van

beglazingswerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

scherpe materialen, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SPECIALIST GLASZETTER G.05.1
Organisatiecontext
De functie Specialist glaszetter komt voor in het grotere of gespecialiseerde schilder- of glaszetbedrijf of specifiek

glazeniersbedrijven. Als specialist op zijn vakgebied, beoordeelt hij zelf het werk ter plekke, bepaalt hij de

vaktechnische alternatieven en adviseert hij over de te kiezen aanpak en de te gebruiken materialen, zoals

zonwerend glas, energiebesparend (isolerend) glas, veiligheidsglas, glas-in-lood, (de commerciële aspecten

worden door zijn leidinggevende geregeld). Kenmerkend voor de vakspecialist is, dat hij/zij oude technieken

beheerst zoals het plaatsen en/of restaureren van glas in lood ramen (ter plaatse of werkplaats/atelier) dan wel

nieuwe of niet alledaagse technieken gebruikt bij de uitoefening van het vak. De Specialist glaszetter verzorgt zelf

de afstemming van zijn werkzaamheden met de opdrachtgever en/of de bewoner/ gebruiker van het pand en

regelt zelf de aanvoer van materialen en hulpmiddelen. De Specialist glaszetter plaatst verder alle voorkomende

soorten glas, beglazingssystemen en glasconstructies (puien, wanden, deuren/ramen) in zowel nieuwbouw-, als

onderhoudssituaties, gebruik makend van diverse bevestiging- en verlijmingtechnieken.

Doel van de functie

U bent als Specialist glaszetter verantwoordelijk voor de plaatsing/maken van bijzondere glasconstructies of

speciale glassoorten. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden

Adviezen Beoordeelt de toestand van (oude of bijzondere) glasconstructies, van de bouwkundige

constructie en van de situatie ter plekke. Adviseert klanten over de te kiezen aanpak en

de te gebruiken speciale glassoorten.

Materialen Schat in welke materialen nodig zijn. Bestelt materialen, rekening houdend met de

oorspronkelijke materiaalkeuze, duurzaamheid, schoonheid, kosten en voorschriften

Maatwerk glas Neemt het werk en de maten zodanig op, dat het glas bij de eerste keer snijden of

bestellen goed past, rekening houdend met kosten van materiaal en planning.

Ondergrondkwaliteit Verwijdert (isolatie) ruiten/panelen op efficiënte wijze. Bewerkt kozijnen en

sponningen zodanig voor, dat oude kitlagen helemaal verwijderd zijn en de ondergrond

voldoende vlak is.

Geplaatst glas Draagt zorg voor stabiele plaatsing van het glas (speciaal glas, bijzondere

glasconstructies), inspelend op het voorkomen van letsel.

Afgewerkt glas Werkt het glas en kozijnen/sponningen zodanig af, dat geen lekkage ontstaat. Brengt

bijzondere glasconstructies zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug. Werkt het

eindresultaat bij volgens opleveringsafspraken.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van specialistische beglazing op MBO niveau (MBO 4). Kennis van speciale oude en nieuwe

beglazingstechnieken en kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en

werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid om effectief met klanten en collega’s te communiceren.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van rapportages. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van

beglazingswerk. Eventuele manuele vaardigheid voor het maken van glas in lood panelen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

scherpe materialen, het inademen van vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door

het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING VOORMAN / TEAMLEIDER L.06.1
Organisatiecontext

De functie Voorman/teamleider komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconserverings- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven), zowel grote als kleine. De Voorman is verantwoordelijk voor de correcte

uitvoering van een werkopdracht, met behulp van toegewezen mensen en middelen. Hij wordt aangesproken op

de realisatie van het werk conform de opdracht. De functiehouder verzorgt zelf de afstemming van zijn

werkzaamheden met de opdrachtgever en/of de gebruiker van het pand. Hij neemt meer- en minderwerk op en

informeert zijn leidinggevende daarover. Hij schakelt zelf de uitvoerder/bedrijfsleider in bij twijfels over de wijze

van uitvoering van de werkopdracht. Werkopdrachten hebben een tijdshorizon van enkele weken en bevatten

gedetailleerde aanwijzingen. De Voorman vertaalt de werkopdracht in werkinstructies voor de hem toegewezen

medewerkers en controleert de juiste uitvoering daarvan. Hij levert het werk conform de werkopdracht intern op

aan de uitvoerder/bedrijfsleider, in geval van kleine opdrachten ook direct aan de opdrachtgever. De Voorman

heeft over het algemeen een vaktechnisch aandachtsgebied, maar kan ook een groep medewerkers van

verschillende disciplines aansturen. Naast de organisatie/coördinatie en de technische voorbereiding van de

werkuitvoering, werkt hij zelf mee in de uitvoering als allround vakman, voor een substantieel gedeelte van zijn tijd.

Doel van de functie

U bent als Voorman verantwoordelijk voor de oplevering van (kortdurende) werkopdrachten volgens

afgesproken specificaties. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Werkaanpak Inventariseert de staat van de te behandelen objecten, constructies, gebouwen.

Bepaalt de meest doelgerichte vaktechnische aanpak van het werk.

Werkomgeving Schat in wanneer (aanvullingen van) de voorraad materiaal en materieel benodigd zijn.

Regelt aanvoer en afvoer van materialen, gereedschappen en afval. Waarborgt de

handhaving van veiligheidsvoorschriften op de werkvloer.

Werkstructuur Bepaalt de werkvolgorde. Beoordeelt de verdeling van beschikbaar personeel over de

werkonderdelen, rekening houdend met de verschillende talenten en

persoonlijkheden. Vertaalt werkopdrachten in werkinstructies en handreikingen voor

medewerkers.

Vaktechnische

producten

Werkt mee in de projectuitvoering op het eigen vaktechnische gebied, ervoor zorgend

tegelijk het overzicht over werkzaamheden van medewerkers te bewaren.

Voortgangsinformatie Signaleert tijdig vertragingen en tekortkomingen, zodat er nog gelegenheid is voor

bijsturing en aan opleveringsafspraken kan worden voldaan. Verwerkt

productiegegevens tot informatieve rapportages.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Personeelsprestaties facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties van

medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van het eigen technische vakgebied op MBO niveau (MBO 3).

Kennis van materialen en technieken.

Kennis van waarden, instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het geven van leiding.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het rapporteren over de voortgang van het werk.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het hanteren van

scherpe materialen en/of elektrische gereedschappen, het inademen van vuil, stof en chemische dampen en het

werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder uiteenlopende weersomstandigheden

en/of het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING UITVOERDER L.07.1
Organisatiecontext
De functie Uitvoerder komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconservering- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven). De Uitvoerder is verantwoordelijk voor de correcte uitvoering van een

volledig werk (project), van een afgerond gedeelte van een groot werk dan wel van meerdere kleinere werken

gelijktijdig. Hij is aanspreekbaar op de realisatie van zowel de technische kwaliteit van het werk, de doorlooptijd

als de productiviteit (tijd- en kostenbesteding), zoals vastgelegd in de werkopdracht(en). De functiehouder plant

en organiseert zelf de verschillende werken en stemt deze af met de opdrachtgevers en/of de gebruikers van het

pand en met eventuele onderaannemers, andere aannemers of bedrijven die bij eenzelfde werk betrokken zijn.

Hij schakelt zelf de projectleider of bedrijfsleider in bij twijfels over de (verdere) uitvoering van het werk.

Werkopdrachten hebben een tijdshorizon van enkele weken tot maanden en omvatten een volledig afgerond

werk. Werkt de werkomschrijving uit tot detailplanningen en werkinstructies voor de medewerkers en

controleert de juiste uitvoering daarvan. Hij levert het werk conform de werkopdracht op aan de opdrachtgever,

dan wel - in geval van onderdelen van grotere projecten - aan de projectleider of bedrijfsleider. Heeft vaak een

vaktechnisch aandachtsgebied, maar de functie is ook van toepassing op een combinatie van vakgebieden. In

principe neemt de leiding van de werkuitvoering zijn volledige werktijd in beslag.

Doel van de functie
U bent als Uitvoerder verantwoordelijk voor de oplevering van (middelgrote) werkopdrachten volgens

opleveringsafspraken.

Resultaatgebieden
Werkplanning Bepaalt de gewenste detaillering van de uitvoeringsplannen. Stemt planningen

zodanig af met betrokken partijen, dat vertraging door miscommunicatie wordt

voorkomen.

Werkomgeving Zorgt voor de inrichting van de werkplaats. Schat in wanneer (aanvullingen van) de

voorraad materiaal en materieel benodigd zijn. Regelt aanvoer en afvoer van

materialen, gereedschappen en afval.

Werkstructuur Stelt teams samen en verdeelt de werkzaamheden. Begeleidt voormannen, rekening

houdend met de zelfstandige positie en persoonlijkheden. Geeft instructies en

handreikingen aan collega's. Ziet toe op de voortgang en kwaliteit van de

werkuitvoering.

Voortgangsinformatie Signaleert tijdig vertragingen en tekortkomingen, zodat er nog gelegenheid is voor

bijsturing en aan opleveringsafspraken kan worden voldaan. Gaat de oorzaak van

kostenoverschrijding na. Verwerkt productiegegevens tot informatieve rapportages.

Oplevering Levert het werk op aan de hand van checklists en rapportages.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties van

medewerkers. Ziet toe op het verloop van de werkprocessen. Geeft aanwijzingen en

instructies. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van medewerkers.

Veiligheid/ARBO Waarborgt de handhaving van procedures en voorschriften op het gebied van

veiligheid en ARBO. Signaleert structurele problemen op dit vlak en rapporteert

daarover aan de bedrijfsleider.

Deskundigheid
Kennis van meerdere technische vakgebieden en kennis van projectmanagement op MBO niveau (MBO 4).

Kennis van projectplanning en -uitvoering en logistieke processen. Kennis van waarden, instructies en

werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het geven van leiding en het afstemmen van planningen

met betrokken partijen. Uitdrukkingsvaardigheid voor het samenstellen van periodieke rapportages.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder uiteenlopende

weersomstandigheden

FUNCTIEOMSCHRIJVING UITVOERDER L.07.1
FUNCTIEOMSCHRIJVING PROJECTLEIDER L.09.1
Organisatiecontext
De functie Projectleider komt voor in grotere bedrijven (met name schilder-, metaalconservering- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven). De Projectleider is verantwoordelijk voor het volledige traject van

projectdefinitie tot en met projectoplevering, voor grote projecten c.q. voor projecten die vanwege hun

complexiteit of risico's een expliciete leiding nodig hebben. De functiehouder is aanspreekbaar op zowel de

technische opzet van het project, de haalbaarheid van de planning en het realiteitsgehalte van het budget, als op

de daadwerkelijke uitvoering (technische kwaliteit, tijdpad) en het bedrijfseconomisch resultaat. Hij is

verantwoordelijk voor het uitwerken van het projectplan tot werkomschrijvingen. Offertes behoeven de

goedkeuring van de bedrijfsleiding. Projecten hebben een doorlooptijd van enkele maanden tot een jaar.

Projecten kunnen deel uitmaken van overkoepelende bouwprojecten, in welk geval de functiehouder optreedt

als (vertegenwoordiger van de) onderaannemer in bouwvergaderingen. De Projectleider is de gesprekspartner

van de klant om wensen en mogelijkheden in kaart te brengen en om te komen tot een projectdefinitie. Hij

adviseert de klant zowel over nieuwbouw- of groot onderhoudsprojecten als over meerjarige technische

onderhoudsscenario’s.

Doel van de functie
U bent als Projectleider verantwoordelijk voor de oplevering van een groot project of meerdere projecten

gelijktijdig volgens opleveringsafspraken.

Resultaatgebieden
Adviezen Signaleert kansen om aan veranderende klantwensen tegemoet te komen, met behoud

van commerciële belangen. Bespreekt wensen en uitgangspunten met de

opdrachtgever. Beargumenteert eigen aanbevelingen voor klanten op overtuigende

wijze.

Kwaliteit van

projectresultaten

Geeft leiding aan projectteams. Zet mensen, middelen en werkmethoden op effectieve

wijze in. Begeleidt projectwerkzaamheden, rekening houdend met de kennis, kunde en

motivatie van medewerkers. Geeft richting aan de uitwerking van bestekken,

calculaties, begrotingen, planningen en werkomschrijvingen. Neemt deel aan

bouwvergaderingen. Regelt meer- en minderwerk met de opdrachtgever.

Bewaakt de voortgang, kwaliteit, tijd- en kostenbesteding. Schat risico’s op afwijkingen

in en neemt maatregelen om deze te beheersen.

Projectinformatie Ordent gegevens naar relevantie voor management en andere partijen. Combineert en

analyseert gegevens uit verschillende informatiebronnen. Ziet verbanden of

ontwikkelingen. Vertaalt deze kennis in informatieve rapportages en onderbouwt

voorstellen tot bijsturing van kengetallen of procedures. Optimaliseert werkprocessen.

Klantrelaties Onderhoudt contacten met (potentiële) klanten zodanig, dat klanten duurzaam met het

bedrijf verbonden zijn.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties van

medewerkers. Ziet toe op het verloop van de werkprocessen. Geeft aanwijzingen en

instructies. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van projectmanagement op HBO niveau. Kennis van projectplanning en logistiek en relevante wet- en

regelgeving. Kennis van de waarden en (project)doelstellingen van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het

verkrijgen van draagvlak voor adviezen en het geven van leiding. Uitdrukkingsvaardigheid voor het (schriftelijk)

onderbouwen van voorstellen tot bijsturing van projectinformatie.

