Familiebedrijf: met je kinderen


Je wilt dat je zaak blijft bestaan – ook na jou. Je wilt bovendien dat de zaak in de familie blijft. Verder heb je het geluk dat (een van) je kind(eren) je wil opvolgen of al meewerkt.

Ga je uiteindelijk dood, begint de ellende! Naijver, jaloezie, hoe je het ook wilt noemen: ruzie in de tent. Je ondernemende kind wil geld in de zaak steken, de andere(n) wil(len) geld zien. Op zijn zachtst gezegd is dat hele complex van overdracht en opvolging in de familie een gevoelige zaak.

Maak een testament

In een testament kan je als ondernemer vastleggen hoe je erfgenaam, opvolger in je bedrijf, moet omgaan met de zaak. Je kan:

  • een bewind instellen. Tot een bepaalde leeftijd van je erfgenaam - soms zelfs voor altijd - krijgt iemand anders de verantwoording voor de geldzaken;
  • als je een BV hebt een stichting oprichten die de aandelen gaat beheren. Je erfgenaam is wel de eigenaar van de aandelen en ontvangt dus alle opbrengsten. Zo'n stichting kan je het beste nog tijdens je leven in het leven roepen;
  • uitsluiten, dat wil zeggen een deel van het vermogen uit de onderneming aan je erfgenaam of erfgenamen schenken. Dat vermogen draagt daardoor dan geen risico meer als gevolg van je ondernemersactiviteit. Die erfgenaam kan je opvolger zijn, maar net zo goed je echtgenoot of andere kinderen. Weet je bij leven al zeker dat die niet gaan meewerken in je zaak, dan kun je door ze met hun wettelijk erfdeel te ‘beschenken’ toekomstige ruzies in familie uitsluiten. Doe die schenkingen (elk jaar een stukje is fiscaal gunstig) maar niet in aandelen. Want dan kan alsnog de situatie ontstaan dat je kind-opvolger wordt belaagd door broer- of zus-aandeelhouder die alleen maar oog heeft voor het dividend. Weg familiebedrijf.

Opvolging in stappen

Een soort van ingroeimodel. Er zijn verschillende varianten. Je kind kan in de directie komen, als je dat wilt met een pakket aandelen erbij. Maar dat hoeft niet meteen. Je kan je ook laten opvolgen, terwijl je zelf (nog een tijd) de aandelen houdt. Dan hou je dus de macht en kan je je kind ontslaan. Je kan jezelf zelfs tot commissaris van je BV bombarderen en dus toezicht blijven houden. Waarom zou je dat doen eigenlijk? Precies, om ruzie in de tent uit te sluiten. Dat zou je misschien moeten doen als je eerder al je kinderen aandelen in de familiezaak hebt geven, terwijl ze niet allemaal in de zaak werken.

Afrekenen met je familie

Onvermijdelijk komt het moment van de overdracht. Dan moet er worden afgerekend met je familie en met de fiscus.

Eerst de familie maar. Hoeveel is het bedrijf waard? Dat bedrag moet je opvolger betalen. Je moet een correcte inschatting (laten) maken. Betaalt je opvolger te weinig, dan is dat soms aanleiding voor ruzie in de tent. Broers en zussen (of je echtgenoot) pikken het niet dat je opvolgende kind op deze sluikse manier een (extra) schenking van je heeft gekregen. Want zij dan? Ieder heeft recht op zijn legitieme portie uit de hele nalatenschap. Het wachten is alleen nog maar op je overlijden. Dan moet je opvolger afrekenen met je familie. Gaat het om veel geld, dan kan dat einde oefening betekenen. Weg familiezaak. Zo hoeft het niet te gaan, maar het kan – wel pas na je dood. Een hele geruststelling!

De fiscus komt altijd langs

Als de koopsom bij overdracht van je zaak te laag is, beschouwt de fiscus het verschil tussen marktwaarde en koopsom als een schenking aan de koper. En dus heft de fiscus dan schenkingsrecht. Maar bovendien heft de fiscus bij de verkoper/schenker 25 procent inkomstenbelasting over de stakingswinst die hij had kunnen maken – het geschonken deel daarbij inbegrepen, dat wil dus zeggen het verschil tussen marktwaarde en koopsom. Tel uit je winst.

De overdracht van de zaak

Een BV is een rechtspersoon, juridisch gezien dus de ondernemer. De feitelijke ondernemer is de directeur-(groot)aandeelhouder. Bij overdracht is de meest aantrekkelijke manier, ook belastingtechnisch, de verkoop van (de meerderheid van de) aandelen aan de opvolger. De fiscus heft 25 procent over het verkochte pakket aandelen.

Wil je je eenmanszaak overdoen aan een ander? Je kind bijvoorbeeld? Overweeg dan samen een vof te maken, een vennootschap onder firma. Je eenmanszaak breng je in die vof in. Of je maakt een maatschap. Maar als je dood gaat houdt de vof of maatschap op te bestaan. Wil(len) je opvolger(s) doorgaan (evt. met een nieuwe maat of vennoot), dan moet er contractueel wel het een of ander worden geregeld. Wat precies kan je al bij de oprichting van vof of maatschap bepalen. Je hebt de keus uit 4 ‘bedingen’:

  • voortzetting, bij je uittreden wordt de vof/maatschap alleen ten opzichte van jou als beëindigd beschouwd;
  • verblijven, bij je uittreden gaat je aandeel over op de andere vennoten/maten, waarvoor zij aan jou of je erfgenamen een bepaald bedrag uitkeren;
  • toescheiding, je aandeel gaat niet automatisch over op de resterende vennoten/maten, de toedeling is afhankelijk van een nadere overeenkomst tussen jou of je erfgenamen en de overige vennoten/maten;
  • overname, nu gaat het om een goed dat je ter beschikking stelt aan de vof/maatschap. Heb je een vof en wil je je op termijn terug trekken, dan kan je de vof omzetten in een cv, een commanditaire vennootschap. Zelf word je dan (tijdelijk) de stille vennoot, terwijl je opvolger als beherend vennoot de onderneming voortzet. Jij, als stille vennoot houdt dan een vordering op de zaak voor het bedrag dat je oorspronkelijke inbreng waard was. Maar je kunt in sommige gevallen beter een BV oprichten. Hierover moet je gewoon laten adviseren. Ga maar naar de notaris, die komt er dan toch aan te pas.

Werknemers in de zaak?

Je opvolger moet de werknemers een dienstverband aanbieden. De werknemers mogen er niet op achteruit gaan.

Familiebedrijf: met je partner
Familiebedrijf: bedrijfsoverdracht

 
Loading...