FUNCTIEOMSCHRIJVING BEDRIJFSLEIDER L.10.1
Organisatiecontext
De functie Bedrijfsleider komt voor in (middel)grote bedrijven. De Bedrijfsleider is verantwoordelijk voor de

organisatie van een operationeel bedrijfsonderdeel en voor de aansturing van de werkprocessen en mensen

binnen dat onderdeel. Hij is eindverantwoordelijke voor de operationele bedrijfsvoering en de realisatie van

projecten. De Bedrijfsleider onderhoudt actief het contact met bestaande klanten over de voortgang en de

technische uitvoering van de werken/projecten en lost eventuele problemen of knelpunten op.

Projecten hebben een doorlooptijd van enkele maanden tot een jaar. Afhankelijk van de omvang van het

bedrijfsonderdeel, kan de functiehouder zelf de leiding van (grote) projecten voor zijn rekening nemen, al dan

niet met inschakeling van projectleiders voor deelprojecten. De afdelingsorganisatie bestaat meestal uit

vaklieden, voorlieden, uitvoerders en projectleiders, aangevuld met een bedrijfsbureau (calculatoren,

werkvoorbereiders, planners, administratieve ondersteuning). De Bedrijfsleider onderhoudt de relaties met

bestaande klanten. Hij stelt offertes op voor (vervolg)projecten bij bestaande klanten, beoordeelt door anderen

opgestelde offertes op technische haalbaarheid en legt deze ter goedkeuring voor aan de directie.

Een belangrijk aandachtspunt van de Bedrijfsleider is de continue verbetering van effectiviteit en efficiency van

de organisatie van het bedrijfsonderdeel, zodat een optimaal resultaat per project wordt gerealiseerd.

Doel van de functie

U bent als Bedrijfsleider verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf of gedeelte daarvan.
Resultaatgebieden

Klantrelaties Bouwt relatienetwerken op. Onderhoudt contacten met klanten gericht op duurzame

verbinding. Verkrijgt bereidheid van klanten om projectaanvragen in te dienen.

Adviseert klanten over onderhoud- en nieuwbouwaangelegenheden. Verwerft

opdrachten. Geeft richting aan het uitwerken van offertes, projectplannen en

begrotingen.

Prestatieafspraken Schat de beschikbaarheid van personeel in om aan klantverzoeken te voldoen. Maakt

afspraken, rekening houdend met de grenzen aan de flexibiliteit van de eigen bedrijf en

het behoud van kwaliteit. Wijst medewerkers en middelen toe aan projecten. Volgt de

voortgang en stuurt waar nodig bij. Sluit contracten af en bewaakt afspraken.

Onderhoudt contacten met opdrachtgevers over voortgang en kwaliteit.

Coördineert de oplevering.

Veiligheid Houdt voeling met de werkvloer om veiligheidsrisico's en beleving daarvan te kunnen

inschatten. Voert voorzieningen in om bezwarende werkomstandigheden te

minimaliseren, rekening houdend met risico's op kosten door bedrijfsongevallen.

Kwaliteitszorg Vertaalt wet- en regelgeving naar praktische instructies voor en aanpassingen in de

werksituatie. Actualiseert kwaliteitsgebonden (bedrijf)informatie. Informeert

medewerkers over kwaliteitsgebonden regels en afspraken. Waarborgt interne

kwaliteitszorg door derden.

Bedrijfsbeleid Beoordeelt in hoeverre richtlijnen en beleid dienen te worden vastgelegd om het

bedrijf voldoende slagkracht te laten behouden en aan de medewerkers voldoende

houvast te geven. Adviseert over de aanpassing van het beleid.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de prestaties van

medewerkers. Formuleert aandachtspunten voor de ontwikkeling van de

personeelsbezetting. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van economie en management op HBO niveau. Kennis van bedrijfseconomische principes en alle

relevante wet- en regelgeving. Kennis van de volledige bedrijfsvoering en uitgangspunten van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het onderhouden van goed contact met klanten, medewerkers en derden.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

FUNCTIEOMSCHRIJVING METAALCONSERVERING 1 M.01.1
Organisatiecontext
De functie Medewerker metaalconservering 1 komt voor in het (mobiele) metaalconserveringsbedrijf. Hij werkt

vaak samen met een straler en/of spuiter en volgt dan diens aanwijzingen. Nadruk in de functie ligt op fysieke

ondersteunende werkzaamheden (reinigen van te behandelen oppervlakken, bijeenbrengen van gebruikt

straalmiddel, schoonmaken van ruimtes waar stralers of spuiters hebben gewerkt, transporteren van goederen),

gebruik makend van eenvoudig te bedienen handmatige hulpmiddelen. Veilig werken is een belangrijk

aandachtspunt in de functie. Naast algemene veiligheidsvoorschriften, neemt de functiehouder de specifieke

voorzorgsmaatregelen in acht die de leidinggevende, straler of spuiter hem aangeeft.

Doel van de functie
U bent als Medewerker metaalconservering 1 verantwoordelijk voor het zodanig gereedmaken van de

werkomgeving, dat metaal bewerkt kan worden. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het

bedrijf.

Resultaatgebieden

Ondergrondkwaliteit Maakt metalen oppervlakken schoon, rekening houdend met de materiaalkenmerken

van de ondergrond.

Schone werkruimtes

Hulpmiddelen

Reinigt werkruimtes, rekening houdend met veiligheidsrisico'sVoert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van metaalconservering op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basistechnieken metaal conserveren en

kennis van regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega’s. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van metaalbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING MEDEWERKER METAALCONSERVERING 2 M.02.1
Organisatiecontext
De functie Medewerker metaalconservering 2 komt voor in het (mobiele) metaalconserveringsbedrijf. De

Medewerker metaalconservering 2 werkt samen met een straler en/of spuiter en volgt diens aanwijzingen.

Nadruk in de functie ligt op het bewaken en met straalmiddel / coating gevuld houden van straal- en

spuitapparatuur en op het verplaatsen c.q. in positie brengen van (vaak omvangrijke) objecten met behulp van

hijsapparatuur of heftruck. Veilig werken is een belangrijk aandachtspunt in de functie. Naast algemene

veiligheidsvoorschriften, neemt de functiehouder de specifieke voorzorgsmaatregelen in acht die de straler of

spuiter hem aangeeft

Doel van de functie

U bent als Medewerker metaalconservering 2 verantwoordelijk voor orde in de werkomgeving rond te

behandelen oppervlakken. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Reinigt metalen oppervlakken. Brengt (met de kwast) coating aan op kleine of moeilijk

bereikbare delen van metalen oppervlakken, zodat duurzame dekkendheid van de

coating gewaarborgd is.

Gebruiksklare

apparatuur

Maakt apparatuur gebruiksklaar en stelt de apparatuur en materialen zodanig bij

tijdens gebruik, dat kosten door uitstel of haperingen zo klein mogelijk zijn

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Bouwt klim- en steigerwerk op en breekt het af, rekening houdend met

veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van metaalconservering op MBO niveau (MBO 1). Kennis van alle relevante voorbehandelingsmethoden

en kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het

bedrijf. Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega’s. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van metaalbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING CONSTRUCTIESCHILDER M.03.1

Organisatiecontext

De functie Constructieschilder komt voor in het (mobiele) metaalconserveringsbedrijf. De Constructieschilder

werkt op basis van eenduidige werkopdrachten en instructies van een voorman/leidinggevende, onder

regelmatig toezicht (een of enkele malen per dag). De voorman/leidinggevende heeft de

eindverantwoordelijkheid voor de in- en externe oplevering. Alle voorbereidingen voor het werk zijn getroffen,

zoals de plaatsing van omvangrijke steigers, hulpconstructies en afschermingen (milieubescherming) en de

aanwezigheid van materialen en hulpmiddelen. De Constructieschilder hanteert handmatige technieken (kwast,

roller). Het schilderwerk laat zich kenmerken door het behandelen van grote oppervlakken waarbij snelheid en

dekkend schilderen belangrijker zijn dan nauwkeurigheid. Hij werkt aan zowel grote objecten in de buitenlucht

(metaal- en betonconstructies als offshore installaties, schepen, bruggen, sluizen e.d.), in besloten ruimtes

(tankwanden), aan machines/ installaties als aan verplaatsbare constructies in een spuithal of loods.

Het, aan de hand van veiligheidsvoorschriften, zeker stellen van een veilige werkuitvoering, is een belangrijk

aandachtspunt in de functie.

Doel van de functie

U bent als Constructieschilder verantwoordelijk voor bescherming van metaal en beton door verflagen. U werkt

volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Beoordeelt materiaalkenmerken van de ondergrond op risico's voor hechting en

aantasting van de aan te brengen grond- en verflagen, signaleert mogelijke

kwaliteitsproblemen en behandelt de ondergrond voor.

Grond- en hechtlagen Maakt objecten geschikt voor afwerking, brengt grond- en hechtlagen aan en

beoordeelt de geschiktheid en duurzaamheid van de aangebrachte lagen.

Eindlagen Controleert afwerksituaties aan de hand van kwaliteitsafspraken over de definitieve

afwerking. Breng deklagen aan. Toetst eindresultaten en werkt deze bij zodat wordt

voldaan aan opleveringsafspraken.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van constructieschilderen op MBO niveau (MBO 2).

Kennis van alle relevante verftechnieken en kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid.

Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van urenregistratie.

Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van metaalbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING STRALER M.03.2
Organisatiecontext

De functie Straler komt voor in het (mobiele) metaalconserveringsbedrijf. De Straler werkt op basis van

werkopdrachten, waarin de te gebruiken straalmiddelen en de te bereiken oppervlakteruwheid zijn

voorgeschreven. Omvangrijke steigers, hulpconstructies en afschermingen (milieubescherming) zijn aangebracht;

de Straler beoordeelt zelf, of de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden. Hij zorgt zelf voor de aanvoer

van de benodigdheden naar de werkplek. De Straler werkt met hoge druk straalapparatuur aan zowel grote

objecten in de buitenlucht (metaal- en betonconstructies als offshore installaties, schepen, bruggen, sluizen e.d.),

in besloten ruimtes (tankwanden) als aan verplaatsbare metalen constructies in een spuithal of loods. Indien de

omstandigheden dat vereisen, wordt hij geassisteerd door een hulpkracht, die de straalapparatuur

bedient/gevuld houdt, slangen verplaatst e.d. De Straler werkt in beschermende kleding. Het zeker stellen van

een veilige werkuitvoering, zowel door hemzelf als door een toegevoegde hulpkracht, is een belangrijk

aandachtspunt in de functie.

Doel van de functie
U bent als Straler verantwoordelijk voor reiniging en herstel van metaal en beton met straalmiddelen. U werkt

volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Gestraalde

oppervlakken

Beoordeelt de conditie van het te stralen oppervlak. Straalt oppervlakken en regelt de

apparatuur tijdig bij. Beoordeelt de ruwheid en werkt het resultaat bij zodat aan

opleveringsafspraken wordt voldaan.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig, dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Bouwt klim- en steigerwerk op en breekt het af, rekening houdend met

veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van het stralen/metaal- en betonbewerking op MBO niveau (MBO 1). Kennis van alle relevante

voorbehandelingsmethoden en kennis van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en

werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren.

Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van

metaalbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil en stof en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder uiteenlopende

weersomstandigheden en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SPUITER M.04.1

Organisatiecontext
De functie Spuiter komt voor in het (mobiele) metaalconserveringsbedrijf. De Spuiter werkt op basis van

werkopdrachten, waarin de te gebruiken coatings, de viscositeit van de coatings, het aantal lagen en de te

bereiken laagdiktes zijn voorgeschreven. Omvangrijke steigers, hulpconstructies en afschermingen

(milieubescherming) zijn aangebracht; de spuiter beoordeelt zelf, of de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen

worden. Hij zorgt zelf voor de aanvoer van de benodigdheden naar de werkplek. De Spuiter werkt met

(spuit)apparatuur aan zowel grote objecten in de buitenlucht (metaal- en betonconstructies als offshore

installaties, schepen, bruggen, sluizen en dergelijke), in besloten ruimtes (tankwanden) als aan verplaatsbare

metalen constructies in een spuithal of loods. De Spuiter kan de werkzaamheden begeleiden van één of 2

medewerkers, die voor de uitvoering van de werkopdracht aan hem zijn toegevoegd. De Spuiter werkt in

beschermende kleding, eventueel met luchtvoorziening. Het zeker stellen van een veilige werkuitvoering, zowel

door hemzelf als door een toegevoegde medewerker, is een belangrijk aandachtspunt in de functie.

Doel van de functie

U bent als Spuiter verantwoordelijk voor herstel, bescherming en verfraaiing van metaal en beton met coatings.

U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf

Resultaatgebieden
Adviezen Bepaalt de meest doelgerichte aanpak van het werk. Beoordeelt, in geval van een

gegeven plan van aanpak, de geschiktheid van het plan van aanpak op grond van de

situatie ter plekke en adviseert de leidinggevende waar nodig.

Eindlagen Controleert de conditie van het te behandelen oppervlak, stelt spuitapparatuur in en

bestuurt deze. Beoordeelt en meet laagdiktes aan de hand van afspraken over de

definitieve afwerking. Toetst eindresultaten en werkt deze bij zodat wordt voldaan aan

opleveringsafspraken.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert tijdig ingevulde werkbriefjes in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van het spuiten/coaten op MBO niveau (MBO 2). Kennis van alle relevante applicatietechnieken en kennis

van wet en regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor

het invullen van urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van metaalbewerkingen.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SCHILDER 1 S.02.1

Organisatiecontext
De functie Schilder 1 komt voor in alle typen schilder- en onderhoudsbedrijven, zowel grote als kleine.

De Schilder 1 werkt altijd samen met een ervaren schilder en volgt diens aanwijzingen. Hij ontvangt

gedetailleerde werkopdrachten en instructies (tot op handelingsniveau) en staat permanent onder toezicht.

Nadruk van de functie ligt op de uitvoerende handelingen van het schilderwerk en van aanverwante

werkzaamheden zoals eenvoudige houtrotreparatie, glaszetwerk of behangen.

Doel van de functie

U bent als Schilder 1 verantwoordelijk voor voorbewerkte ondergronden en verflagen. U werkt volgens de

instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Bewerkt de ondergrond zodanig voor, dat risico's voor hechting en aantasting van de

aan te brengen grond- en verflagen zo klein mogelijk zijn.

Grond- en hechtlagen Maakt objecten geschikt voor afwerking, rekening houdend met de dekkendheid van

de verflagen

Eindlagen Werkt objecten zodanig af, dat wordt voldaan aan instructies.
Totaalservice Verricht klein behang- en glaszetwerk en eenvoudige houtrotreparaties. Voorkomt

beschadigingen aan naastgelegen objecten.

Hulpmiddelen Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Onderhoudt gereedschappen

zodanig dat deze goed bruikbaar zijn.

Hulpconstructies Assisteert bij het opbouwen en afbreken van klim- en steigerwerk.
Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in, rekening houdend met het belang van de

facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van schilderen op MBO niveau (MBO 1). Kennis van basis verftechnieken en kennis van wet en

regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Sociale vaardigheid voor het samenwerken met collega’s. Uitdrukkingsvaardigheid voor het invullen van

urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van schilderwerk.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SCHILDER 2 S.04.1
Organisatiecontext

De functie Schilder 2 komt voor in alle typen schilder- en onderhoudsbedrijven, zowel grote als kleine. De

Schilder 2 werkt op basis van eenduidige werkopdrachten en instructies van een voorman/leidinggevende, onder

regelmatig toezicht (een of enkele malen per dag). De voorman/leidinggevende heeft de

eindverantwoordelijkheid voor de in- en externe oplevering. Alle voorbereidingen voor het werk zijn getroffen,

zoals de aanwezigheid van materialen en hulpmiddelen en de inrichting van de bouwplaats. De Schilder 2 voert

de hem opgedragen werkzaamheden zelfstandig uit. Tot zijn werkgebied behoren alle vormen van uitvoerend

schilderwerk. Daarnaast is hij in meerdere of mindere mate inzetbaar op aanverwante werkgebieden als houtrotreparatie, glaszetten en behangen, eveneens in uitvoerende zin en op basis van eenduidige in

Doel van de functie

U bent als Schilder 2 verantwoordelijk voor verfraaiing en bescherming van oppervlakken met verflagen en

aanverwante werkzaamheden. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Ondergrondkwaliteit Beoordeelt materiaalkenmerken van de ondergrond op risico's voor hechting en

aantasting van de aan te brengen grond- en verflagen en signaleert mogelijke

kwaliteitsproblemen.

Grond- en hechtlagen Maakt objecten geschikt voor afwerking, onder andere het voorbehandelen van de

ondergrond en het aanbrengen van grond- en hechtlagen.

Eindlagen Controleert afwerksituaties aan de hand van afspraken over de definitieve afwerking.

Brengt deklagen aan. Toetst eindresultaten en werkt deze zodanig bij dat wordt

voldaan aan opleveringsafspraken

Totaalservice Verricht behang- en glaszetwerk, klein spuitwerk en eenvoudige houtrot- en

betonreparaties. Voorkomt beschadigingen aan naastliggende objecten.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op en

breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Productiegegevens Levert ingevulde werkbriefjes tijdig in en noteert meer- of minderwerk, rekening

houdend met het belang van de facturering van werkzaamheden aan klanten.

Deskundigheid
Kennis van schilderen op MBO niveau (MBO 2). Kennis van alle relevante verftechnieken en kennis van wet en

regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale

vaardigheid om op een passende manier met klanten te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

invullen van urenregistratie. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van schilderwerk.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

Organisatiecontext
De functie Allround schilder komt voor in alle typen schilder- en onderhoudsbedrijven, zowel grote als kleine.

De Allround schilder werkt op basis van werkopdrachten, waarbij hij de precieze aanpak en uitvoeringswijze ter

plekke zelf beoordeelt en kan aanpassen. Toezicht vindt plaats op afstand, de functiehouder schakelt de

voorman of uitvoerder in bij twijfels over de te volgen werkwijze. De functiehouder verzorgt zelf de afstemming

van zijn werkzaamheden met de opdrachtgever en/of de bewoner/gebruiker van het pand. Hij neemt meer- en

minderwerk op en informeert zijn leidinggevende daarover. De Allround schilder kan de werkzaamheden

begeleiden van één of 2 medewerkers (schilders, hulpkrachten), die voor de uitvoering van de werkopdracht aan

hem zijn toegevoegd. De Allround schilder werkt aan alle soorten objecten en verricht alle voorkomende soorten

schilderwerk. Daarnaast is hij inzetbaar op aanverwante werkgebieden als houtrotreparatie, glaszetten en

behangen. Het gaat daarbij om werkzaamheden van een routinematig karakter, voor een beperkt gedeelte van zijn werktijd.

Doel van de functie
U bent als Allround schilder verantwoordelijk voor het opleveren van duurzaam en kwalitatief hoogwaardig

schilderwerk volgens afgesproken specificaties. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Adviezen Bepaalt de meest doelgerichte aanpak van het werk. Beoordeelt, in geval van een

gegeven plan van aanpak, de geschiktheid van het plan van aanpak op grond van de

situatie ter plekke en adviseert de leidinggevende waar nodig. Maakt afspraken over de

werkuitvoering met bewoners/gebruikers.

Ondergrondkwaliteit Beoordeelt de materiaalkenmerken van de ondergrond op risico's voor hechting en

aantasting van de aan te brengen grond- en verflagen en signaleert mogelijke

kwaliteitsproblemen.

Grond- en hechtlagen Maakt de te bewerken objecten geschikt voor afwerking, onder andere door het

voorbehandelen van de ondergrond en het aanbrengen van grond- en hechtlagen en

beoordeelt de effectiviteit en duurzaamheid van de aangebrachte lagen.

Eindlagen Controleert afwerksituaties aan de hand van kwaliteitsafspraken over de definitieve

afwerking. Breng deklagen aan. Toetst eindresultaten en werkt deze bij zodat wordt

voldaan aan opleveringsafspraken.

Totaalservice Voert behang-, glaszet-, spuit- en stucwerk en houtrot- en betonreparaties uit. Geeft

kleuradviezen. Beoordeelt de situatie ter plekke en doet suggesties om de eindkwaliteit

te waarborgen.

Werkomgeving Voert materialen, gereedschappen en afval aan en af. Bouwt hulpconstructies op,

plaatst ze en breekt ze af, rekening houdend met veiligheidsrisico's.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van schilderen op MBO niveau (MBO 3). Kennis van alle relevante verftechnieken en kennis van wet en

regelgeving over milieu en veiligheid. Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale

vaardigheid om effectief met klanten en collega’s te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen

rapportages. Manuele vaardigheid voor het uitvoeren van schilderwerk.

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SPECIALIST SCHILDER/RESTAURATIESCHILDER S.06.1

Organisatiecontext

De functie Specialist schilder komt voor in het grotere of gespecialiseerde schilderbedrijf. Hij beoordeelt zelf het

werk ter plekke, bepaalt de vaktechnische alternatieven en adviseert over de te kiezen aanpak (commerciële

aspecten worden door zijn leidinggevende geregeld). Kenmerkend is dat hij oude dan wel nieuwe niet alledaagse

technieken gebruikt bij de uitoefening van het vak. De Specialist schilder verzorgt zelf de afstemming van zijn

werkzaamheden met de opdrachtgever en/of de bewoner/ gebruiker van het pand en regelt zelf de aanvoer van

materialen en hulpmiddelen. De Specialist schilder kan de werkzaamheden begeleiden van één of 2

medewerkers (schilders, hulpkrachten), die voor de uitvoering van de werkopdracht aan hem zijn toegevoegd .

Hij is de uitvoerende vakman op één van de volgende gespecialiseerde vakgebieden: restauratieschilderwerk:

analyse van de samenstelling van oude verflagen, in de oorspronkelijke toestand terugbrengen van het

schilderwerk; decoratieschilderwerk: aanbrengen van bijzondere tekeningen in het oppervlak, van beletteringen

met bijzondere vormgeving, etc.; hoogwaardige wanddecoratie: toepassing van bijzondere, kwetsbare of

kostbare materialen bij de afwerking van wanden; hoog kwalitatief spuitwerk: hoogwaardige oppervlaktebehandelingen van relatief kostbare objecten met behulp van specialistische spuittechnieken.

Doel van de functie
U bent als Specialist schilder verantwoordelijk voor verfraaiing, bescherming en restauratie van (bijzondere)

objecten en gebouwen. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Afspraken Bepaalt de meest doelgerichte manier om het werk uit te voeren. Maakt

uitvoeringsafspraken met klanten, werkgever, collega's en eventueel derden, rekening

houdend met de verschillende belangen van iedereen en de omstandigheden waarin

het werk moet worden uitgevoerd.

Materialen Schat in hoeveel en welk materiaal benodigd is voor het werk. Schaft materialen aan,

rekening houdend met de oorspronkelijke materiaalkeuze, duurzaamheid,

verwerkbaarheid, schoonheid, kosten en voorschriften.

Ondergrondkwaliteit Beoordeelt de materiaalkenmerken van de ondergrond van (bijzondere) objecten en

gebouwen op risico's voor hechting en aantasting van de aan te brengen grond- en

verflagen. Kiest de manier en intensiteit van het voorbehandelen, rekening houdend

met eerdere bewerkingen van de ondergrond.

Grond- en hechtlagen Maakt de te bewerken objecten geschikt voor afwerking, onder andere door het

voorbehandelen van de ondergrond en het aanbrengen van grond- en hechtlagen en

beoordeelt de effectiviteit en duurzaamheid van de aangebrachte lagen.

Eindlagen Controleert afwerksituaties aan de hand van kwaliteitsafspraken over de definitieve

afwerking. Creëert hoogwaardige producten, gebruik makend van vakspecialistische

materialen en technieken. Toetst eindresultaten en werkt deze bij zodat wordt voldaan

aan opleveringsafspraken.

Totaalservice Verricht hoogwaardige (wand)decoratiewerk en specialistisch spuitwerk, rekening

houdend met kwetsbaarheid en kostbaarheid van materialen en objecten en de

oorspronkelijke afwerkingstijl.

Werkinstructies Geeft instructies en handreikingen aan collega's, rekening houdend met het

prestatieniveau en een passende manier van communiceren.

Productie-informatie Verzamelt en registreert productiecijfers (manuren, materialen, meer-/minderwerk).

Levert (interne) rapportages en eindkeuringsrapporten, rekening houdend met de

facturering van werkzaamheden aan klanten en de interne informatiedoeleinden.

Deskundigheid
Kennis van schilderen op MBO niveau (MBO 3 met specialistische ervaring of MBO 4). Kennis van speciale oude

en nieuwe technieken op het eigen vakgebied en kennis van wet- en regelgeving over milieu en veiligheid.

Kennis van instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid om effectief met klanten en

collega’s te communiceren. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen rapportages. Manuele vaardigheid voor

het uitvoeren van schilderwerk.

FUNCTIEOMSCHRIJVING SPECIALIST SCHILDER/RESTAURATIESCHILDER S.06.1

Bezwarende werkomstandigheden
Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen, het werken in een inspannende houding, het inademen van

vuil, stof en chemische dampen en het werken in een risicovolle werkomgeving. Hinder door het werken onder

uiteenlopende weersomstandigheden.

FUNCTIEOMSCHRIJVING MATERIAALBEHEERDER T.02.1
Organisatiecontext

De functie Materiaalbeheerder komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconservering- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven), met name de grotere. De Materiaalbeheerder verricht uitvoerende

werkzaamheden op het gebied van beheer, uitgifte en inname van verbruiksmaterialen (basis-verfstoffen en -

bouwkundige materialen, hulpmaterialen) en materieel (hulpmiddelen en gereedschappen zoals ladders,

steigers, klimmaterialen, bouwlampen, spuitapparatuur, pompen, gereedschapskisten e.d.). Het materieelbeheer

is onderworpen aan regels en voorschriften (verband houdend met veiligheid); de leidinggevende houdt toezicht

op het juist toepassen daarvan. Bij geconstateerde afwijkingen van regels en voorschriften raadpleegt de

functiehouder de leidinggevende. De Materiaalbeheerder houdt een registratie bij van in voorraad gehouden

gereedschappen en materialen en houdt de voorraden op peil volgens afgesproken procedures.

Doel van de functie
U bent als Materiaalbeheerder verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van gebruiksklaar materiaal en

materieel. U werkt volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Opslag van goederen Beoordeelt de staat waarin ontvangen materiaal en materieel verkeert. Voert

reparaties en keuringen uit of laat dit doen. Bepaalt de beste manier en plaats om

goederen op te slaan, rekening houdend met de ordelijkheid en toegankelijkheid van

de opslag.

Uitgifte van goederen Inventariseert welk materieel en materiaal voor de werkopdrachten nodig is.

Beoordeelt in hoeverre bijbehorende documenten en informatie volledig zijn en

achterhaalt ontbrekende gegevens, rekening houdend met tijdige beschikbaarheid voor

uitgifte.

Afvaltransport Neemt afval in, scheidt het en voert het af, rekening houdend met veiligheidsrisico's
Voorraad Registreert gegevens over de voorraad. Verstrekt informatie over opslag- en

uitgifteprocedures en voorraden. Meldt bijzonderheden aan de leidinggevende.

Voorraadinformatie Signaleert dreigende voorraadtekorten, rekening houdend met nauwkeurigheid van de

administratie en kosten bij onnodige aanschaf van materiaal en materieel.

Deskundigheid
Kennis van logistiek op MBO niveau (MBO 2). Kennis van logistieke processen en kennis van regels voor

afvalscheiding. Kennis van de instructies en werkmethoden van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het geven

van informatie aan klanten en derden. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van uitgifte- en

opslagdocumenten.

Bezwarende werkomstandigheden

Fysiek risico door het tillen van zware voorwerpen en het hanteren van (chemisch) afval.

FUNCTIEOMSCHRIJVING CALCULATOR T.07.1
Organisatiecontext
De functie Calculator komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconservering- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven), met name de grotere. De Calculator is verantwoordelijk voor zowel het

opnemen van werken (waaronder het opmeten van gebouwen/objecten, het beoordelen van de

onderhoudstoestand en het adviseren over de toe te passen behandelingen), als voor het berekenen van de

benodigde hoeveelheid manuren, materialen en hulpapparatuur. Hij/zij werkt nauw samen met de

projectverantwoordelijke (projectleider, bedrijfsleider of directeur), die de toe te passen behandelingen en

technieken en de te gebruiken materialen vaststelt. Voor het berekenen van de benodigde manuren en

materialen maakt de Calculator gebruik van vastgestelde normen en kengetallen. Op basis van nacalculaties stelt

hij afwijkingen van de berekende hoeveelheid manuren en materialen vast en adviseert hij over aanpassingen

van normen/kengetallen

Doel van de functie

U bent als Calculator verantwoordelijk voor projectbegrotingen. U werkt volgens de instructies en

werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Projectspecificaties Schat de staat van te behandelen gebouwen of objecten in. Beoordeelt de omvang

van het werk, door informatie uit diverse bronnen te combineren. Vertaalt werk in

arbeid en tijd, rekening houdend met het belang van nauwkeurigheid tegenover

tijdsdruk.

Kostprijsberekeningen Beoordeelt in hoeverre projectonderdelen doorgerekend moeten worden. Schat

risicofactoren in die projectkosten kunnen beïnvloeden. Verbindt projectonderdelen

aan kostenposten en raamt de kosten. Stelt technische bijlagen bij offertes op.

Projectinformatie Verzamelt projectgegevens. Beoordeelt de relevantie van informatie en combineert

gegevens tot informatieve rapportages.

Adviezen Stelt afwijkingen tussen voor- en nacalculaties vast en beargumenteert voorstellen

tot bijstelling van normen, kengetallen of tarieven. Registreert aanpassingen in de

administratieve systemen.

Deskundigheid
Kennis van het eigen technische vakgebied op MBO niveau (MBO 4). Kennis van werkmaterialen en

ondergronden, relevante softwarepakketten en data-analyse. Kennis van de risicobereidheid van het bedrijf en

het begrotingsniveau van concurrenten. Sociale vaardigheid voor het afstemmen van (wijzigingen in)

begrotingen. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van technische offertebijlagen

FUNCTIEOMSCHRIJVING WERKVOORBEREIDER T.07.2
Organisatiecontext
De functie Werkvoorbereider komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconservering- en

multifunctionele onderhoudsbedrijven), met name de grotere. De Werkvoorbereider is verantwoordelijk voor de

technische en organisatorische voorbereiding en voor de detail- planning van projecten. Hij/zij werkt nauw

samen met de projectverantwoordelijke (projectleider, bedrijfsleider of directeur), die de te volgen werkwijzen,

volgorde van activiteiten en te gebruiken materialen en menskracht vaststelt. Basis voor de werkvoorbereiding is

de geaccepteerde offerte, al dan niet uitgewerkt tot een bestek, waarin het uit te voeren werk is gespecificeerd.

De functiehouder zorgt voor een juiste toepassing van wettelijke regels (Arbo, VGA, milieuvoorschriften etc.) en

bedrijfsvoorschriften (o.a. kwaliteitsborging). Deze zijn geïntegreerd in een bedrijfszorgsysteem en vastgelegd in

een zogenaamd kwaliteitshandboek; de functiehouder houdt dit handboek actueel.

Doel van de functie
U bent als Werkvoorbereider verantwoordelijk voor projectinrichting op de werkplek. U werkt volgens de

instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden
Plannen Vertaalt projectspecificaties (offerte) en overige informatie over projecten en

vooruitzichten in een plan (jaarplan, projectplan, activiteitenplan of anderszins),

rekening houdend met de behoefte aan capaciteit in mankracht, materieel en

materiaal.

Afstemmingsafspraken Neemt contact op met betrokken partijen voor de projectuitvoering. Vertaalt

informatie uit projectspecificaties in concrete afspraken. Waarborgt een effectieve

samenwerking van alle partijen.

Werkplekinrichting Beoordeelt de benodigdheden op de werkplek om het project volgens afspraak te

kunnen uitvoeren/opleveren. Regelt of maakt deze benodigdheden (werkinstructies,

werkomschrijvingen, materieel, materiaal en transport), rekening houdend met het

gebruiksgemak van en op de werkplek. Geeft waar nodig een toelichting.

Voortgangsinformatie Schat in in hoeverre de werkzaamheden volgens schema verlopen. Achterhaalt

ontbrekende gegevens. Signaleert tijdig afwijkingen van de planning en verwerkt

gegevens tot informatieve rapportages.

Verbetervoorstellen Signaleert knelpunten en verbeterpunten op het gebied van planning en

budgettering. Bepaalt geschikte methoden om de kwaliteit van deze processen te

verbeteren. Dient goed beargumenteerde voorstellen tot verbetering in.

Kwaliteitszorg Past kennis over wijzigingen in wet- en regelgeving over kwaliteitszorg toe op de

werkvloer. Houdt kwaliteitshandboeken bij. Spreekt anderen aan op het niet naleven

van richtlijnen en voorschriften, rekening houdend met de bekendheid van

medewerkers met richtlijnen

Deskundigheid
Kennis van bouwkunde en projectmanagement op MBO niveau (MBO 4). Kennis van projectplanning en

logistieke processen. Kennis van de doelstellingen inzake projectmanagement van het bedrijf

Sociale vaardigheid voor het maken van afstemmingsafspraken met derden. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

presenteren van verbetervoorstellen en voortgangsrapporten

FUNCTIEOMSCHRIJVING CALCULATOR/WERKVOORBEREIDER T.07.3

Organisatiecontext

De functie Calculator/werkvoorbereider komt voor in alle type bedrijven (schilder-, glaszet-, metaalconserveringen multifunctionele onderhoudsbedrijven), met name de middelgrote. De Calculator/werkvoorbereider is

verantwoordelijk voor zowel de berekening van de benodigde hoeveelheid manuren en materialen voor een

gespecificeerd werk/project, als voor de technische en organisatorische voorbereiding van het werk. Hij/zij werkt

nauw samen met de projectverantwoordelijke (projectleider of directeur), die het werk opneemt, de werkwijzen

en toe te passen materialen en technieken bepaalt en de offerte uitbrengt. De functiehouder kan ingeschakeld

worden voor het opnemen van werken (meestal de kleinere); zijn bevindingen legt hij ter accordering voor aan

de projectverantwoordelijke. Basis voor de calculatie en werkvoorbereiding is de uitgebrachte offerte dan wel

een (voorlopige) specificatie van het uit te voeren werk, aangeleverd door de projectverantwoordelijke. Voor het

berekenen van de benodigde manuren en materialen maakt de Calculator/werkvoorbereider gebruik van

vastgestelde normen en kengetallen. De functiehouder houdt zich op de hoogte van wettelijke regels (Arbo,

VGA, milieuvoorschriften etc.) en zorgt ervoor dat werkinstructies en werkplekinrichtingen daaraan voldoen

Doel van de functie

U bent als Calculator/werkvoorbereider verantwoordelijk voor projectbegrotingen en projectinrichting. U werkt

volgens de instructies en werkmethoden van het bedrijf.

Resultaatgebieden

Projectspecificaties Schat de staat van te behandelen gebouwen of objecten in, aan de hand van

programma van eisen of globaal bestek. Beoordeelt de omvang van het werk, door

informatie uit diverse bronnen te combineren en door opmeten. Vertaalt werk in

arbeid en tijd, rekening houdend met het belang van nauwkeurigheid tegenover

tijdsdruk.

Kostprijsberekeningen Beoordeelt in hoeverre projectonderdelen doorgerekend moeten worden. Schat

risicofactoren in die projectkosten kunnen beïnvloeden. Verbindt

projectonderdelen aan kostenposten en raamt de kosten. Stelt technische bijlagen

bij offertes op.

Afstemmingsafspraken Neemt contact op met betrokken partijen voor de projectuitvoering. Vertaalt

informatie uit projectspecificaties in concrete afspraken. Waarborgt een effectieve

samenwerking van alle partijen.

Werkplekinrichting Beoordeelt de benodigdheden op de werkplek om het project volgens afspraak te

kunnen uitvoeren/opleveren. Regelt of maakt deze benodigdheden

(werkinstructies, werkomschrijvingen, materieel, materiaal en transport), rekening

houdend met het gebruiksgemak van en op de werkplek.

Voortgangsrapportages Schat in in hoeverre de werkzaamheden volgens schema verlopen. Achterhaalt

ontbrekende gegevens. Signaleert tijdig afwijkingen van de planning en verwerkt

gegevens tot informatieve rapportages.

Adviezen Stelt afwijkingen tussen voor- en nacalculaties vast en beargumenteert voorstellen

tot bijstelling van normen, kengetallen of tarieven. Registreert aanpassingen in de

administratieve systemen.

Verbetervoorstellen Signaleert knelpunten en verbeterpunten op het gebied van planning en

budgettering. Bepaalt geschikte methoden om de kwaliteit van deze processen te

verbeteren. Dient goed beargumenteerde voorstellen tot verbetering in.

Deskundigheid
Kennis van het eigen technische vakgebied op MBO niveau (MBO 4).Kennis van werkmaterialen en

ondergronden, relevante softwarepakketten, logistieke processen en data-analyse. Kennis van de

risicobereidheid van het bedrijf en de doelstellingen inzake projectmanagement. Sociale vaardigheid voor het

afstemmen van begrotingen en maken van afspraken met diverse partijen. Uitdrukkingsvaardigheid voor het

opstellen van technische offertebijlagen en (capaciteit-)plannen.

FUNCTIEOMSCHRIJVING ONDERHOUDSADVISEUR / RGS-ADVISEUR T.08.1
Organisatiecontext
De functie Onderhoudsadviseur / RGS-adviseur komt voor in grotere bedrijven, met name schilderbedrijven en

multifunctionele onderhoudsbedrijven. De Onderhoudsadviseur / RGS-adviseur is verantwoordelijk voor het

ontwikkelen van meerjarige onderhoudsplannen voor (over het algemeen grotere) objecten. Uitgangspunten

voor onderhoudsplannen zijn inspectierapporten en (door de projectleider in overleg met de klant gemaakte)

keuzes voor de te handhaven schildertechnische/bouwkundige kwaliteit, de gewenste mate van kostenegalisatie

dan wel kostenreductie.

Indien noodzakelijk, oriënteert de functiehouder zich ter plekke over de toestand van het object en de mate

waarin (onderdelen ervan) blootstaan aan weersinvloeden of andere oorzaken van schade. Tijdens de uitwerking

van zijn plannen overlegt hij zelf - indien nodig - met de klant om uitgangspunten te verduidelijken dan wel

alternatieven op hun haalbaarheid te toetsen.

Doel van de functie
U bent als Onderhoudsadviseur /RGS-adviseur verantwoordelijk voor advisering over en planning van onderhoud

van gebouwen en objecten

Resultaatgebieden
Afspraken Legt diverse scenario’s voor aan de opdrachtgever. Stelt het gewenste

onderhoudsniveau vast in overleg met de klant, rekening houdend met de

wensen en mogelijkheden van de klant en het imago van het bedrijf.

Onderhoudsscenario’s Bestudeert inspectierapporten, beoordeelt de onderhoudstoestand van

gebouwen of objecten en maakt afspraken met klanten. Specificeert de soort en

frequentie van onderhoud in de tijd, rekening houdend met toetsbaarheid van

het geformuleerde resultaat. Raamt globaal de onderhoudskosten.

Onderhoudsopdrachten Verduidelijkt uitgangspunten in onderhoudsplannen aan klanten. Toetst

alternatieve plannen op haalbaarheid. Stelt plannen bij, rekening houdend met

de budgettaire ruimte van de klant en het kwaliteitsniveau van onderhoud op de

lange termijn.

Onderhoudsbestekken Vertaalt plannen in planning van inspectie- en onderhoudsintervallen. Werkt

planning, werkomschrijvingen, te gebruiken materialen en technieken uit in een

definitief rapport, rekening houdend met prijs- en prestatieafspraken met

klanten.

Verbetervoorstellen Zoekt mogelijkheden om het kennisniveau en de werkmethoden van het bedrijf

zodanig te verbeteren, dat grotere duurzaamheid van onderhoud wordt bereikt.

Presenteert voorstellen tot verbetering, rekening houdend met kosten(reductie)

voor klanten, het imago van het bedrijf en gevolgen voor milieu en maatschappij.

Deskundigheid
Kennis van meerdere technische vakgebieden en kennis van bedrijfskunde/logistiek op MBO/HBO niveau. Kennis

van methoden en materialen en werking van ondergronden in de tijd. Kennis van de doelstellingen en het

kwaliteitsbeleid van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het bereiken van overeenstemming over

prestatieafspraken met klanten. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van onderhoudsscenario's en -

bestekken.

FUNCTIEOMSCHRIJVING HOOFD BEDRIJFSBUREAU T.09.1
Organisatiecontext
De functie Hoofd Bedrijfsbureau komt voor in grotere bedrijven, met name schilderbedrijven en multifunctionele

onderhoudsbedrijven. Het bedrijfsbureau is verantwoordelijk voor het begroten van projectkosten (calculaties

op basis van kengetallen en normen), voor de planmatige en technisch inhoudelijke voorbereiding van projecten,

voor het zeker stellen dat het project op het geplande tijdstip uitgevoerd kan worden (aanwezigheid van

materialen, hulpmiddelen en mensen), voor de ontwikkeling en begroting van meerjarige

onderhoudsprogramma's, alsmede voor de registratie, rapportage en nacalculatie van projectrealisaties.

Het Hoofd Bedrijfsbureau geeft leiding aan de activiteiten van het bedrijfsbureau. Zijn primaire

aandachtsgebieden zijn enerzijds de verbetering van werkwijzen en gebruikte systemen, anderzijds de

coördinatie en begeleiding van meer complexe of kritische projecten. Hij werkt zelf mee in de uitvoering, met

name in de voorbereiding van grotere onderhoudsprogramma's of projecten.

Het Hoofd Bedrijfsbureau heeft volledige leidinggevende bevoegdheden en is in die hoedanigheid

verantwoordelijk voor zowel een efficiënte inrichting van werkprocessen als voor het effectief functioneren van

zijn medewerkers.

Doel van de functie

U bent als Hoofd Bedrijfsbureau verantwoordelijk voor de technische voorbereiding en ondersteuning van

projecten

Resultaatgebieden

Adviezen Schat in wat de kansen op kwaliteitsproblemen zijn bij de uitvoering van

projecten. Adviseert de projectverantwoordelijke over de toe te passen

behandelingen, materialen en technieken, rekening houdend met historische

gegevens en uitgebrachte offertes.

Onderhoudsscenario’s Signaleert bijzonderheden in inspectierapporten, beoordeelt de

onderhoudstoestand van (bijzondere) gebouwen of objecten en maakt afspraken

met klanten. Specificeert de soort en frequentie van complexe vormen van

onderhoud in de tijd, rekening houdend met toetsbaarheid van het

geformuleerde resultaat.

Onderhoudsopdrachten Verduidelijkt de uitgangspunten van onderhoudsplannen aan klanten. Toetst

alternatieve plannen op haalbaarheid. Stelt plannen bij, rekening houdend met

de budgettaire ruimte van de klant en het niveau van onderhoud op de lange

termijn. Begeleidt (de voorbereiding van) complexe en/of kritische projecten.

Begeleidt hiertoe inhoudelijk de uitwerking van bestekken, calculaties,

begrotingen en werkomschrijvingen.

Verbeteringen Formuleert gebreken in het kennisniveau, systemen en werkmethoden voor

projectregistratie en data-analyse. Ontwikkelt en verbetert systemen en

methoden en deelt kennis. Presenteert en implementeert verbeteringen gericht

op praktische toepassing in het bedrijf.

Personeelsprestaties Schept randvoorwaarden voor succesvol functioneren en beoordeelt de

prestaties van medewerkers. Ziet toe op het verloop van de werkprocessen.

Geeft aanwijzingen en instructies. Stimuleert en begeleidt de ontwikkeling van

medewerkers.

Deskundigheid
Kennis van projectmanagement op HBO niveau. Kennis van projectplanning en logistieke processen.

Kennis van de waarden en doelstellingen van het bedrijf. Sociale vaardigheid voor het verkrijgen van draagvlak

voor adviezen en het geven van leiding. Uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van complexe

onderhoudsscenario's.

Bijlage 4

LEIDRAAD VOOR DE BEOORDELING

Artikel 1

PROCEDURE

1. Individuele werknemers worden – indien zij nog niet de hoogste loontrede van de loonschaal van

hun functiegroep hebben bereikt – jaarlijks of 2-jaarlijks (afhankelijk van hun positie in de loonschaal)

op uniforme wijze beoordeeld door de werkgever of door degene die de werkgever daarvoor heeft aangewezen.

2. Van de werkgever wordt verwacht dat hij zijn werknemer, óók gedurende het jaar, mondeling dan

wel schriftelijk, op de hoogte houdt van diens wijze van functioneren. Wanneer een werknemer

‘voldoende’ functioneert, terwijl van de werknemer een ‘goede’ prestatie wordt verwacht om in

aanmerking te kunnen komen voor een stijging in loontrede, dan moet de werknemer hiervan tijdig

op de hoogte worden gebracht, zodat hij de mogelijkheid heeft om zich te verbeteren.

3. De beoordeling van een werknemer wordt schriftelijk vastgelegd op een beoordelingsformulier dat

wordt ondertekend door zowel de beoordelaar als de beoordeelde werknemer.

4. De werkgever draagt zorg voor een centrale archivering van de beoordeling, rekening houdend met

de bescherming van de privacy van de betreffende werknemer.

5. De werkgever draagt er zorg voor dat binnen het bedrijf wordt toegezien op een objectief verloop

van de beoordelingsprocedure.

6. In het kader van de beoordeling wordt bezien of de betreffende werknemer bij de realisatie van de

aan zijn functie verbonden taken zeer goed, goed, voldoende of onvoldoende heeft gepresteerd op

de volgende 5 of 6 criteria:

a. vakbekwaamheid;

b. productiviteit;

c. samenwerking collega’s/leidinggevenden en klanten;

d. kwaliteit van het werk;

e. inzet;

f. leidinggeven (indien van toepassing).

Artikel 2

MODEL BEOORDELINGSFORMULIER

1. Een model van een beoordelingsformulier kan werkgevers, die zelf geen beoordelingssysteem

kennen of hun beoordelingssysteem willen aanpassen, behulpzaam zijn bij het beoordelen van hun

werknemers. In deze CAO staan de volgende model beoordelingsformulieren:

a. beoordelingsformulier voor de werknemer;

b. beoordelingsformulier voor de werknemer UTA;

c. aanvulling voor leidinggevenden.

2. In het model beoordelingsformulier kan de werknemer op verschillende onderdelen maximaal 4 punten scoren:

a. 1 punt: de werknemer scoort onvoldoende op dit onderdeel;

b. 2 punten: de werknemer scoort voldoende op dit onderdeel;

c. 3 punten: de werknemer scoort goed op dit onderdeel;

d. 4 punten: de werknemer scoort zeer goed op dit onderdeel.

3. Afhankelijk van het totaal aantal punten, wordt géén, één of worden 2 loontreden toegekend

volgens onderstaande puntentelling:

SCORES LEIDINGEVENDE
ONVOLDOENDE MIN MAX MIN MAX
VOLDOENDE 25 49 30 60
GOED 1 LOONTREDE 65 84 81 100
ZEER GOED 2 LOONTREDEN 85 100 101 120

4. In het geval de werknemer eveneens een leidinggevende functie heeft, dan wordt hij ook beoordeeld

op zijn leidinggevende kwaliteiten.

MODEL BEOORDELINGSFORMULIER WERKNEMER
Beoordelingscriteria max behaalde
1 Vakbekwaamheid score score
Productkennis 4
Op een juiste wijze toepassen van technieken en gereedschappen en het werk

op het met opdrachtgever besproken niveau uitvoeren

4
Beoordelingsvermogen bestaande werk/ bestaande ondergrond 4
Logische werkvolgorde hanteren en het voorkomen opleverpunten 4
Werken volgens ARBO voorschriften/ veilig werken/ persoonlijke

beschermingsmiddelen gebruiken

4
20
2 Productiviteit In staat zijn te werken aan de hand van een planning/offerte 4
Efficiënt en effectief omgaan met ter beschikking gestelde 4
middelen (mensen, materieel, materiaal) 4
Houden aan bedrijfsreglement / werk- en rusttijden 4
Doelgericht werken/ kostenbewust werken 4
Doorzettings- en probleemoplossend vermogen en stressbestendigheid
20
3 Samenwerking

collega's/

leidinggevenden en

klanten

Kunnen werken in teamverband, collegialiteit

Bereidheid om collega's te helpen/ondersteunen

4

Communicatieve vaardigheden 4
Uitstraling/ persoonlijke verzorging en invloed op werksfeer 4
Omgang met klanten en klachtenafhandeling 4
Uiterlijke verzorging/ opruimen werkplek 4
20
4 Kwaliteit van het werk Passende product keuze 4
Controleren van je eigen werk 4
Niveau (schilder)werkzaamheden gelijk aan de afgesproken prestatie-eisen 4
Nette afwerking werkzaamheden, esthetisch fraai (schilder)werk 4
Openstaan voor verbeterpunten/klachten 4
20
5 Inzet Inzet/motivatie/integriteit 4
Nakomen gemaakte afspraken 4
Flexibel inzetbaar (dagen/ werktijden/ vervoer) 4
Bereidheid tot verder uitbreiden vaardigheden 4
Tonen van initiatief 4
20
TOTALE MAXIMALE SCORE 100

MODEL BEOORDELINGSFORMULIER WERKNEMER
Beoordelingscriteria max behaalde
1 Vakbekwaamheid score score
Kennis c.q. uitvoering van de eigen taken 4

Probleem oplossend vermogen (creatief) /aanbrengen structuur in

taken

4
Draagt bij aan verbeteringsprocessen 4
Kostenbewust werken 4

Inzicht in bedrijfsprocessen

4
20
2 Productiviteit In staat zijn te werken aan de hand van een planning/offerte 4
Efficiënt en effectief omgaan met ter beschikking gestelde 4
middelen (mensen, materieel, materiaal) 4
Houden aan bedrijfsreglement / werk- en rusttijden 4
Uiterlijke verzorging 4
Doorzettings- en probleemoplossend vermogen en stressbestendigheid
20
3 Productiviteit/algemeen Is in staat te werken aan de hand van een planning 4

Communicatieve vaardigheden 4
Uitstraling/ persoonlijke verzorging en invloed op werksfeer 4
Omgang met klanten en klachtenafhandeling 4
Uiterlijke verzorging/ opruimen werkplek 4
20
4 Kwaliteit van het werk Passende product keuze 4
Controleren van je eigen werk 4
Niveau (schilder)werkzaamheden gelijk aan de afgesproken prestatie-eisen 4
Nette afwerking werkzaamheden, esthetisch fraai (schilder)werk 4
Openstaan voor verbeterpunten/klachten 4
20
5 Inzet Inzet/motivatie/integriteit 4
Nakomen gemaakte afspraken 4
Flexibel inzetbaar (dagen/ werktijden/ vervoer) 4
Bereidheid tot verder uitbreiden vaardigheden 4
Tonen van initiatief 4
20
TOTALE MAXIMALE SCORE 100

Bijlage 5

LOONSCHALEN

Een werknemer resp. een werknemer UTA ontvangt nooit minder dan het voor hem geldende wettelijk

minimumloon.

Loon met ingang van week 25 van 2021 (20 juni 2021)

LG 1 LG 2 LG 3 LG 4 LG 5 LG 6 LG 7 LG 8 LG 9
UURLOON + 2,25%
19,18 20,27 21,35 22,53 24,09 25,78 27,57
17,21 18,17 18,71 19,79 20,84 21,96 23,48 25,13 26,88
16,63 17,56 18,23 19,34 20,29 21,39 22,88 24,49 26,19
16,06 16,95 17,73 18,87 19,75 20,85 22,29 23,85 25,5
MIDDEN 15,47 16,35 17,26 18,43 19,22 20,28 21,69 23,21 24,82
14,92 15,74 16,77 17,84 18,68 19,7 21,07 22,54 24,13
14,33 15,13 16,31 17,28 18,16 19,15 20,47 21,89 23,44
13,77 14,53 15,8 16,74 17,61 18,59 19,88 21,26 22,76
15,33 16,21 17,1 18,03 19,27 20,63 22,07
AANLOOPSCHALEN (15 t/m 20 jaar)

2e JAAR (80%)

11,02 11,62 12,26 12,97 13,68

1e JAAR (65%)

8,95 9,44 9,96 10,54 11,12
AANLOOPSCHALEN (21 jaar e.o.)

2e JAAR (80%)

11,02 11,62 12,26 12,97 13,68

1e JAAR

10,47 10,47 10,54 11,12

LG 1 LG 2 LG 3 LG 4 LG 5 LG 6 LG 7 LG 8 LG 9
UURLOON + 2,25%
19,18 20,27 21,35 22,53 24,09 25,78 27,57
17,21 18,17 18,71 19,79 20,84 21,96 23,48 25,13 26,88
16,63 17,56 18,23 19,34 20,29 21,39 22,88 24,49 26,19
16,06 16,95 17,73 18,87 19,75 20,85 22,29 23,85 25,5
MIDDEN 15,47 16,35 17,26 18,43 19,22 20,28 21,69 23,21 24,82
14,92 15,74 16,77 17,84 18,68 19,7 21,07 22,54 24,13
14,33 15,13 16,31 17,28 18,16 19,15 20,47 21,89 23,44
13,77 14,53 15,8 16,74 17,61 18,59 19,88 21,26 22,76
15,33 16,21 17,1 18,03 19,27 20,63 22,07
AANLOOPSCHALEN (15 t/m 20 jaar)

2 e JAAR (80%)

11,02 11,62 12,26 12,97 13,68

1e JAAR (65%)

8,95 9,44 9,96 10,54 11,12
AANLOOPSCHALEN (21 jaar e.o.)

2e JAAR (80%)

11,02 11,62 12,26 12,97 13,68

1e JAAR

10,62 10,47 10,47 10,54 11,12

Bijlage 6

BUITENLANDSE WERKNEMERS

1. In overeenstemming met de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese

Unie (WagwEU) zijn de op de hieronder genoemde gebieden algemeen verbindend verklaarde

bepalingen van deze CAO ook van toepassing op ter beschikking gestelde werknemers, die tijdelijk in

Nederland arbeid verrichten en waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beheerst door ander recht

dan het Nederlandse recht.

2. Een ter beschikking gestelde buitenlandse werknemer is iedere werknemer die tijdelijk in Nederland

werkt maar gewoonlijk in een ander land van de Europese Unie werkt. Voor deze werknemer geldt in

ieder geval het volgende.

a. Gedurende de eerste twaalf maanden: de bepalingen uit deze bijlage.

b. Met ingang van de dertiende maand: alle algemeen verbindend verklaarde bepalingen van

deze cao. Dit geldt niet voor de bepalingen over procedures, formaliteiten en voorwaarden

voor het sluiten en beëindigen van de arbeidsovereenkomst en over aanvullende

bedrijfspensioenregelingen.

c. De Wet AVV maakt het - onder voorwaarden - mogelijk de termijn van twaalf maanden te

verlengen tot maximaal achttien maanden.

Indien een gedetacheerde werknemer door de dienstverrichter wordt vervangen door een andere

gedetacheerde werknemer die op dezelfde plaats hetzelfde werk uitvoert, is de duur van de

detachering de totale duur van de perioden van detachering van de afzonderlijke gedetacheerde

werknemers gezamenlijk.

3. Het betreft de volgende gebieden:

a. maximale werktijden en minimale rusttijden;

b. minimum aantal vakantiedagen gedurende welke de verplichting van de werkgever om loon te

betalen bestaat en extra vergoedingen in verband met vakantie;

c. minimumlonen, waarbij tot dit minimumloon in ieder geval behoren:

I. het geldende periodeloon in de schaal;

II. de van toepassing zijn arbeidsduurverkorting per week/maand/jaar/periode;

III. toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid, waaronder feestdagen en ploegentoeslag,

IV. tussentijdse loonsverhoging;

V. kostenvergoeding: reiskosten en reistijdvergoeding, pensionkosten, maaltijdvergoeding

en andere kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening van de functie;

VI. periodieken;

VII. extra vergoedingen in verband met vakantie;

en waarbij niet tot dit minimumloon behoren: aanspraken op aanvullende

bedrijfspensioenregelingen en op bovenwettelijke sociale zekerheidsaanspraken en

vergoedingen boven het loon voor door de werknemer in verband met de detachering te

maken onkosten voor reizen, huisvesting en voeding;

d. voorwaarden voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten;

e. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;

f. beschermende maatregelen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en

arbeidsomstandigheden van kinderen, jongeren en zwangere of pas bevallen vrouwen;

g. gelijke behandeling mannen en vrouwen alsmede andere bepalingen inzake niet-discriminatie.

h. voorwaarden van huisvesting van werknemers, indien de dienstontvanger zoals bedoeld in

artikel 1, eerste lid, van de WagwEU huisvesting ter beschikking stelt aan werknemers die zich

niet op hun gewone werkplaats in Nederland bevinden.

In deze bijlage worden per gebied de toepasbare artikelen of delen van artikelen gedetailleerd beschreven.

In de tweede kolom van de hiernavolgende tabellen zijn de toepasselijke artikelen, leden van de

betreffende artikelen en in bepaalde gevallen een vervangende tekst genoemd.

Overeenkomstig de bepalingen van de WagwEU zijn op deze ter beschikking gestelde werknemers de

volgende artikelen van deze CAO van toepassing:

GEBIEDEN ARTIKEL
Algemeen Artikel 3 Begripsbepalingen
Maximale werktijden en minimale rusttijden; Artikel 12 Arbeidsduur

Artikel 13 Meertijdwerk

Artikel 14 Overlegregeling Arbeidstijden

Artikel 15 Werken op zaterdagen zondagen en

algemeen erkende feestdagen

Artikel 16 Overwerk, verschoven arbeidstijd en

consignatiedienst

Artikel 36 Onwerkbaar weer en vorst

Artikel 49 Onbetaald verlof

Artikel 50 Verlof met behoud van loon

Bijlage 8 – Regeling arbeidstijden

Minimum aantal vakantiedagen, gedurende welke

de verplichting van de werkgever om loon te

betalen bestaat, en extra vergoedingen in verband

met vakantie;

;

Artikel 37 Vakantiedagen

Artikel 47 Vakantietoeslag 2021 tot en met 2025

Artikel 48 Arbeidstijdverkorting (ATV)

Minimumlonen, waarbij tot dit minimumloon in

ieder geval behoren:

1. het geldende periodeloon in de schaal;

2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting

per week/maand/jaar/periode;

3. toeslagen voor overwerk, verschoven uren,

onregelmatigheid, waaronder

feestdagentoeslag en ploegentoeslag;

4. tussentijdse loonsverhoging en periodieken en

eindejaaruitkeringen;

5. kostenvergoeding: reiskosten en

reistijdvergoeding, pensioenkosten en andere

kosten noodzakelijk vanwege de uitoefening

van de functie;

6. extra vergoedingen in verband met vakantie,

en waarbij niet tot het minimumloon behoren:

aanspraken op aanvullende

bedrijfspensioenregelingen en op

bovenwettelijke sociale zekerheidsaanspraken

en vergoedingen boven het loon voor de

werknemer in verband met de detachering te

maken onkosten voor reizen, huisvesting en

vergoeding. daaronder begrepen vergoedingen

voor overwerk, en daaronder niet begrepen

aanvullende bedrijfspensioenregelingen;

Artikel 25 Functiestructuur

Artikel 26 Loonschalen

Artikel 28 Wijzigingen, indexering en verhogingen

Artikel 29 Overwerktoeslag

Artikel 30 Toeslag voor het werken op zaterdag,

zondag en algemeen erkende feestdagen

Artikel 31Toeslag ploegendienst

Artikel 32 Toeslag consignatiedienst

Artikel 33 Toeslag verschoven arbeidstijd

Artikel 51 Reiskostenvergoeding

Artikel 53 Reisurenvergoeding

Artikel 55 Uitrustingsvergoeding

Artikel 56 Maaltijdvergoeding

Artikel 58 Loon Leerling-werknemer

Voorwaarden voor het ter beschikking stellen van

werknemers;

Gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;

Beschermende maatregelen met betrekking tot

arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden

van kinderen, jongeren en van zwangere of pas

bevallen werkneemsters;

Gelijke behandeling van mannen en vrouwen,

alsmede andere bepalingen inzake niet

discriminatie.

Artikel 67 Arbeidsomstandigheden

Artikel 68 Persoonlijke beschermingsmiddelen

ARTIKEL VAN TOEPASSING ZIJNDE DELEN
Artikel 3 Begripsbepalingen Integraal met uitzondering van

het bepaalde in lid 2, b en lid 3: ‘beroepspraktijkvormingsovereenkomst’

Artikel 4 Buitenlandse

werknemers

Integraal

Artikel 12 Arbeidsduur Integraal

Artikel 13 Meertijdwerk Integraal

Artikel 14 Overlegregeling

arbeidstijden

Integraal

Bijlage 8 Regeling

arbeidstijden

Integraal

Artikel 15 Werken op

zaterdagen, zondagen en

algemeen erkende feestdagen

Integraal

Artikel 16 Overwerk

verschoven arbeidstijd en

consignatiedienst

Integraal

Artikel 25

Functieloonstructuur

Integraal

Artikel 26 Loonschalen Integraal

Artikel 28 Wijzigingen,

indexering en verhogingen

Integraal

Artikel 29 Overwerktoeslag Integraal

Artikel 31 Toeslag

ploegendienst

Integraal

Artikel 32 Toeslag

consignatiedienst

Integraal

Artikel 33 Toeslag verschoven

arbeidstijd

Integraal

Artikel 36 Onwerkbaar weer

en vorst

Integraal

Artikel 37 Vakantiedagen Lid 3: “De werknemer heeft recht op een aaneensloten

zomervakantieperiode van 3 weken, mits de werknemer voldoende

verlofdagen heeft opgebouwd.”

Artikel 45 Vakantietoeslag

2016

Integraal

Artikel 46 Vakantietoeslag

werknemer UTA 2016

Integraal

Artikel 47 Vakantietoeslag

2017 tot en met 2021

Integraal

Artikel 48

Arbeidstijdverkorting (ATV)

Integraal

Artikel 49 Onbetaald verlof Integraal

Artikel 51

Reiskostenvergoeding

Met dien verstande dat voor de afstandsbepaling gekeken wordt van de

tijdelijke verblijfplaats in Nederland naar de plek waar het werk wordt

uitgevoerd

Artikel 53 Reisurenvergoeding Met dien verstande dat voor de afstandsbepaling gekeken wordt van de

tijdelijke verblijfplaats in Nederland naar de plek waar het werk wordt

uitgevoerd

Artikel 55

Uitrustingsvergoeding

Integraal

Artikel 56 Maaltijdvergoeding Integraal

Artikel 58 Leerling werknemer Integraal

Artikel 67

Integraal

Arbeidsomstandigheden

Integraal

Artikel 68 Persoonlijke

beschermingsmiddelen

Integraal

Bijlage 7

WERKEN AAN DUURZAME INZETBAARHEID (vervallen d.d. 20 november 2017)

Duurzame Inzetbaarheid is uitgewerkt op de wijze zoals omschreven in de CAO Uitvoeringsregelingen

Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf.

Bijlage 8

REGELING ARBEIDSTIJDEN

REGELING ARBEIDSTIJDEN VOOR WERKNEMERS VAN 18 JAAR EN OUDER
MAXIMUM ARBEIDSTIJD
per dienst 9 uur

12 uur in geval van incidenteel overwerk

per week 45 uur

60 uur in geval van incidenteel overwerk

per 4 weken gemiddeld 45 uur per week (180 uur)

gemiddeld 54 uur per week (216 uur) in geval van incidenteel

overwerk

per week per 13

weken

gemiddeld 40 uur per week (520 uur)

gemiddeld 45 uur in geval van incidenteel overwerk

RUSTTIJDEN

dagelijkse rust 11 uur (aaneengesloten)

(1x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur)

wekelijkse rust 36 uur (aaneengesloten) per periode van 7 x 24 uur of

60 uur per periode van 9 x 24 uur (1 x per 5 weken in te korten

tot 32 uur)

PAUZE

minimale pauze tijd 15 minuten
bij > 5,5 uur arbeid per

dienst

30 minuten
bij > 8 uur arbeid per

dienst

45 minuten

waarvan 30 minuten aaneengesloten

bij > 10 uur arbeid per

dienst

60 minuten, waarvan 30 minuten aaneengesloten

ZONDAGRUST
zondagsarbeid geen arbeid op zondag, tenzij het tegendeel is bedongen en uit

de aard van de arbeid voortvloeit, de bedrijfsomstandigheden

dit noodzakelijk maken en de ondernemingsraad, of bij

ontbreken daarvan de personeelsvertegenwoordiging, of bij

ontbreken daarvan de belanghebbende werknemer, daarmee

instemt

vrije zondagen ten minste 4 vrije zondagen per 13 weken
NACHTARBEID: > 1 uur arbeid tussen 00:00 en 06:00 uur
nachtdienst: arbeidstijd per dienst 8 uur

9 uur indien sprake is van overwerk

arbeidstijd per 4

weken

gemiddeld 45 uur per week (180 uur )

gemiddeld 54 uur per week (216 uur) indien sprake is van

overwerk

arbeidstijd per 13

weken

gemiddeld 40 uur per 13 weken (520 uur) geldt ook als sprake

is van overwerk

geldt voor

nachtdiensten

eindigend ná 02:00

uur

14 uur

rusttijd na een reeks

(3 of meer)

nachtdiensten

48 uur
maximaal aantal

achtereenvolgende

nachtdiensten

5 (6 indien de nachtdiensten voor of op 02.00 uur eindigen)

maximaal aantal 10 nachtdiensten per 4 weken of 25 nachtdiensten per 13

weken (16 indien de nachtdiensten voor of op 02.00 uur

eindigen)

CONSIGNATIE
consignatieverbod per 4 weken 2 tijdruimten van elk minimaal 7 x 24 uur zonder

consignatie

geen consignatie vóór en ná een nachtdienst

arbeidstijd per 24 uur 13 uur
arbeidstijd per week 60 uur
arbeidstijd per 4

weken

gemiddeld 60 uur per week (240 uur)

arbeidstijd per 13

weken

45 uur per week (585 uur)

40 uur per week (520 uur) indien de consignatie geheel of

gedeeltelijk de periode tussen 00:00 en 06:00 uur omvat

minimum arbeidstijd

bij oproep in

consignatie

30 minuten

AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR WERKNEMERS VAN 16 EN 17 JAAR
maximum arbeidstijd
per dienst 9 uur
per week 45 uur
per 4 weken gemiddeld 40 uur per week (160 uur)
PAUZE EN RUSTTIJDEN
minimale pauze tijd 15 minuten
pauze bij > 4,5 uur per dienst 30 minuten
dagelijkse rust 12 uur (aaneengesloten waarin begrepen de

periode van 22.00 uur tot 06.00 uur of de

periode van 23.00 uur tot 07.00 uur)

wekelijkse rust 36 uur (aaneengesloten) per periode van 7 x

24 uur

werken op zondag bij werken op zondag is de voorafgaande

zaterdag vrij

schooltijd schooltijd is arbeidstijd

Bijlage 9

JAARMODEL

Artikel 1

DOEL EN INVOERING JAARMODEL

Het jaarmodel is een pakket van rechten en plichten, conform artikel 23 van de CAO, voor zowel de

werkgever als de werknemer waarmee de winterwerkloosheid wordt voorkomen. Voor de werknemer is

werk- en inkomenszekerheid van belang.

Artikel 2

OP VERZOEK VAN DE WERKNEMERS

Werknemers kunnen de werkgever schriftelijk verzoeken om voor hen het sociaal jaarmodel van toepassing

te verklaren. De werkgever neemt dit verzoek in behandeling. Vervolgens stelt hij zo spoedig mogelijk,

maar in ieder geval binnen 8 weken, de werknemers schriftelijk van zijn besluit in kennis. Indien hij niet

ingaat op het verzoek, dient hij dit schriftelijk met redenen omkleed toe te lichten.

Artikel 3

OP VERZOEK VAN DE WERKGEVER

De werkgever kan zelf het initiatief nemen voor de invoering van een jaarmodel. De werkgever moet het

voorstel voor een jaarmodel voorleggen aan werknemers. In artikel 23 lid 4 van de CAO staat aangegeven

op welke wijze binnen een bedrijf besloten kan worden tot deelname aan een jaarmodel en hoeveel

werknemers daarmee moeten instemmen. Het is belangrijk dat er een groot draagvlak onder de

werknemers is. Het maken van afspraken over deelname aan het jaarmodel is vrijwillig, en kan dus noch

door de werkgever, noch door de werknemer worden afgedwongen.

Artikel 4

LOOPTIJD

Het jaarmodel gaat met ingang van week 13 van enig jaar en loopt door tot en met week 12 van het

daaropvolgende jaar.

Artikel 5

HET DIENSTVERBAND

Werknemers die volgens het jaarmodel gaan werken hebben of krijgen een dienstverband voor onbepaalde

tijd. Bestaande arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd blijven dus ongewijzigd.

Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden (na het einde van de arbeidsovereenkomst en gebleken

geschiktheid) omgezet in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

Artikel 6

NIEUWE WERKNEMERS

Bij het aannemen van nieuwe werknemers zal dit jaarmodel een onderdeel vormen van de

arbeidsvoorwaarden.

Artikel 7

VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST

In beginsel kan de arbeidsovereenkomst niet worden beëindigd. Het doel van het jaarmodel is immers de

werknemer gedurende het hele jaar in dienst te houden.

Artikel 8

BEËINDIGEN DE ARBEIDSOVEREENKOMST MET WEDERZIJDS GOEDVINDEN

Uiteraard kan de arbeidsovereenkomst wel met wederzijds goedvinden van de werkgever en de

werknemer worden verbroken.

Artikel 9

BEËINDIGEN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST OM DRINGENDE EN GEWICHTIGE REDENEN

Ook indien er sprake is van dringende of gewichtige redenen zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek

kan het dienstverband worden opgezegd of ontbonden.

Artikel 10

BEDRIJFSECONOMISCHE OMSTANDIGHEDEN

Indien de continuïteit van het bedrijf in gevaar komt kan de arbeidsovereenkomst met inachtneming van de

geldende wettelijke procedures ook eindigen. De werkgever moet in dit geval tijdig (voordat er is begonnen

met het opnemen van gespaarde uren) contact opnemen met de werknemersorganisatie waarmee deze

CAO is gesloten teneinde tot afspraken te komen over de uitbetaling van de gespaarde uren en de wijze

waarop omgegaan wordt met het tekort aan werk in het laagseizoen waarvoor de werkgarantie geldt. Deze

afspraken worden vastgelegd in een sociaal plan. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst worden de

opgebouwde extra uren (inclusief toeslagen) uitbetaald.

Artikel 11

UITBETALING UREN BIJ HET EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST

Bij het einde van de arbeidsovereenkomst worden de opgebouwde extra uren en reisuren uitbetaald.

Artikel 12

BEËINDIGEN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST OP EIGEN VERZOEK

Indien een werknemer, op eigen verzoek, en voor opname van de winteruren het bedrijf verlaat, wordt de

tot op dat moment verkregen tantième van het lopende jaarmodel verrekend met de uit te betalen

gespaarde uren. De extra opgebouwde uren worden uitbetaald.

Artikel 13

AFSPRAKEN OVER ARBEIDSTIJDEN

Het jaar wordt ingedeeld in 2 seizoenen. Gedurende het hoogseizoen worden extra uren gewerkt. In het

laagseizoen wordt korter gewerkt.

HOOGSEIZOEN: week 13 tot en met week 44;

LAAGSEIZOEN: week 45 tot en met week 12.

Artikel 14

OPBOUWEN VAN EXTRA VERLOF

MEER UREN WERKEN IN HOOGSEIZOEN

De voorwaarden voor het jaarmodel maken het mogelijk uren op te sparen. De werkgever en werknemer

komen overeen dat de door de werknemer gemaakte uren boven de gemiddelde werkweek van 37,5 uur,

overuren en reisuren die voor uitbetaling in aanmerking komen, niet uit te betalen maar op te sparen.

Artikel 15

OVEREENGEKOMEN ARBEIDSTIJD, ARBEIDSDUUR

HOOGSEIZOEN

De arbeidstijd van week 13 tot en met 44 bedraagt 8 uur per normale werkdag (tussen 06.00 en 19.00 uur).

LAAGSEIZOEN

De arbeidstijd van week 45 tot en met week 12 bedraagt 7½ uur per normale werkdag (tussen 06.00 en 19.00 uur.

Artikel 16

FEESTDAGEN GEDURENDE DE LOOPTIJD VAN HET JAARMODEL

Op zaterdag, zondag en op de algemene erkende feestdagen, bedoeld in artikel 44 van de CAO, wordt niet gewerkt.

Artikel 17

WERKTIJDEN GEDURENDE DE LOOPTIJD VAN HET JAARMODEL

De werknemers wordt geacht zich te houden aan de arbeids- en pauzetijden. Van de arbeids- en

pauzetijden mag alleen worden afgeweken indien hiervoor van te voren schriftelijk toestemming is

verleend door de werkgever. Indien in bepaalde situaties de werkplek eerder sluit en zo de arbeidstijden

niet volledig kunnen worden gewerkt, is er overleg met projectleider en de werkgever om hiervoor

maatregelen te treffen. Indien er geen mogelijkheid is de niet gewerkte uren in te halen komen de

eventueel te weinig gemaakte uren komen voor rekening van de werkgever.

Artikel 18

EXTRA VERLOF EN TANTIÈME

KOPEN VAN EXTRA VERLOFDAGEN: naast extra uren werken in het hoogseizoen (meerwerkuren) kan ook meer

verlof in het laagseizoen worden opgebouwd door op jaarbasis gemiddeld minder dan 37,5 uren per week

te gaan werken. Het brutoloon wordt dan evenredig lager.

Artikel 19

HET BRUTOLOON IS GEBASEERD OP EEN WERKWEEK VAN:

1. 37,5 uur bij de inkoop van 0 extra verlofdagen;

2. 37 uur bij de inkoop van 3 extra verlofdagen;

3. 36,5 uur bij de inkoop van 6 extra verlofdagen;

4. 36 uur bij de inkoop van 9 extra verlofdagen.

Artikel 20

TANTIÈME

Indien de werknemer die door het verkorten van de gemiddelde werkweek extra verlofdagen koopt,

verstrekt de werkgever aan de werknemer een tegemoetkoming in de vorm van een tantième:

a. het tantième wordt onder alle omstandigheden uitgekeerd;

b. bij de opname van 55+ dagen zal ook het tantième betaald worden.

Artikel 21

ANDERE BRONNEN VOOR DE OPBOUW VAN EXTRA VERLOFDAGEN

1. Om een totale opbouw van xxx opname-uren te behalen kunnen, indien gewenst, ingeleverd worden:

a. leeftijdsdagen;

b. overuren en reisuren.

2. Een werknemer kan op eigen verzoek ook overuren en/of reisuren inzetten tegen de factoren zoals

vermeld in de individuele arbeidsovereenkomst.

Artikel 22

OPNEMEN VERLOF IN LAAGSEIZOEN

De opgebouwde uren worden vervolgens in het laagseizoen in vrije tijd opgenomen. In deze periode zit

eveneens de collectieve wintersluiting van 3 weken. Op deze manier wordt in dit geval voor opname in het

laagseizoen een totale verlofperiode van xxx weken xxx dagen en xxx uur gecreëerd. Het verlof zal in hele

dagen worden opgenomen.

Artikel 23

KANS OP DOORWERKEN TIJDENS VERLOF OPNAME-UREN

Bij genoeg werk in de winter is er een kans dat de werknemer tijdens het opnemen van de verlofdagen

extra kan doorwerken.

Artikel 24

ARBEIDSVERHINDERING VANWEGE ONWERKBAAR WEER

Het opnemen van verlofuren kan niet worden ingezet om reden van arbeidsverhindering vanwege

onwerkbaar weer. Uiteraard geldt dit niet indien de vrije dagen reeds gepland waren.

Artikel 25

VASTSTELLEN EN BEKEND MAKEN VAN HET VERLOF

1. Partijen bij deze CAO stellen de data van de collectieve wintersluiting vast. Deelnemers aan het

jaarmodel hoeven deze wintersluiting niet te volgen. De verlofperioden uit opname-uren worden in

goed onderling overleg vastgesteld.

2. Werknemers hebben inspraak in de vaststelling van de verlofperiode; indien de werknemer hier

gebruik van wil maken dient hij dit voor week 45 kenbaar te maken bij de werkgever met

omschrijving van de gevraagde periode en de reden. De werkgever zal een aanvraag honoreren,

tenzij bedrijfsorganisatorische redenen zich hiertegen verzetten. De planning van de werkgever voor

de opname van verlofuren moet minimaal 3 weken van te voren bekend zijn.

Artikel 26

OVERSCHOTTEN EN TEKORTEN

TEVEEL OPGEBOUWDE UREN

1. Indien de werknemer meer uren heeft opgebouwd dan nodig (voor opname in het laagseizoen) zijn

er 2 mogelijkheden, namelijk ze worden:

a. uiterlijk in week 12 aan de werknemer uitbetaald;

b. tot een maximum van 37,5 uur in overleg tussen werkgever en werknemer meegenomen naar

het nieuwe jaarmodel.

TE WEINIG OPGEBOUWDE UREN

2. Wanneer er meer vrij genomen wordt (onbetaald verlof) in de periode van week 13 tot en met week

44 dan waar men recht op heeft, heeft de werknemer in de periode van week 45 tot en met week 12

de te weinig opgebouwde uren onbetaald vrij of de werkgever biedt extra werk aan in het

laagseizoen. Gedurende de looptijd van het jaarmodel kunnen er geen minder uren ontstaan

vanwege het feit dat de werkgever te weinig werk heeft. De afspraak is dat er xxx uren worden

opgebouwd voor opname in het laagseizoen. Indien er meer nodig is dan zijn deze meer uren voor

rekening van de werkgever.

Artikel 27

REEDS OPGEBOUWDE SPAARURENTEGOED IN OUDE SYSTEEM

De spaaruren die zijn opgebouwd in een eventueel oud spaarsysteem zullen uiterlijk in week 12 worden

afgerekend. Het is niet mogelijk om een jaarmodel te starten met min-uren (negatief spaarsaldo).

Artikel 28

BIJZONDERE SITUATIES

ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Geen opbouw van uren voor het jaarmodel tijdens ziekte:

1. indien de werknemer op een of meerdere dagen wegens arbeidsongeschiktheid of onbetaald verlof

niet werkt, komen de voor die dagen gemaakte afspraken over opbouw uren (in het hoogseizoen) te

vervallen;

2. indien een werknemer in de winterperiode (laagseizoen) arbeidsongeschikt is komen de afspraken

over het inleveren van uren te vervallen.

TOELICHTING:

• Daar je tijdens arbeidsongeschiktheid geen 0,5 uur per dag opbouwt, kan er een tekort aan

uren ontstaan voor de opname van het afgesproken aantal vrije dagen. Als er te weinig uren

zijn opgebouwd door arbeidsongeschiktheid wordt er standaard tijdens het laagseizoen

compenserend werk aangeboden voor de dagen die een werknemer niet heeft op kunnen

bouwen.

• Tijdens arbeidsongeschiktheid gaat de opbouw vanuit het loon (3, 6 of 9 vakantiedagen)

gewoon door. Een werknemer spaart dus altijd de afgesproken 3, 6 of 9 vakantiedagen!

• Een werknemer die gedurende de looptijd van het jaarmodel ernstig arbeidsongeschikt wordt

waardoor de mogelijkheid bestaat dat deze in de WIA komt, zal zich per direct terugtrekken uit

het jaarmodel waardoor de verloning weer op 37,5 uur wordt gesteld.

Artikel 29

55+ DAGEN

Bij langer werken in het hoogseizoen, indien afgesproken in dit jaarmodel, zal bij de opname van een 55+

dag in het hoogseizoen de extra tijd per dag (bijv. 0,5 uur) toch gespaard worden. De bijdrage van uren uit

het loon van 0,5, 1 of 1,5 uur wordt altijd gespaard dus ook bij opname van een 55+ dag.

Artikel 30

KORT VERZUIM

Indien een werknemer een bezoek brengt aan tandarts/huisarts o.i.d. dan gaat de opbouw van het half uur

gewoon door.

Artikel 31

HET LOON IN DE OPBOUW- EN OPNAMEPERIODE

De hoogte van het loon gedurende de looptijd van het jaarmodel is gebaseerd op een werkweek van:

1. 37,5 uur bij de inkoop van 0 extra verlofdagen;

2. 37 uur bij de inkoop van 3 extra verlofdagen;

3. 36,5 uur bij de inkoop van 6 extra verlofdagen;

4. 36 uur bij de inkoop van 9 extra verlofdagen.

Artikel 32

TANTIÈME

Indien het loon is gebaseerd op een gemiddelde werkweek van minder dan 37,5 uur wordt er een tantième

uitbetaald. Over ieder gewerkt uur (niet de reisuren) wordt een tantième betaald van:

UURLOON BIJ 3 DAGEN BIJ 6 DAGEN BIJ 9 DAGEN
< 18,14 0,15 0,28 0,42

18,14 - 18,90 0,15 0,28 0,45

18,90 - 19,28 0,15 0,30 0,45

19,28 - 19,66 0,16 0,30 0,45

19,66 en hoger 0,16 0,30 0,48

De tantièmebedragen worden in verband met de loonsverhogingen volgens de CAO iedere 2 jaar opnieuw

vastgesteld. De tantième wordt per verloningsperiode uitbetaald.

Artikel 33

GEEN LOONDOORBETALING BIJ VAKANTIE- EN FEESTDAGEN

Tijdens de vakantie- en feestdagen vindt geen loonbetaling plaats door de werkgever zoals bepaald is in

deze CAO. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 34

VERMELDING OPBOUW- EN OPNAME-UREN OP DE LOONSTROOK

Op of bij de loonstrook zal het aantal opgebouwde extra uren en reisuren ten behoeve van de

opnameperiode worden vermeld. Eveneens zal het aantal uren dat is opgenomen worden weergegeven.

Artikel 35

VERLENGING JAARMODEL

1. In de maanden voorafgaande aan einde jaarmodel (1e

jaar) wordt e.e.a. op initiatief van de

werkgever met de werknemers geëvalueerd en zal besloten worden of een vervolg wenselijk is.

2. Na afloop van de volgende jaren zal er in goed overleg tussen werkgever en werknemers besloten

worden op welke wijze er geëvalueerd en verlengd zal worden. Werknemers kunnen zich bij de

evaluatie en verlenging laten bijstaan door vertegenwoordigers van de werknemersorganisatie. De

werkgever kan zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie.

Artikel 36

CAO

De CAO voor het Schilders-, Afwerkings-, Vastgoedonderhoud- en Glaszetbedrijf in Nederland blijft van

toepassing. .

Bijlage 10

REGLEMENT DISPENSATIE

De inhoud van dit reglement is samengevoegd met artikel 9 van deze CAO met ingang van 10 oktober 2018.

Bijlage 11 MODELOVERZICHT VRIJE DAGEN

2021

25-12-2021

zaterdag Eerste Kerstdag

26-12-2021 zondag Tweede Kerstdag

27-12-2021 maandag Verplichte vakantiedag

28-12-2021 dinsdag Atv-dag

29-12-2021 woensdag Atv-dag

30-12-2021 donderdag Atv-dag

31-12-2021 vrijdag Atv-dag

2022

1-1-2022 zaterdag Nieuwjaarsdag

3-1-2022 maandag vakantiedag

4-1-2022 dinsdag vakantiedag

5-1-2022 woensdag Atv-dag

6-1-2022 donderdag Atv-dag

7-1-2022 vrijdag Atv-dag

15-4-2022 vrijdag Goede Vrijdag

17-4-2022 zondag Eerste Paasdag

18-4-2022 maandag Tweede Paasdag

27-4-2022 woensdag Koningsdag

26-5-2022 donderdag Hemelvaartdag

27-5-2022 vrijdag Verplichte vakantiedag

5-6-2022 zondag Eerste Pinksterdag

6-6-2022 maandag Tweede Pinksterdag

25-12-2022 zondag Eerste Kerstdag

26-12-2022 maandag Tweede Kerstdag

27-12-2022 dinsdag Atv-dag

28-12-2022 woensdag Atv-dag

29-12-2022 donderdag Atv-dag

30-12-2022 vrijdag Atv-dag

2023

1-1-2023 zondag Nieuwjaarsdag

2-1-2023 maandag vakantiedag

3-1-2023 dinsdag Atv-dag

4-1-2023 woensdag Atv-dag

5-1-2023 donderdag Atv-dag

6-1-2023 vrijdag Atv-dag

7-4-2023 vrijdag Goede Vrijdag

9-4-2023 zondag Eerste Paasdag

10-4-2023 maandag Tweede Paasdag

27-4-2023 donderdag Koningsdag

18-5-2023 donderdag Hemelvaartdag

19-5-2023 vrijdag Verplichte vakantiedag

28-5-2023 zondag Eerste Pinksterdag

29-5-2023 maandag Tweede Pinksterdag

25-12-2023 maandag Eerste Kerstdag

26-12-2023 dinsdag Tweede Kerstdag

27-12-2023 woensdag Atv-dag

28-12-2023 donderdag Atv-dag

29-12-2023 vrijdag Atv-dag

2024

1-1-2024 maandag Nieuwjaarsdag

2-1-2024 dinsdag vakantiedag

3-1-2024 woensdag Atv-dag

4-1-2024 donderdag Atv-dag

5-1-2024 vrijdag Atv-dag

29-3-2024 vrijdag Goede Vrijdag

31-3-2024 zondag Eerste Paasdag

1-4-2024 maandag Tweede Paasdag

27-40-2024 zaterdag Koningsdag

9-5-2024 donderdag Hemelvaartdag

10-mei-24 vrijdag Verplichte vakantiedag

19-5-2024 zondag Eerste Pinksterdag

20-5-2024 maandag Tweede Pinksterdag

23-12-2024 maandag ATV-dag

24-12-2024 dinsdag ATV-dag

25-12-2024 woensdag Eerste Kerstdag

26-12-2024 donderdag Tweede Kerstdag

27-12-2024 vrijdag Atv-dag

30-12-2024 maandag Atv-dag

31-12-2024 dinsdag vakantiedag

2025

1-1-2025 woensdag Nieuwjaarsdag

2-1-2025 donderdag ATV

3-1-2025 vrijdag ATV

18-4-2025 vrijdag Goede Vrijdag

20-4-2025 zondag Eerste Paasdag

21-4-2021 maandag Tweede Paasdag

26-4-2025 zaterdag Koningsdag

29-5-2025 donderdag Hemelvaartdag

30-5-2025 vrijdag Verplichte vakantiedag

8-6-2025 zondag Eerste Pinksterdag

9-6-2025 maandag Tweede Pinksterdag

22-12-2025 maandag Vakantiedag

23-12-2025 dinsdag Vakantiedag

24-12-2025 woensdag Vakantiedag

25-12-2025 donderdag Eerste Kerstdag

26-12-2025 vrijdag Tweede Kerstdag

29-12-2025 maandag Atv-dag

30-12-2025 dinsdag Atv-dag

31-12-2025 woensdag Atv-dag

CAO SAVG 2021 2025 december 2021 - 2021

Begindatum: → 2021-10-01
Einddatum: → 2025-10-31
Geratificeerd door: → Ministry
Geratificeerd op: → 2021-10-01
Sector, branche of industrie: → Industrie
Sector, branche of industrie: → Anders
Publieke/private sector: → In het bedrijfsleven
Afgesloten door:
Namen van de bedrijfsverenigingen: → 
Namen van de vakbonden: → 

TRAINING

Cursusaanbod: → Ja
Stages: → Ja
Werkgeversbijdrage aan opleidingsfondsen: → Ja

ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Maximale uitkering bij ziekte (tot 6 maanden): → 95 %
Regelingen met betrekking tot terugkeer op het werk na langdurige ziekte, bijvoorbeeld bij behandeling tegen kanker: → Nee
Betaald ongesteldheidsverlof: → Nee
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval: → Ja

GEZONDHEID EN MEDISCHE ZORG

Overeengekomen medische zorg: → Nee
Overeengekomen medische zorg ten behoeve van gezinsleden: → Nee
Overeengekomen bijdrage aan ziektekostenverzekering: → Ja
Overeengekomen bijdrage aan ziektekostenverzekering voor gezinsleden: → Nee
Overeengekomen arbobeleid: → Ja
Overeengekomen arbo-training: → Ja
Beschermende kleding verstrekt: → Ja
Regulier medisch onderzoek vergoed door de werkgever: → Ja
Arbo-monitoring van de werkplek, beroepsrisico's en de verhouding werk en gezondheid: → Insufficient data
Bijdrage aan de uitvaartkosten: → Ja

WERK EN GEZINSREGELINGEN

Recht op terugkeer na zwangerschapsverlof: → 
Verbod op discrminatie in relatie tot zwangerschap: → 
Verbod op de verplichting tot het verrichten van gevaarlijk of ongezond werk voor zwangere of zogende werkneemsters: → 
Veiligheids-en gezondheidsonderzoek op de werkplek van zwangere of zogende werkneemsters: → 
Ander werk voor gevaarlijk of ongezond werk te verrichten door zwangere of zogende werkneemsters: → 
Recht op medische controle tijdens werktijd bij zwangerschap: → 
Verbod om bij aanname van werkneemsters op zwangerschap te laten testen: → 
Verbod om bij propmotie van werkneemsters op zwangerschap te laten testen: → 
Voorzieningen voor zogende moeders: → Nee
Kinderopvang verzorgd door de werkgever: → Nee
Werkgeversbijdrage aan de kinderopvang: → Nee
Bijdrage in de opleiding van de kinderen van werknemers: → Nee
Betaald Geboorteverlof: → 3 dagen
Verlofdagen bij de dood van een familielid: → 1 dagen

GELIJKE BEHANDELING

Gelijk loon voor gelijk werk: → Nee
Bepalingen over discriminatie op werk: → Ja
Gelijke kansen voor vrouwen bij promotie: → Nee
Gelijke kans op (bij)scholing voor vrouiwen: → Nee
Vrouwelijke vakbondsbestuurders op de werkvloer: → Nee
Bepalingen over seksuele intimidatie op de werkplek: → Nee
Bepalingen over geweld op het werk: → Nee
Bijzonder verlof voor werknemers die slachtoffer zijn van huiselijk geweld/geweld door partners → Nee
Steun voor vrouwelijke werknemers met een handicap: → Nee
Toezicht op gelijke behandeling: → Nee

ARBEIDSCONTRACTEN

Deeltijdwerkers komen niet in aanmerking voor een regeling: → Nee
Regelingen voor deeltijdwerkers: → Ja
Stagiaires komen niet in aanmerking voor een regeling: → Nee
Minibaantjes en werkstudenten komen niet in aanmerking voor een regeling: → Nee

ARBEIDSTIJDEN,ROOSTERS EN VRIJE DAGEN

arbeidstijden per dag: → 7.5
arbeidsuren per week: → 37.5
arbeidsuren per week: → 180.0
werkdagen per week: → 5.0
betaalde vakantie: → 25.0 dagen
betaalde vakantie: → 3.0 weken
betaalde vrije feestdagen: → Hemelvaartsdag, Kerstmis, Pasen (maandag), Pasen (zondag), Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Pinksteren (zondag), Kerstmis (26 december)
Tenminste een vrije dag per week overeengekomen: → Ja
Maximaal aantal zondagen/feestdagen per jaar dat mag worden gewerkt: → -999.0
Flexibele werktijden toegestaan: → Nee

LONEN

Loon volgens loonschalen: → Yes, in one table
Compensatie voor de stijging van de kosten van levensonderhoud: → 

Loonstijging:

Loonstijging gaat in: → 2023-01

Beschikbaarheidstoeslag:

Beschikbaarheidstoeslag: → EUR 10.0
Beschikbaarheidstoeslag alleen voor zondagen: → Nee
Beschikbaarheidstoeslag voor alle werkdagen per week: → Ja

Vakantiegeld:

Vakantiegeld: → 8.0 % van basisloon

Toeslag voor overwerk:

Toeslag voor overwerk: → 125 % van basisloon

Toeslag voor zondagswerk:

Toeslag voor zondagswerk: → 40 %

Reiskostenvergoeding:

Reiskostenvergoeding: → EUR  per maand

Seniorieitstoeslag:

Maaltijdbonnen:

Maaltijdvergoeding voorzien: → Ja
→ 8.2 per maaltijd
Pro deo rechtsbijstand: → Nee
Loading...